Cavia’s kun je buiten houden, maar vereist wel meer werk en tijd. Buiten zijn er nu eenmaal meer gevaren en heb je te maken met verschillende weersomstandigheden (de hitte tijdens de zomer en de kou tijdens de winter). Wanneer je je cavia’s buiten wil huisvesten, betekent het dat je ze moet beschermen tegen alle weersomstandigheden én tegen roofdieren. Je kunt er voor kiezen om je cavia’s tijdens de zomermaanden buiten te houden en tijdens de wintermaanden binnen te houden (‘zomerhuisvesting’) of het hele jaar door buiten te houden. Het hele jaar door buiten houden Cavia’s houden echt van de frisse lucht en het buiten leven en kunnen relatief goed tegen kou, maar dat maakt ze niet immuun voor het koude, winterse weer. Om te voorkomen dat ze ongemak of zelfs gezondheidsproblemen gaan ontwikkelen, gelden er andere minimale eisen wanneer je je cavia’s het hele jaar door buiten houdt. Cavia’s moeten zich warm kunnen houden en de ruimte kunnen opwarmen met hun lichaamstemperatuur. Twee of drie cavia’s is vaak te weinig om zichzelf en elkaar warm te houden, daarom wordt geadviseerd om een groep van minstens vier cavia’s te houden. Daarnaast is het stimuleren van lichaamsbeweging van belang en dat kan alleen als ze een ruim en geschikt verblijf hebben. Twee vierkante meter volstaat dan niet, ze hebben dan minstens 4 vierkante meter nodig. Je merkt het zelf ook als je tijdens de winter buiten loopt, blijf je beter warm als je in beweging bent dan wanneer je (lange tijd) stil zit. Voor zomerhuisvesting gelden de normale adviezen voor binnenhuisvesting, dus een basis oppervlakte van 2 vierkante meter voor 2-3 cavia’s. Beveiligen van het buitenverblijf Er zijn twee zaken waar je rekening mee moet houden als het gaat om beveiligen en beschermen: Roofdieren zijn helaas OVERAL aanwezig en hier kan niet genoeg voor worden gewaarschuwd! Ook al woon je in de stad: roofdieren zoals katten, roofvogels, vossen en marters zijn overal in Nederland actief. Ze kunnen probleemloos over schuttingen klimmen en kunnen verblijven vernielen om bij je cavia’s te komen. Het is daarom van uiterst belang dat het buitenverblijf roofdierbestendig is. Het gebeurt te vaak dat er ongeschikte buitenverblijven en hokken worden gebruikt of open verblijven waar roofdieren gemakkelijk in komen met alle gevolgen van dien.
Het verblijf moet de cavia’s beschermen tegen alle weersinvloeden: regen, wind, sneeuw maar ook tegen hitte tijdens de zomermaanden. Het beste is om het verblijf (deels) te overdekken zodat de ren droog blijft en schaduw biedt. Als je cavia’s tijdens de wintermaanden buiten wonen, is het nog van belang dat ze een geïsoleerd schuilhok hebben die hen beschermd tegen de koude temperaturen. De meeste buitenhokken zijn daarvoor ongeschikt (deze hebben te dunne wanden, te grote openingen aan de voorkant en/of zijn te klein). Buitenhokken en rennen Er is een enorm gevarieerd aanbod van buitenhokken en rennen, maar helaas zijn ze niet allemaal even geschikt. Ze zijn ook niet altijd roofdierbestendig of geschikt om te gebruiken tijdens de winterperiode. Wanneer je een kant-en-klaar buitenhok of ren wil kopen, check dan even van welk materiaal het is gemaakt en of deze roofdierbestendig is en maak dan eventueel aanpassingen. Het is beter om niet te besparen op kwaliteit, dan is de kans groot dat je elk 1-2 jaar het verblijf weg kan gooien en een nieuwe moet kopen. Het loont om goede kwaliteit hout te gebruiken of een ren te kopen die van goede kwaliteit is. Het kost flink wat maar dan gaat het ook jaren mee (10-15 jaar minstens). Hier vind je een fotocollage van mijn zelf gebouwde buitenren om je een idee te geven. De kosten waren omstreeks € 1.300,- in totaal. Er zijn verschillende soorten buitenverblijven te vinden. Je kunt kiezen voor een verblijf waar je zelf in kunt staan, voor pyramide-vormige verblijven, het ombouwen van een tuinhuisje of blokhut, volières of kattenrennen (zolang de maasgrootte voldoet!). Voorbeelden en inspiratie vind je HIER. Het schuilhok (buitenhok) is de plek waar cavia’s droog en tochtvrij terug kunnen trekken. Het moet ruim genoeg zijn zodat de cavia’s vrij kunnen rond lopen zonder dat ze werkelijk naar buiten hoeven te gaan. Bijvoorbeeld wanneer het hard regent of waait, willen sommige cavia’s liever niet in de buitenlucht rondlopen. Om te voorkomen dat ze de hele dag in een klein schuilhok blijven zitten, is het van belang dat het schuilhok ook voldoende mogelijkheden biedt om tijdens zulke momenten vrij rond te bewegen. Het schuilhok moet van de grond af staan om te voorkomen dat kou erin trekt. Wanneer kunnen cavia's naar buiten verhuizen? Als cavia’s gewend zijn om binnenshuis te leven, dan kun je ze niet zo maar van de ene op de andere dag naar buiten verhuizen. Dit kan pas vanaf ongeveer half mei, wanneer het niet meer kouder wordt dan 10 graden. Kun je een cavia alleen buiten houden? Nee, dat kan niet, alleen al vanwege het feit dat cavia’s uiterst sociale dieren zijn en daarom met soortgenoten moeten samen leven. Buiten is het nog een stuk kouder, waardoor een cavia die alleen woont, sneller risico loopt op onderkoeling, zeker tijdens de winter. Maken cavia's een wintervacht aan? Cavia’s wisselen wel van vacht maar maken geen wintervacht aan (zoals konijnen dat wel doen). Het is daarom extra belangrijk om hun gedrag goed in de gaten te houden en te zorgen voor een goed buitenverblijf. Hoe merk je of je cavia's het koud hebben? Cavia’s zijn bewegelijke dieren en wanneer ze zich goed voelen, zul je dat ook terug zien. Het is van belang dat je je cavia’s nauwlettend in de gaten houdt en hun gedrag observeert. Wanneer je ziet dat je cavia’s bijvoorbeeld steeds binnen het schuilhok blijft en niet de ren in gaat, kan het betekenen dat het voor deze cavia te koud is om naar buiten te gaan. Ook als je een cavia steeds ziet schuilen onder een schuilplek en nauwelijks beweegt, kan dit een indicatie zijn dat je cavia het koud heeft. Vandaar dat het van belang is dat je het gedrag elke dag weer zeer goed in de gaten houdt en bij kleine signalen actie onderneemt. Let ook goed op bij oudere cavia’s of zij nog in staat zijn om comfortabel buiten te leven. Wat als je cavia ziek wordt? Wanneer een cavia ziek is, kan hij zijn temperatuur niet goed meer regelen en kan hij moeite hebben om zich warm te houden. Je hoeft in principe je cavia’s niet naar binnen te verhuizen, maar het beste is wel om ze in een onverwarmde ruimte te zetten tot je cavia is hersteld. Het is belangrijk dat de zieke cavia altijd met een soortgenoot samen blijft en niet alleen wordt gehouden! Dat kan het herstelproces belemmeren. Kunnen alle soorten cavia's buiten leven? Niet alle cavia’s zijn geschikt om buiten te houden. In principe zijn alle gezonde cavia’s geschikt om buiten te houden, maar er zijn enkele uitzonderingen. Zo zijn een aantal rassen ongeschikt om buiten te houden zoals skinny’s en baldwins. Sommige langharige cavia’s kunnen ook niet altijd buiten leven omdat de lange vacht ze onvoldoende beschermd in tegenstelling tot kortharige cavia’s. Je kunt hier terecht voor meer uitgebreide informatie:
https://meerschweinchenwiese.de/haltung/aussenhaltung http://www.meerschweinchenberatung.at/h_tipp20.html https://www.cavy-forest.de/aussenhaltung-startseite/
0 Comments
Cavia’s zijn zeer geschikt om in huis te houden, zolang er met alle aspecten rekening wordt gehouden en ze voldoende ruimte hebben. Een (standaard) kooi is bijvoorbeeld niet geschikt, ze hebben minstens 2 vierkante meter vloeroppervlakte nodig. Dat betekent al snel dat je niet uit komt met gewone standaard kooien en de meeste dierenwinkels en/of webshops geen of nauwelijks geschikte verblijven verkopen. Wees gerust: er zijn genoeg opties om een goed en geschikt verblijf te vinden! Waar je als eerste rekening mee moet houden Voordat ik meer uitleg geef over welke verblijven geschikt zijn, zijn er nog een aantal zaken waar je van te voren rekening mee moet houden. Cavia’s zijn niet zindelijk: ze keutelen en plassen werkelijk overal (en met name op de plekken waar ze graag liggen). Houdt er rekening mee dat het verblijf urinebestendig is en eenvoudig schoongemaakt kan worden. Het berekenen van het vloeroppervlakte doe je door lengte x breedte uit te rekenen, bijvoorbeeld 2,5 m x 0,8 m = 2 vierkante meter (m2). Zoals ik al eerder aangaf is een kooi niet geschikt en er bestaan helaas geen kooien met een vloeroppervlakte van 2 vierkante meter. Gelukkig zijn er nog voldoende opties om een geschikt caviaverblijf te maken die ook voldoen aan de minimale afmetingen. In de basis houdt dat in dat je een omheining gebruikt en een stevige vloer die geen urine doorlaat, bijvoorbeeld: vinyl, vijverfolie, plastic folie. Cavia’s zijn niet echt goede ‘springers’ of klimmers (zoals konijnen), dus een zeer hoge omheining is niet nodig. Een hoogte van 30 cm volstaat. Het kan echter voorkomen dat je een cavia treft die daar toch overheen kan springen (deze cavia’s bestaan!), dan is het verstandig om een hogere omheining te kiezen van bijvoorbeeld 50 cm. Bij het kiezen van de juiste omheining, kijk je ook naar de grootte van de mazen en openingen om te voorkomen dat je cavia’s ontsnappen of vast komen te zitten. Voor volwassen cavia’s is dat 4x4 cm. Voor jonge cavia’s kun je beter een dichte omheining gebruiken of fijnmazig gaas. Verdiepingen zijn een goede aanvulling, maar tellen in principe niet mee voor het bodemoppervlakte (afhankelijk van de grootte van de verdieping). Het basis oppervlakte moet minstens 2 vierkante meter zijn en mag niet onderbroken worden. Deze afmeting geldt voor 2-3 cavia’s (twee beren of drie zeugen of één castraat en twee zeugen). Dit is niet de ideale afmeting, kun je ze meer ruimte bieden, dan raad ik dat zeker aan om te doen. Kies dan ook geen ruimte uit die precies 2 vierkante meter is: ga voor het hoogst haalbare! Verschillende soorten omheiningen Er zijn verschillende soorten omheiningen die je kunt gebruiken:
En hoe zit het met… Het is van belang om een geschikte plek te vinden waar je het caviaverblijf kunt plaatsen. Houdt rekening met het volgende:
En hoe zit het met... Caviaflats? Caviaflats zijn enorm populair, het zijn in feite meerdere verdiepingen die met elkaar verbonden zijn. Vaak zijn deze niet geschikt omdat de vloeroppervlakte niet voldoet en eerder in de buurt komen van het formaat van een standaard kooi – en dat is echt ongeschikt. Heb je al een caviaflat in bezit, dan hoef je deze niet per se weg te doen: je kunt de onderste vloer uitbreiden naar 2 vierkante meter (of groter, afhankelijk van de grootte van de groep). Een aparte kamer? Ik krijg regelmatig de vraag of het niet zielig is dat mijn cavia’s in een aparte kamer zitten. Voorheen zaten mijn cavia’s in de woonkamer, maar ik merkte al snel dat je dan met alles rekening moet houden: de geuren die vrijkomen tijdens het koken, rekening houden met bezoek, de TV moet zacht staan i.v.m. het geluid, enzovoorts. Nu ze in een aparte kamer wonen, hebben ze veel meer rust. Ze krijgen inderdaad minder ‘aandacht’, maar dat is niet zielig, cavia’s hebben vooral behoefte aan elkaars gezelschap. In de slaapkamer houden? In principe kun je je cavia’s in je slaapkamer huisvesten, houdt er dan wel rekening mee dat cavia’s in de nacht actief zijn en geluid maken. En de vitamine D? Cavia's die (permanent) binnen wonen, kunnen een tekort aan vitamine D oplopen. Dat komt doordat vensterglas de UV-B stralen tegenhoudt. Om een tekort te voorkomen kun je een UVB-lamp gebruiken (als dat niet mogelijk is, moet het via voeding worden voorzien). Uitgebreide informatie over vitamine D vind je HIER. Meer uitgebreide informatie en inspiratie kun je hier vinden:
Konijnen zijn folivoren (een specialisatie binnen de herbivoren), wat betekent dat zij zich voeden met bladachtig plantmateriaal. In geval van konijnen houdt dat in dat zij zich voeden met diverse soorten grassen en wilde kruiden en hun dieet voor een klein deel aanvullen met zaden (van uitgebloeide planten), wortels van planten, takken en bladeren. Hun spijsvertering is dan ook precies afgestemd om dit soort voedsel te verteren en daar alle voedingsstoffen uit te halen. Dat maakt dat hun spijsvertering uiterst gespecialiseerd is, evenals hun hele gebitsmechanisme erop is afgestemd om bladachtig plantmateriaal te versnipperen en te vermalen. Naast het stukje fysiologie, speelt hun natuurlijk gedrag ook een belangrijke rol: konijnen spenderen 70% van hun dagactiviteit aan foerageren, dat wil zeggen: zoeken naar en eten van voedsel. Ook onze tamme huiskonijnen voelen een sterke drang om te foerageren. Het is niet alleen van belang om voeding aan te bieden die ze voorziet van alle (essentiële) voedingsstoffen en aansluit op hun fysiologie, maar ook aansluit op hun natuurlijk gedrag. De hoofdvoeding bestaat uit vers groenvoer: weide (geplukte grassen en kruiden) en/of bladgroenten. Dit kun je nog verder aanvullen met een klein deel gewone groenten (zoals komkommer, paprika, knolgewassen) en een schaaltje gedroogde kruiden en eventueel een beetje fruit. Het dieet wordt nog verder aangevuld met onbeperkt hooi en minstens 2-3 keer per week met takken en bladeren. Het zomerdieet: weide Wilde konijnen komen hier voor en voeden zich met onze inheemse vegetatie en daarom kunnen we onze tamme konijnen ook voorzien van hun natuurlijk dieet: weide! Het wilde konijnendieet bestaat ongeveer voor de helft uit grassen en de andere helft uit wilde kruiden. Als je gaat plukken, kun je hier mee rekening houden door evenveel grassen als wilde kruiden te plukken. Het beste is om ook grassen en kruiden in verschillende groeistadia te plukken want elke groeistadia bevat weer een andere verhouding aan voedingsstoffen. Geschikte wilde kruiden zijn bijvoorbeeld: paardenbloemblad, smalle weegbree, madeliefjes, zevenblad, fluitenkruid, dovenetel, vijfvingerkruid, kamille, groot kaasjeskruid Er zijn nog veel meer eetbare wilde kruiden, de uitgebreide lijst vind je HIER. De kruiden zijn ingedeeld in 3 soorten: - Onproblematische kruiden: dit zijn kruiden die ze gerust dagelijks en onbeperkt mogen eten. - In beperkte mate: dit zijn kruiden die wat sterkere geneeskrachtige eigenschappen bevatten en in principe alleen gegeten zullen worden als de behoefte daar is. Deze bied je in beperkte mate aan. Het kan eventueel dagelijks of een paar keer per week. - Zeer beperkte mate: dit zijn sterk geneeskrachtige kruiden, in principe eetbaar maar worden vaak alleen ingezet bij specifieke klachten en voor korte tijd. Konijnen zijn enorm goed in zelfselectie: ze kiezen hetgeen uit wat hun lichaam op dat moment nodig heeft. Dit betekent dat ze (sterke) voorkeuren kunnen hebben voor bepaalde grassen en kruiden en dat hun behoefte per periode verschillend kan zijn (de ene week eten ze graag een bepaald kruid en de week erop laten ze hem volledig links liggen). Dit is heel normaal: ze kiezen de voeding naar behoefte uit en ondertussen wordt hun zelf genezend vermogen gestimuleerd, kan het preventief werken tegen ziekten en worden ze in staat gesteld om hun eigen gezondheid te regelen. Dwing ze overigens nooit om een bepaald kruid te laten eten: als ze het niet willen eten, dan doen ze dat ook met een reden! Zorg dat hun voeding hoofdzakelijk bestaat uit voedende kruiden, de kruiden die ze zonder problemen dagelijks mogen eten en dat kun je aanvullen met kruiden die ze in beperkte mate mogen eten. Als je weide wilt gaan voeren aan je konijnen, is het van belang dat je kennis hebt van planten en weet welke planten eetbaar zijn en deze ook goed kunt herkennen. Uitgebreide informatie hierover vind je HIER. Bladgroenten Het is niet altijd mogelijk om weide te vinden (zeker tijdens de winterperiode) en dan zijn bladgroenten je tweede optie. Bladgroenten zijn echter van mindere kwaliteit t.o.v. weide. Als je konijnen afhankelijk zijn van bladgroenten, raad ik het altijd aan om gedroogde wilde kruiden erbij te geven zoals paardenbloemblad, smalle weegbree en kamille. Wanneer er bladgroenten worden aangeboden, is het van belang om altijd te zorgen dat deze vier soorten in elke portie aanwezig zijn: - Koolsoorten: bijvoorbeeld boerenkool, palmkool, chinese kool, savooiekool, paksoi - Bittersla: andijvie, witlof, radicchio, paardensla - Loof: dit zijn bovengrondse delen van groenten, denk aan wortelloof, radijsloof, loof van koolplanten, enzovoorts - Keukenkruiden: peterselie, koriander, munt, kervel, tijm, basilicum Je kunt dit lijstje nog verder aanvullen met andere sla-achtigen en gewone groenten zoals komkommer, paprika, wortel, knolselderij, enzovoorts. Het is van belang om per portie minstens 6 soorten aan te bieden en per dag minstens 10 soorten. Hoe meer variatie, hoe beter! Uitgebreide informatie over het aanbieden van bladgroenten vind je HIER en de groentelijst vind je HIER. Wist je dat veel groenten gecultiveerd zijn uit wilde kruiden? Zo stamt de andijvie en witlof van de wilde cichorei af en de wortel van de wilde peen. Onbeperkt aanbieden van groenvoer Het is van belang dat je konijnen op elk moment van de dag kunnen kiezen voor vers groenvoer. Het moet dus (net als hooi) onbeperkt aanwezig zijn. Dit zorgt ervoor dat de spijsvertering gelijkmatig vochtrijke voeding binnenkrijgt. Wanneer konijnen maar een enkele keer per dag een kleine portie groenten aangeboden krijgen, dan zullen ze alles in één keer opeten en dat is belastend voor de spijsvertering. De spijsvertering heeft dan steeds te maken met vochtig voedsel en daarna weer een hele tijd droog voedsel. Dit kan zelfs leiden tot diverse spijsverteringsklachten zoals gasvorming en verstopping. Konijnen eten ook niet alles in één keer en moeten de hele dag door kleine maaltijden kunnen eten. Hoeveel groenvoer ze nodig hebben, hangt af van hun individuele behoeften en hun gewicht. Doorgaans hebben konijnen tussen de 200-500 gram groenvoer per kilo lichaamsgewicht per dag. Twee konijnen van 2 kilogram hebben dan tussen de 0,8 tot 2 kg groenvoer per dag nodig. Als blijkt dat bij de volgende portie alles al op is, dan weet je dat je te weinig hebt gegeven en geef je iets meer. Hetgeen wat ze niet hebben opgegeten, kun je het beste weer verwijderen (binnen 24 uur) om te voorkomen dat het groenvoer eventueel gaat rotten en oneetbaar wordt. Naast het hoofdvoer (groenvoer) is het van belang om hun dieet aan te vullen met hooi, gedroogde kruiden en takken met bladeren. Uitgebreide informatie daarover vind je onder het kopje VOEDING. Voedingstoffen en vitaminen In het voedingsoverzicht zie je dat brokken, pellets en gemengd voer geen onderdeel zijn van het dieet. Dit soort voeding raad ik sterk af vanwege de negatieve effecten ervan op hun gezondheid. Deze type voeding bevat veelal goedkope grondstoffen en bestaan hoofdzakelijk uit zetmeel, suiker en vetten en kan de darmflora en gebit beschadigen. Er wordt vaak beweert dat brokken e.d. een noodzaak zijn om een tekort aan voedingsstoffen te voorkomen. Een tekort aan voedingsstoffen ontstaan alleen als je je konijnen een zeer eenzijdig dieet zou aanbieden. Wanneer ze elke dag toegang hebben tot een gevarieerd dieet van groenvoer, krijgen ze veel essentiële voedingsstoffen binnen. Planten bevatten van nature veel voedingsstoffen en inhoudsstoffen zoals (essentiële) aminozuren, vetzuren, vitaminen, koolhydraten en vezels. Deze stoffen zijn niet of nauwelijks meer aanwezig in brokvoeding omdat het behoorlijk wordt bewerkt (verhit en vermalen) en deze stoffen verloren gaan. Daarom kun je er niet vanuit gaan dat een brokvoeding tekorten voorkomt. Uitgebreide informatie over complete voeding en brokvoeding vind je HIER. Alleen de vitamine D vraagt wat extra aandacht. Vitamine D wordt vooral onder invloed van zonlicht (UV stralen) aangemaakt en opgenomen. Konijnen die buiten leven en toegang hebben tot direct zonlicht, maken al voldoende vitamine D aan. Konijnen die (permanent) binnen wonen, lopen het risico op een vitamine D tekort: vensterglas houdt namelijk de belangrijke UV stralen (vooral UV-B) tegen die aanmaak van vitamine D mogelijk maakt. Vitamine D kun je bijvoorbeeld via een UVB lamp of via voeding aanbieden of door te zorgen dat er een raam openstaat en zodoende toegang hebben tot (dagelijks) direct zonlicht. Meer uitgebreide informatie hierover vind je HIER. Water Konijnen zijn van nature slechte drinkers en hebben een lage dorstprikkel. Dat komt omdat ze hun vocht vooral uit voeding halen, planten en groenten bestaan voor 75 tot 90% uit water. Een konijn van 2 kilogram heeft ongeveer 480 ml per dag nodig. Stel je zou dit vergelijken met een mens en we zouden het dieet van een konijn hebben, dan zouden we ruim 15-20 liter water op een dag moeten drinken! Dat is een onmogelijke opgave, maar dat lukt wel als je de hele dag door vochtrijke voeding eet. Daarom dat het zo van belang is dat konijnen onbeperkt groenvoer kunnen eten.
Ondanks dat konijnen ‘slechte drinkers’ zijn, is het wel van belang dat zij 24/7 toegang hebben tot schoon en vers drinkwater. Zo nu en dan hebben ze dorst en zullen ze gewoon wat willen drinken. Het is ook een goede indicatie om te kunnen zien of ze nog gezond zijn. Als een konijn plots heel veel gaat drinken, kan dat bijvoorbeeld een teken zijn dat er iets aan de hand is met de nieren. Water bied je aan via een schoon schaaltje of kommetje en wordt dagelijks ververst. Een drinkfles raad ik af, vooral omdat konijnen echt veel moeite moeten doen om er een druppel water uit te kunnen krijgen en ze hier gefrustreerd van kunnen raken. Er is ook het risico dat een drinkflesje geblokkeerd raakt en er geen water meer uit komt. Cavia’s en konijnen vinden het heerlijk om te kunnen knabbelen op twijgjes, bast en de bladeren. In het wild eten cavia’s en konijnen ook geregeld van bomen en struiken. Het is tevens ook een goede bezigheid en stimuleert het gedrag tot foerageren. Takken en bladeren behoren daarom tot hun dieet en kun je 2 of 3 keer per week (of vaker) aanbieden. Hoe meer soorten je aanbiedt, hoe beter! Veel inheemse boomsoorten zijn geschikt, zoals de hazelaar, berk, els, iep, wilg, fruitbomen zoals appel en peer, meidoorn, enzovoorts. Naast bomen zijn er ook vele struiken en hagen eetbaar zoals frambozen, bramen, kruisbes, aalbes, enzovoorts. Cavia’s en konijnen hebben vooral de voorkeur voor bladeren en jonge twijgjes. Van dikkere takken zullen ze vooral de bast eraf snijden met hun voortanden en de stukjes van opeten (‘ontschorsen’) en is een natuurlijke bezigheid. De uitgebreide eetbare bomenlijst vind je HIER. Doornen en stekels Sommige boom- en struiksoorten hebben doornen en stekels. In principe is het geen probleem om deze stekels en doornen te voeren, cavia’s en konijnen kunnen deze gewoon opeten. Mocht je twijfels hebben of ze zijn erg scherp, kun je de doornen en stekels altijd verwijderen of de dunne twijgen aanbieden. Cavia’s en konijnen die bekend zijn met gebitsproblemen kunnen moeite hebben om de doornen of stekels door te bijten en kun je beter van te voren verwijderen. Takken van steenvruchten Men raad het af om takken en bladeren van steenvruchten aan te bieden (zoals de zoete kers, pruim, perzik, abrikoos, enzovoorts) omdat hier amygdaline (welke afbreekt tot waterstofcyanide als het in contact komt met water) in zou zitten. Dit stofje zit echter alleen in de pitten en niet in de takken en bladeren. Daarom kunnen bladeren en takken van steenvruchten probleemloos worden gevoerd. Takken voor gebitslijtage Er wordt vaak geadviseerd om takken aan te bieden om gebitslijtage te stimuleren. Het gebit slijt echter niet door de hardheid van voedsel, maar door het vele malen op zacht bladachtig plantmateriaal. Het is daarom zinvoller om je cavia’s en konijnen te voorzien van onbeperkt groenvoer. Takken zijn daar een aanvulling op om het foerageren te stimuleren, niet om het gebit te stimuleren tot slijtage. Uitgebreide informatie over het gebit, vind je HIER. Takken en bladeren aanbieden tijdens de winter In de winterperiode zijn er niet veel verse bladeren meer te vinden, je kunt dan wel gedroogde blad aanbieden samen met verse takken. Als je de mogelijkheid hebt, kun je tijdens de zomermaanden bladeren drogen voor de winterperiode. Het schijnt zelfs mogelijk te zijn om bepaalde takken in water te zetten en dat er dan knoppen en bladeren groeien – ik heb dit een enkele keer wel geprobeerd met wilgen en daar kwamen inderdaad wel bladeren aan, maar niet veel.
Er zijn een aantal groenblijvende takken en struiken, ook in de winter, zoals bamboe en bamboe. Je kunt ook bepaalde spar- en dennensoorten aanbieden (mits onbespoten en in beperkte mate!), de eetbare soorten vind je terug in de bomenlijst. Het is ook mogelijk om bladeren in de herfst te verzamelen. De groene of vergeelde bladeren kun je verzamelen en aanbieden, maar de bruin of roodgekleurde bladeren zijn niet meer eetbaar en zullen ze over het algemeen laten liggen. Cavia’s zijn echte graseters en vullen hun dieet aan met wilde kruiden en hier en daar nemen ze een hapje van bladeren, twijgjes, uitgebloeide grassen, enzovoorts. Hun spijsvertering is dan ook precies afgestemd om dit soort voedsel te verteren en daar alle voedingsstoffen uit te halen. Dat maakt dat hun spijsvertering uiterst gespecialiseerd is, evenals hun hele gebitsmechanisme erop is afgestemd om bladachtig plantmateriaal te versnipperen en te vermalen. Naast het stukje fysiologie, speelt hun natuurlijk gedrag ook een belangrijke rol: cavia’s zijn grotendeels van de dag bezig met foerageren, dat wil zeggen: zoeken naar en eten van voedsel. Voor onze tamme huiscavia’s kunnen we een dieet aanbieden die zo veel mogelijk aansluit op hun fysiologie en aansluit op hun natuurlijk gedrag: De hoofdvoeding bestaat uit vers groenvoer: weide (geplukte grassen en kruiden) en/of bladgroenten. Dit kun je nog verder aanvullen met een klein deel gewone groenten (zoals komkommer, paprika, knolgewassen) en een schaaltje gedroogde kruiden en eventueel een beetje fruit. Het dieet wordt nog verder aangevuld met onbeperkt hooi en minstens 2-3 keer per week met takken en bladeren. Het zomerdieet: weide Weide is het hoogst haalbare voor onze tamme cavia’s: dit komt het meest in de buurt van hun natuurlijk dieet en sluit het beste aan bij hun fysiologie en behoeften. Wanneer er weide wordt geplukt voor cavia’s, is het van belang dat je diverse soorten grassen plukt en het liefst ook in verschillende groeistadia. Ook uitgebloeide grassen mogen worden geplukt, waar de (beginnende) zaaddozen aan zitten. Naast een grote variatie aan grassen, vul je het verder aan met eetbare wilde kruiden. Geschikte wilde kruiden zijn bijvoorbeeld: paardenbloemblad, smalle weegbree, madeliefjes, zevenblad, fluitenkruid, dovenetel, vijfvingerkruid, kamille, groot kaasjeskruid. Er zijn nog veel meer eetbare wilde kruiden, de uitgebreide lijst vind je HIER. De kruiden zijn ingedeeld in 3 soorten: - Onproblematische kruiden: dit zijn kruiden die ze gerust dagelijks en onbeperkt mogen eten. - In beperkte mate: dit zijn kruiden die wat sterkere geneeskrachtige eigenschappen bevatten en in principe alleen gegeten zullen worden als de behoefte daar is. Deze bied je in beperkte mate aan. Het kan eventueel dagelijks of een paar keer per week. - Zeer beperkte mate: dit zijn sterk geneeskrachtige kruiden, in principe eetbaar maar worden vaak alleen ingezet bij specifieke klachten en voor korte tijd. Cavia’s zijn enorm goed in zelfselectie: ze kiezen hetgeen uit wat hun lichaam op dat moment nodig heeft. Dit betekent dat ze (sterke) voorkeuren kunnen hebben voor bepaalde grassen en kruiden en dat hun behoefte per periode verschillend kan zijn (de ene week eten ze graag een bepaald kruid en de week erop laten ze hem volledig links liggen). Dit is heel normaal: ze kiezen de voeding naar behoefte uit en ondertussen wordt hun zelf genezend vermogen gestimuleerd, kan het preventief werken tegen ziekten en worden ze in staat gesteld om hun eigen gezondheid te regelen. Dwing ze overigens nooit om een bepaald kruid te laten eten: als ze het niet willen eten, dan doen ze dat ook met een reden! Zorg dat hun voeding hoofdzakelijk bestaat uit voedende kruiden, de kruiden die ze zonder problemen dagelijks mogen eten en dat kun je aanvullen met kruiden die ze in beperkte mate mogen eten. Als je weide wilt gaan voeren aan je cavia’s, is het van belang dat je kennis hebt van planten en weet welke planten eetbaar zijn en deze ook goed kunt herkennen. Uitgebreide informatie hierover vind je HIER. Bladgroenten (winterdieet) Het is niet altijd mogelijk om weide te vinden (zeker tijdens de winterperiode) en dan zijn bladgroenten je tweede optie. Bladgroenten zijn echter van mindere kwaliteit t.o.v. weide. Als je cavia’s afhankelijk zijn van bladgroenten, raad ik het altijd aan om gedroogde wilde kruiden erbij te geven zoals paardenbloemblad, smalle weegbree en kamille. Wanneer er bladgroenten worden aangeboden, is het van belang om altijd te zorgen dat deze vier soorten in elke portie aanwezig zijn:
Je kunt dit lijstje nog verder aanvullen met andere sla-achtigen en gewone groenten zoals komkommer, paprika, wortel, knolselderij, enzovoorts. Het is van belang om per portie minstens 6 soorten aan te bieden en per dag minstens 10 soorten. Hoe meer variatie, hoe beter! Uitgebreide informatie over het aanbieden van bladgroenten vind je HIER en de groentelijst vind je HIER. Onbeperkt aanbieden van groenvoer Het is van belang dat je cavia’s op elk moment van de dag kunnen kiezen voor vers groenvoer. Het moet dus (net als hooi) onbeperkt aanwezig zijn. Dit zorgt ervoor dat de spijsvertering gelijkmatig vochtrijke voeding binnenkrijgt. Wanneer cavia’s maar een enkele keer per dag een kleine portie groenten aangeboden krijgen, dan zullen ze alles in één keer opeten en dat is belastend voor de spijsvertering. De spijsvertering heeft dan steeds te maken met vochtig voedsel en daarna weer een hele tijd droog voedsel. Dit kan zelfs leiden tot diverse spijsverteringsklachten zoals gasvorming en verstopping. Cavia’s eten ook niet alles in één keer en moeten de hele dag door kleine maaltijden kunnen eten. Hoeveel groenvoer ze nodig hebben, hangt af van hun individuele behoeften en hun gewicht. Doorgaans hebben cavia’s tussen de 200-600 gram groenvoer per dag nodig – gemiddeld zo’n 350 gram. Je hoeft dus geen kilo’s groenvoer aan te bieden, je kunt eenvoudig uitrekenen hoeveel ze ongeveer nodig hebben en dat uitwegen. Als blijkt dat bij de volgende portie alles al op is, dan weet je dat je te weinig hebt gegeven en geef je iets meer. Hetgeen wat ze niet hebben opgegeten, kun je het beste weer verwijderen (binnen 24 uur) om te voorkomen dat het groenvoer eventueel gaat rotten en oneetbaar wordt. Naast het hoofdvoer (groenvoer) is het van belang om hun dieet aan te vullen met hooi, gedroogde kruiden en takken met bladeren. Uitgebreide informatie daarover vind je onder het kopje VOEDING. Voedingsstoffen en vitaminen In het voedingsoverzicht zie je dat brokken, pellets en gemengd voer geen onderdeel zijn van het dieet. Dit soort voeding raad ik sterk af vanwege de negatieve effecten ervan op hun gezondheid. Deze type voeding bevat veelal goedkope grondstoffen en bestaan hoofdzakelijk uit zetmeel, suiker en vetten en kan de darmflora en gebit beschadigen. Er wordt vaak beweert dat brokken e.d. een noodzaak zijn om een tekort aan voedingsstoffen te voorkomen. Een tekort aan voedingsstoffen ontstaan alleen als je je cavia’s een zeer eenzijdig dieet zou aanbieden. Wanneer ze elke dag toegang hebben tot een gevarieerd dieet van groenvoer, krijgen ze veel essentiële voedingsstoffen binnen. Planten bevatten van nature veel voedingsstoffen en inhoudsstoffen zoals (essentiële) aminozuren, vetzuren, vitaminen, koolhydraten en vezels. Deze stoffen zijn veelal niet of nauwelijks meer aanwezig in brokvoeding omdat het behoorlijk wordt bewerkt (verhit en vermalen) en deze stoffen verloren gaan. Daarom kun je er niet vanuit gaan dat een brokvoeding tekorten voorkomt. Uitgebreide informatie over complete voeding en brokvoeding vind je HIER. Cavia’s kunnen zelf geen vitamine C aanmaken en zijn daardoor afhankelijk van de inname via voeding. Planten bevatten veelal vitamine C, krijgen ze dagelijks een gevarieerd aanbod van bladgroenten en/of weide, wordt hun dagelijkse inname vitamine C behoorlijk gedekt. In deze BLOG vind je een overzicht hoeveel vitamine C in bladgroenten zit. Alleen de vitamine D vraagt wat extra aandacht. Vitamine D wordt vooral onder invloed van zonlicht (UV stralen) aangemaakt en opgenomen. Cavia’s die buiten leven en toegang hebben tot direct zonlicht, maken al voldoende vitamine D aan. Cavia’s die (permanent) binnen wonen, lopen het risico op een vitamine D tekort: vensterglas houdt namelijk de belangrijke UV stralen (vooral UV-B) tegen die aanmaak van vitamine D mogelijk maakt. Vitamine D kun je bijvoorbeeld via een UVB lamp of via voeding aanbieden of door te zorgen dat er een raam openstaat en zodoende toegang hebben tot (dagelijks) direct zonlicht. Meer uitgebreide informatie hierover vind je HIER. Water Cavia’s zijn van nature slechte drinkers. Dat komt omdat ze hun vocht vooral uit voeding halen, planten en groenten bestaan voor 75 tot 90% uit water. Cavia’s hebben gemiddeld zo’n 300 ml vocht op een dag nodig. Stel je zou dit vergelijken met een mens en we zouden het dieet van een cavia hebben, dan zouden we ruim 15-20 liter water op een dag moeten drinken! Dat is een onmogelijke opgave, maar dat lukt wel als je de hele dag door vochtrijke voeding eet. Daarom dat het zo van belang is dat cavia’s onbeperkt groenvoer kunnen eten.
Ondanks dat cavia’s ‘slechte drinkers’ zijn, is het wel van belang dat zij 24/7 toegang hebben tot schoon en vers drinkwater. Zo nu en dan hebben ze dorst en zullen ze gewoon wat willen drinken. Het is ook een goede indicatie om te kunnen zien of ze nog gezond zijn. Als een cavia plots heel veel gaat drinken, kan dat bijvoorbeeld een teken zijn dat er iets aan de hand is met de nieren. Water bied je aan via een schoon schaaltje of kommetje en wordt dagelijks ververst. Een drinkfles raad ik af, vooral omdat cavia’s echt veel moeite moeten doen om er een druppel water uit te kunnen krijgen en ze hier gefrustreerd van kunnen raken. Er is ook het risico dat een drinkflesje geblokkeerd raakt en er geen water meer uit komt. |
AuteurMijn naam is Elisabeth. Hier vind je al mijn informatieve blogs over natuurlijke voeding, huisvesting, zorg en meer voor konijnen en knaagdieren! Archieven
Mei 2024
|
Volg Mini Natuur op:
Facebookpagina Mini Natuur Instagram @mininatuur TikTok @mininatuur Meepraten over natuurlijke stijl? Dat kan op: Facebookgroep 'Konijnen & Cavia's Natuurlijke Stijl' (ook voor chinchilla's en degoes) Facebookgroep 'Natuurlijke stijl voor kleine knaagdieren' |
© 2019-2024 Mini Natuur
Alle teksten zijn door mijzelf beschreven tenzij anders vermeld of door middel van een citaat. Ook de foto's zijn door mijzelf gemaakt. Ik gebruik tevens foto's van derden waar ik uitsluitend toestemming heb gekregen om deze voor mijn website te gebruiken. Teksten en foto's mogen niet worden gebruikt zonder toestemming! Mocht je mijn foto's (of van derden) en tekst ergens anders tegen komen, dan graag direct vermelden aan mininatuur@gmail.com |