Konijnen zijn folivoren (een specialisatie binnen de herbivoren), wat betekent dat zij zich voeden met bladachtig plantmateriaal. In geval van konijnen houdt dat in dat zij zich voeden met diverse soorten grassen en wilde kruiden en hun dieet voor een klein deel aanvullen met zaden (van uitgebloeide planten), wortels van planten, takken en bladeren. Hun spijsvertering is dan ook precies afgestemd om dit soort voedsel te verteren en daar alle voedingsstoffen uit te halen. Dat maakt dat hun spijsvertering uiterst gespecialiseerd is, evenals hun hele gebitsmechanisme erop is afgestemd om bladachtig plantmateriaal te versnipperen en te vermalen. Naast het stukje fysiologie, speelt hun natuurlijk gedrag ook een belangrijke rol: konijnen spenderen 70% van hun dagactiviteit aan foerageren, dat wil zeggen: zoeken naar en eten van voedsel. Ook onze tamme huiskonijnen voelen een sterke drang om te foerageren. Het is niet alleen van belang om voeding aan te bieden die ze voorziet van alle (essentiële) voedingsstoffen en aansluit op hun fysiologie, maar ook aansluit op hun natuurlijk gedrag. De hoofdvoeding bestaat uit vers groenvoer: weide (geplukte grassen en kruiden) en/of bladgroenten. Dit kun je nog verder aanvullen met een klein deel gewone groenten (zoals komkommer, paprika, knolgewassen) en een schaaltje gedroogde kruiden en eventueel een beetje fruit. Het dieet wordt nog verder aangevuld met onbeperkt hooi en minstens 2-3 keer per week met takken en bladeren. Het zomerdieet: weide Wilde konijnen komen hier voor en voeden zich met onze inheemse vegetatie en daarom kunnen we onze tamme konijnen ook voorzien van hun natuurlijk dieet: weide! Het wilde konijnendieet bestaat ongeveer voor de helft uit grassen en de andere helft uit wilde kruiden. Als je gaat plukken, kun je hier mee rekening houden door evenveel grassen als wilde kruiden te plukken. Het beste is om ook grassen en kruiden in verschillende groeistadia te plukken want elke groeistadia bevat weer een andere verhouding aan voedingsstoffen. Geschikte wilde kruiden zijn bijvoorbeeld: paardenbloemblad, smalle weegbree, madeliefjes, zevenblad, fluitenkruid, dovenetel, vijfvingerkruid, kamille, groot kaasjeskruid Er zijn nog veel meer eetbare wilde kruiden, de uitgebreide lijst vind je HIER. De kruiden zijn ingedeeld in 3 soorten: - Onproblematische kruiden: dit zijn kruiden die ze gerust dagelijks en onbeperkt mogen eten. - In beperkte mate: dit zijn kruiden die wat sterkere geneeskrachtige eigenschappen bevatten en in principe alleen gegeten zullen worden als de behoefte daar is. Deze bied je in beperkte mate aan. Het kan eventueel dagelijks of een paar keer per week. - Zeer beperkte mate: dit zijn sterk geneeskrachtige kruiden, in principe eetbaar maar worden vaak alleen ingezet bij specifieke klachten en voor korte tijd. Konijnen zijn enorm goed in zelfselectie: ze kiezen hetgeen uit wat hun lichaam op dat moment nodig heeft. Dit betekent dat ze (sterke) voorkeuren kunnen hebben voor bepaalde grassen en kruiden en dat hun behoefte per periode verschillend kan zijn (de ene week eten ze graag een bepaald kruid en de week erop laten ze hem volledig links liggen). Dit is heel normaal: ze kiezen de voeding naar behoefte uit en ondertussen wordt hun zelf genezend vermogen gestimuleerd, kan het preventief werken tegen ziekten en worden ze in staat gesteld om hun eigen gezondheid te regelen. Dwing ze overigens nooit om een bepaald kruid te laten eten: als ze het niet willen eten, dan doen ze dat ook met een reden! Zorg dat hun voeding hoofdzakelijk bestaat uit voedende kruiden, de kruiden die ze zonder problemen dagelijks mogen eten en dat kun je aanvullen met kruiden die ze in beperkte mate mogen eten. Als je weide wilt gaan voeren aan je konijnen, is het van belang dat je kennis hebt van planten en weet welke planten eetbaar zijn en deze ook goed kunt herkennen. Uitgebreide informatie hierover vind je HIER. Bladgroenten Het is niet altijd mogelijk om weide te vinden (zeker tijdens de winterperiode) en dan zijn bladgroenten je tweede optie. Bladgroenten zijn echter van mindere kwaliteit t.o.v. weide. Als je konijnen afhankelijk zijn van bladgroenten, raad ik het altijd aan om gedroogde wilde kruiden erbij te geven zoals paardenbloemblad, smalle weegbree en kamille. Wanneer er bladgroenten worden aangeboden, is het van belang om altijd te zorgen dat deze vier soorten in elke portie aanwezig zijn: - Koolsoorten: bijvoorbeeld boerenkool, palmkool, chinese kool, savooiekool, paksoi - Bittersla: andijvie, witlof, radicchio, paardensla - Loof: dit zijn bovengrondse delen van groenten, denk aan wortelloof, radijsloof, loof van koolplanten, enzovoorts - Keukenkruiden: peterselie, koriander, munt, kervel, tijm, basilicum Je kunt dit lijstje nog verder aanvullen met andere sla-achtigen en gewone groenten zoals komkommer, paprika, wortel, knolselderij, enzovoorts. Het is van belang om per portie minstens 6 soorten aan te bieden en per dag minstens 10 soorten. Hoe meer variatie, hoe beter! Uitgebreide informatie over het aanbieden van bladgroenten vind je HIER en de groentelijst vind je HIER. Wist je dat veel groenten gecultiveerd zijn uit wilde kruiden? Zo stamt de andijvie en witlof van de wilde cichorei af en de wortel van de wilde peen. Onbeperkt aanbieden van groenvoer Het is van belang dat je konijnen op elk moment van de dag kunnen kiezen voor vers groenvoer. Het moet dus (net als hooi) onbeperkt aanwezig zijn. Dit zorgt ervoor dat de spijsvertering gelijkmatig vochtrijke voeding binnenkrijgt. Wanneer konijnen maar een enkele keer per dag een kleine portie groenten aangeboden krijgen, dan zullen ze alles in één keer opeten en dat is belastend voor de spijsvertering. De spijsvertering heeft dan steeds te maken met vochtig voedsel en daarna weer een hele tijd droog voedsel. Dit kan zelfs leiden tot diverse spijsverteringsklachten zoals gasvorming en verstopping. Konijnen eten ook niet alles in één keer en moeten de hele dag door kleine maaltijden kunnen eten. Hoeveel groenvoer ze nodig hebben, hangt af van hun individuele behoeften en hun gewicht. Doorgaans hebben konijnen tussen de 200-500 gram groenvoer per kilo lichaamsgewicht per dag. Twee konijnen van 2 kilogram hebben dan tussen de 0,8 tot 2 kg groenvoer per dag nodig. Als blijkt dat bij de volgende portie alles al op is, dan weet je dat je te weinig hebt gegeven en geef je iets meer. Hetgeen wat ze niet hebben opgegeten, kun je het beste weer verwijderen (binnen 24 uur) om te voorkomen dat het groenvoer eventueel gaat rotten en oneetbaar wordt. Naast het hoofdvoer (groenvoer) is het van belang om hun dieet aan te vullen met hooi, gedroogde kruiden en takken met bladeren. Uitgebreide informatie daarover vind je onder het kopje VOEDING. Voedingstoffen en vitaminen In het voedingsoverzicht zie je dat brokken, pellets en gemengd voer geen onderdeel zijn van het dieet. Dit soort voeding raad ik sterk af vanwege de negatieve effecten ervan op hun gezondheid. Deze type voeding bevat veelal goedkope grondstoffen en bestaan hoofdzakelijk uit zetmeel, suiker en vetten en kan de darmflora en gebit beschadigen. Er wordt vaak beweert dat brokken e.d. een noodzaak zijn om een tekort aan voedingsstoffen te voorkomen. Een tekort aan voedingsstoffen ontstaan alleen als je je konijnen een zeer eenzijdig dieet zou aanbieden. Wanneer ze elke dag toegang hebben tot een gevarieerd dieet van groenvoer, krijgen ze veel essentiële voedingsstoffen binnen. Planten bevatten van nature veel voedingsstoffen en inhoudsstoffen zoals (essentiële) aminozuren, vetzuren, vitaminen, koolhydraten en vezels. Deze stoffen zijn niet of nauwelijks meer aanwezig in brokvoeding omdat het behoorlijk wordt bewerkt (verhit en vermalen) en deze stoffen verloren gaan. Daarom kun je er niet vanuit gaan dat een brokvoeding tekorten voorkomt. Uitgebreide informatie over complete voeding en brokvoeding vind je HIER. Alleen de vitamine D vraagt wat extra aandacht. Vitamine D wordt vooral onder invloed van zonlicht (UV stralen) aangemaakt en opgenomen. Konijnen die buiten leven en toegang hebben tot direct zonlicht, maken al voldoende vitamine D aan. Konijnen die (permanent) binnen wonen, lopen het risico op een vitamine D tekort: vensterglas houdt namelijk de belangrijke UV stralen (vooral UV-B) tegen die aanmaak van vitamine D mogelijk maakt. Vitamine D kun je bijvoorbeeld via een UVB lamp of via voeding aanbieden of door te zorgen dat er een raam openstaat en zodoende toegang hebben tot (dagelijks) direct zonlicht. Meer uitgebreide informatie hierover vind je HIER. Water Konijnen zijn van nature slechte drinkers en hebben een lage dorstprikkel. Dat komt omdat ze hun vocht vooral uit voeding halen, planten en groenten bestaan voor 75 tot 90% uit water. Een konijn van 2 kilogram heeft ongeveer 480 ml per dag nodig. Stel je zou dit vergelijken met een mens en we zouden het dieet van een konijn hebben, dan zouden we ruim 15-20 liter water op een dag moeten drinken! Dat is een onmogelijke opgave, maar dat lukt wel als je de hele dag door vochtrijke voeding eet. Daarom dat het zo van belang is dat konijnen onbeperkt groenvoer kunnen eten.
Ondanks dat konijnen ‘slechte drinkers’ zijn, is het wel van belang dat zij 24/7 toegang hebben tot schoon en vers drinkwater. Zo nu en dan hebben ze dorst en zullen ze gewoon wat willen drinken. Het is ook een goede indicatie om te kunnen zien of ze nog gezond zijn. Als een konijn plots heel veel gaat drinken, kan dat bijvoorbeeld een teken zijn dat er iets aan de hand is met de nieren. Water bied je aan via een schoon schaaltje of kommetje en wordt dagelijks ververst. Een drinkfles raad ik af, vooral omdat konijnen echt veel moeite moeten doen om er een druppel water uit te kunnen krijgen en ze hier gefrustreerd van kunnen raken. Er is ook het risico dat een drinkflesje geblokkeerd raakt en er geen water meer uit komt.
0 Comments
Cavia’s en konijnen vinden het heerlijk om te kunnen knabbelen op twijgjes, bast en de bladeren. In het wild eten cavia’s en konijnen ook geregeld van bomen en struiken. Het is tevens ook een goede bezigheid en stimuleert het gedrag tot foerageren. Takken en bladeren behoren daarom tot hun dieet en kun je 2 of 3 keer per week (of vaker) aanbieden. Hoe meer soorten je aanbiedt, hoe beter! Veel inheemse boomsoorten zijn geschikt, zoals de hazelaar, berk, els, iep, wilg, fruitbomen zoals appel en peer, meidoorn, enzovoorts. Naast bomen zijn er ook vele struiken en hagen eetbaar zoals frambozen, bramen, kruisbes, aalbes, enzovoorts. Cavia’s en konijnen hebben vooral de voorkeur voor bladeren en jonge twijgjes. Van dikkere takken zullen ze vooral de bast eraf snijden met hun voortanden en de stukjes van opeten (‘ontschorsen’) en is een natuurlijke bezigheid. De uitgebreide eetbare bomenlijst vind je HIER. Doornen en stekels Sommige boom- en struiksoorten hebben doornen en stekels. In principe is het geen probleem om deze stekels en doornen te voeren, cavia’s en konijnen kunnen deze gewoon opeten. Mocht je twijfels hebben of ze zijn erg scherp, kun je de doornen en stekels altijd verwijderen of de dunne twijgen aanbieden. Cavia’s en konijnen die bekend zijn met gebitsproblemen kunnen moeite hebben om de doornen of stekels door te bijten en kun je beter van te voren verwijderen. Takken van steenvruchten Men raad het af om takken en bladeren van steenvruchten aan te bieden (zoals de zoete kers, pruim, perzik, abrikoos, enzovoorts) omdat hier amygdaline (welke afbreekt tot waterstofcyanide als het in contact komt met water) in zou zitten. Dit stofje zit echter alleen in de pitten en niet in de takken en bladeren. Daarom kunnen bladeren en takken van steenvruchten probleemloos worden gevoerd. Takken voor gebitslijtage Er wordt vaak geadviseerd om takken aan te bieden om gebitslijtage te stimuleren. Het gebit slijt echter niet door de hardheid van voedsel, maar door het vele malen op zacht bladachtig plantmateriaal. Het is daarom zinvoller om je cavia’s en konijnen te voorzien van onbeperkt groenvoer. Takken zijn daar een aanvulling op om het foerageren te stimuleren, niet om het gebit te stimuleren tot slijtage. Uitgebreide informatie over het gebit, vind je HIER. Takken en bladeren aanbieden tijdens de winter In de winterperiode zijn er niet veel verse bladeren meer te vinden, je kunt dan wel gedroogde blad aanbieden samen met verse takken. Als je de mogelijkheid hebt, kun je tijdens de zomermaanden bladeren drogen voor de winterperiode. Het schijnt zelfs mogelijk te zijn om bepaalde takken in water te zetten en dat er dan knoppen en bladeren groeien – ik heb dit een enkele keer wel geprobeerd met wilgen en daar kwamen inderdaad wel bladeren aan, maar niet veel.
Er zijn een aantal groenblijvende takken en struiken, ook in de winter, zoals bamboe en bamboe. Je kunt ook bepaalde spar- en dennensoorten aanbieden (mits onbespoten en in beperkte mate!), de eetbare soorten vind je terug in de bomenlijst. Het is ook mogelijk om bladeren in de herfst te verzamelen. De groene of vergeelde bladeren kun je verzamelen en aanbieden, maar de bruin of roodgekleurde bladeren zijn niet meer eetbaar en zullen ze over het algemeen laten liggen. Cavia’s zijn echte graseters en vullen hun dieet aan met wilde kruiden en hier en daar nemen ze een hapje van bladeren, twijgjes, uitgebloeide grassen, enzovoorts. Hun spijsvertering is dan ook precies afgestemd om dit soort voedsel te verteren en daar alle voedingsstoffen uit te halen. Dat maakt dat hun spijsvertering uiterst gespecialiseerd is, evenals hun hele gebitsmechanisme erop is afgestemd om bladachtig plantmateriaal te versnipperen en te vermalen. Naast het stukje fysiologie, speelt hun natuurlijk gedrag ook een belangrijke rol: cavia’s zijn grotendeels van de dag bezig met foerageren, dat wil zeggen: zoeken naar en eten van voedsel. Voor onze tamme huiscavia’s kunnen we een dieet aanbieden die zo veel mogelijk aansluit op hun fysiologie en aansluit op hun natuurlijk gedrag: De hoofdvoeding bestaat uit vers groenvoer: weide (geplukte grassen en kruiden) en/of bladgroenten. Dit kun je nog verder aanvullen met een klein deel gewone groenten (zoals komkommer, paprika, knolgewassen) en een schaaltje gedroogde kruiden en eventueel een beetje fruit. Het dieet wordt nog verder aangevuld met onbeperkt hooi en minstens 2-3 keer per week met takken en bladeren. Het zomerdieet: weide Weide is het hoogst haalbare voor onze tamme cavia’s: dit komt het meest in de buurt van hun natuurlijk dieet en sluit het beste aan bij hun fysiologie en behoeften. Wanneer er weide wordt geplukt voor cavia’s, is het van belang dat je diverse soorten grassen plukt en het liefst ook in verschillende groeistadia. Ook uitgebloeide grassen mogen worden geplukt, waar de (beginnende) zaaddozen aan zitten. Naast een grote variatie aan grassen, vul je het verder aan met eetbare wilde kruiden. Geschikte wilde kruiden zijn bijvoorbeeld: paardenbloemblad, smalle weegbree, madeliefjes, zevenblad, fluitenkruid, dovenetel, vijfvingerkruid, kamille, groot kaasjeskruid. Er zijn nog veel meer eetbare wilde kruiden, de uitgebreide lijst vind je HIER. De kruiden zijn ingedeeld in 3 soorten: - Onproblematische kruiden: dit zijn kruiden die ze gerust dagelijks en onbeperkt mogen eten. - In beperkte mate: dit zijn kruiden die wat sterkere geneeskrachtige eigenschappen bevatten en in principe alleen gegeten zullen worden als de behoefte daar is. Deze bied je in beperkte mate aan. Het kan eventueel dagelijks of een paar keer per week. - Zeer beperkte mate: dit zijn sterk geneeskrachtige kruiden, in principe eetbaar maar worden vaak alleen ingezet bij specifieke klachten en voor korte tijd. Cavia’s zijn enorm goed in zelfselectie: ze kiezen hetgeen uit wat hun lichaam op dat moment nodig heeft. Dit betekent dat ze (sterke) voorkeuren kunnen hebben voor bepaalde grassen en kruiden en dat hun behoefte per periode verschillend kan zijn (de ene week eten ze graag een bepaald kruid en de week erop laten ze hem volledig links liggen). Dit is heel normaal: ze kiezen de voeding naar behoefte uit en ondertussen wordt hun zelf genezend vermogen gestimuleerd, kan het preventief werken tegen ziekten en worden ze in staat gesteld om hun eigen gezondheid te regelen. Dwing ze overigens nooit om een bepaald kruid te laten eten: als ze het niet willen eten, dan doen ze dat ook met een reden! Zorg dat hun voeding hoofdzakelijk bestaat uit voedende kruiden, de kruiden die ze zonder problemen dagelijks mogen eten en dat kun je aanvullen met kruiden die ze in beperkte mate mogen eten. Als je weide wilt gaan voeren aan je cavia’s, is het van belang dat je kennis hebt van planten en weet welke planten eetbaar zijn en deze ook goed kunt herkennen. Uitgebreide informatie hierover vind je HIER. Bladgroenten (winterdieet) Het is niet altijd mogelijk om weide te vinden (zeker tijdens de winterperiode) en dan zijn bladgroenten je tweede optie. Bladgroenten zijn echter van mindere kwaliteit t.o.v. weide. Als je cavia’s afhankelijk zijn van bladgroenten, raad ik het altijd aan om gedroogde wilde kruiden erbij te geven zoals paardenbloemblad, smalle weegbree en kamille. Wanneer er bladgroenten worden aangeboden, is het van belang om altijd te zorgen dat deze vier soorten in elke portie aanwezig zijn:
Je kunt dit lijstje nog verder aanvullen met andere sla-achtigen en gewone groenten zoals komkommer, paprika, wortel, knolselderij, enzovoorts. Het is van belang om per portie minstens 6 soorten aan te bieden en per dag minstens 10 soorten. Hoe meer variatie, hoe beter! Uitgebreide informatie over het aanbieden van bladgroenten vind je HIER en de groentelijst vind je HIER. Onbeperkt aanbieden van groenvoer Het is van belang dat je cavia’s op elk moment van de dag kunnen kiezen voor vers groenvoer. Het moet dus (net als hooi) onbeperkt aanwezig zijn. Dit zorgt ervoor dat de spijsvertering gelijkmatig vochtrijke voeding binnenkrijgt. Wanneer cavia’s maar een enkele keer per dag een kleine portie groenten aangeboden krijgen, dan zullen ze alles in één keer opeten en dat is belastend voor de spijsvertering. De spijsvertering heeft dan steeds te maken met vochtig voedsel en daarna weer een hele tijd droog voedsel. Dit kan zelfs leiden tot diverse spijsverteringsklachten zoals gasvorming en verstopping. Cavia’s eten ook niet alles in één keer en moeten de hele dag door kleine maaltijden kunnen eten. Hoeveel groenvoer ze nodig hebben, hangt af van hun individuele behoeften en hun gewicht. Doorgaans hebben cavia’s tussen de 200-600 gram groenvoer per dag nodig – gemiddeld zo’n 350 gram. Je hoeft dus geen kilo’s groenvoer aan te bieden, je kunt eenvoudig uitrekenen hoeveel ze ongeveer nodig hebben en dat uitwegen. Als blijkt dat bij de volgende portie alles al op is, dan weet je dat je te weinig hebt gegeven en geef je iets meer. Hetgeen wat ze niet hebben opgegeten, kun je het beste weer verwijderen (binnen 24 uur) om te voorkomen dat het groenvoer eventueel gaat rotten en oneetbaar wordt. Naast het hoofdvoer (groenvoer) is het van belang om hun dieet aan te vullen met hooi, gedroogde kruiden en takken met bladeren. Uitgebreide informatie daarover vind je onder het kopje VOEDING. Voedingsstoffen en vitaminen In het voedingsoverzicht zie je dat brokken, pellets en gemengd voer geen onderdeel zijn van het dieet. Dit soort voeding raad ik sterk af vanwege de negatieve effecten ervan op hun gezondheid. Deze type voeding bevat veelal goedkope grondstoffen en bestaan hoofdzakelijk uit zetmeel, suiker en vetten en kan de darmflora en gebit beschadigen. Er wordt vaak beweert dat brokken e.d. een noodzaak zijn om een tekort aan voedingsstoffen te voorkomen. Een tekort aan voedingsstoffen ontstaan alleen als je je cavia’s een zeer eenzijdig dieet zou aanbieden. Wanneer ze elke dag toegang hebben tot een gevarieerd dieet van groenvoer, krijgen ze veel essentiële voedingsstoffen binnen. Planten bevatten van nature veel voedingsstoffen en inhoudsstoffen zoals (essentiële) aminozuren, vetzuren, vitaminen, koolhydraten en vezels. Deze stoffen zijn veelal niet of nauwelijks meer aanwezig in brokvoeding omdat het behoorlijk wordt bewerkt (verhit en vermalen) en deze stoffen verloren gaan. Daarom kun je er niet vanuit gaan dat een brokvoeding tekorten voorkomt. Uitgebreide informatie over complete voeding en brokvoeding vind je HIER. Cavia’s kunnen zelf geen vitamine C aanmaken en zijn daardoor afhankelijk van de inname via voeding. Planten bevatten veelal vitamine C, krijgen ze dagelijks een gevarieerd aanbod van bladgroenten en/of weide, wordt hun dagelijkse inname vitamine C behoorlijk gedekt. In deze BLOG vind je een overzicht hoeveel vitamine C in bladgroenten zit. Alleen de vitamine D vraagt wat extra aandacht. Vitamine D wordt vooral onder invloed van zonlicht (UV stralen) aangemaakt en opgenomen. Cavia’s die buiten leven en toegang hebben tot direct zonlicht, maken al voldoende vitamine D aan. Cavia’s die (permanent) binnen wonen, lopen het risico op een vitamine D tekort: vensterglas houdt namelijk de belangrijke UV stralen (vooral UV-B) tegen die aanmaak van vitamine D mogelijk maakt. Vitamine D kun je bijvoorbeeld via een UVB lamp of via voeding aanbieden of door te zorgen dat er een raam openstaat en zodoende toegang hebben tot (dagelijks) direct zonlicht. Meer uitgebreide informatie hierover vind je HIER. Water Cavia’s zijn van nature slechte drinkers. Dat komt omdat ze hun vocht vooral uit voeding halen, planten en groenten bestaan voor 75 tot 90% uit water. Cavia’s hebben gemiddeld zo’n 300 ml vocht op een dag nodig. Stel je zou dit vergelijken met een mens en we zouden het dieet van een cavia hebben, dan zouden we ruim 15-20 liter water op een dag moeten drinken! Dat is een onmogelijke opgave, maar dat lukt wel als je de hele dag door vochtrijke voeding eet. Daarom dat het zo van belang is dat cavia’s onbeperkt groenvoer kunnen eten.
Ondanks dat cavia’s ‘slechte drinkers’ zijn, is het wel van belang dat zij 24/7 toegang hebben tot schoon en vers drinkwater. Zo nu en dan hebben ze dorst en zullen ze gewoon wat willen drinken. Het is ook een goede indicatie om te kunnen zien of ze nog gezond zijn. Als een cavia plots heel veel gaat drinken, kan dat bijvoorbeeld een teken zijn dat er iets aan de hand is met de nieren. Water bied je aan via een schoon schaaltje of kommetje en wordt dagelijks ververst. Een drinkfles raad ik af, vooral omdat cavia’s echt veel moeite moeten doen om er een druppel water uit te kunnen krijgen en ze hier gefrustreerd van kunnen raken. Er is ook het risico dat een drinkflesje geblokkeerd raakt en er geen water meer uit komt. Wil je het dieet van je konijnen of cavia’s aanpassen, dan is het belangrijk om te zorgen voor een rustige omschakeling. Pas je het dieet te snel aan, dan kan dat leiden tot diverse darmproblemen zoals diarree, verstopping of gasvorming. Om dit te voorkomen, is het van belang om ze rustig te laten wennen aan de nieuwe voeding. Zodoende krijgt de spijsvertering de tijd om zich aan te passen en de juiste (hoeveelheid) enzymen aan te maken. Hoe je de omschakeling aanpakt, verschilt per cavia en konijn en hangt ook af van hun gezondheid en de staat van de spijsvertering. Voor cavia’s en konijnen is het trouwens niet heel gek dat hun dieet wordt aangepast. Wilde konijnen bijvoorbeeld veranderen twee keer per jaar van dieet, want hun dieet ziet er tijdens de zomermaanden anders uit dan tijdens de wintermaanden. Het verloopt echter in een bepaald tijdsbestek waardoor de spijsvertering de tijd krijgt om zich hierop aan te passen. Zo maar van voeding wisselen in één dag kan dus niet en hoort ook niet te gebeuren. Omschakelen van zomer- en winterdieetAls je je cavia’s en konijnen grotendeels voorziet van weide (verse grassen en wilde kruiden), dan zul je er rekening mee moeten houden dat je twee keer per jaar het dieet moet omschakelen. Rond oktober of november (dit hangt af van jouw mogelijkheden en tot hoever je in het jaar nog toegang hebt tot relatief goede weide) kun je al beginnen met het aanbieden van een beetje bladgroenten en de hoeveelheid bouw je steeds meer op. Dit zal geleidelijk aangaan omdat je in deze periode steeds minder weide kunt vinden en je daardoor steeds meer bladgroenten zult moeten aanbieden. De omschakeling verloopt over het algemeen prima omdat ze al gewend zijn aan veel vers groenvoer. Alleen konijnen of cavia’s die bekend zijn met een gevoelige spijsvertering of oudere dieren kunnen er wat meer moeite mee hebben: dan kan het verstandig zijn om eerder te beginnen en te beginnen met bijvoorbeeld andijvie of witlof. In het voorjaar doe je weer hetzelfde, maar dan andersom. Je kunt omstreeks februari/maart beginnen met het aanbieden van een handje geplukte grassen en kruiden en dit steeds een beetje opbouwen tot je genoeg weide kunt plukken en de bladgroenten weg kunt laten. Het wordt vaak afgeraden om jong voorjaarsgras te voeren omdat dit zou leiden tot spijsverteringsstoornissen. Jong voorjaarsgras bevat relatief veel eiwit, en dat is logisch, want jonge planten (ook jong geoogste bladgroenten) bevatten meer eiwitten en minder celwanden. Wanneer konijnen en cavia’s plots meer eiwit binnen krijgen dan normaal, lukt het niet om deze op tijd te verteren en komt het in de blinde darm terecht. Dit probleem doet is alleen voor als je van de ene op de andere dag heel veel zou voeren. Begin je al vroeg in het voorjaar met het aanbieden van kleine beetjes grassen en wilde kruiden, dan is dit geen probleem. Overstappen naar een natuurlijk dieet Wanneer je konijnen of cavia’s nauwelijks groenvoer gewend zijn (en voornamelijk een dieet kennen van veel hooi met wat brokjes) maar je wil ze graag een natuurlijk dieet gaan aanbieden, is het belangrijk om dit heel rustig aan te pakken. Er is namelijk een kans dat je konijn of cavia extra gevoelig kan reageren op vers groenvoer omdat de spijsvertering lange tijd uit balans is en de darmflora verstoort is. Om de spijsvertering te ondersteunen, adviseer ik om bijvoorbeeld onderstaande gedroogde kruiden aan te bieden om de spijsvertering te ondersteunen:
Een stappenplan Hoelang je over de omschakeling moet doen en met welke type bladgroenten of weide je moet beginnen, hangt echt helemaal af van het individuele konijn en cavia. Als je al wat ervaren bent dan weet je al wel welke bladgroenten of weide geschikt is om mee te starten en met welke hoeveelheden je kunt beginnen. Sommige eigenaren zetten zelfs hun cavia of konijn abrupt over zonder problemen: maar dit raad ik alleen aan om te doen als je ervaring hebt. Begin op dag één met 1-2 soorten bladgroenten, bijvoorbeeld andijvie en witlof en biedt hier, afhankelijk van de situatie, enkele blaadjes van aan. Zorg dat er altijd hooi aanwezig is (onbeperkt) en dat ze nog de oude hoeveelheid brokjes of pellets hebben. Houdt dit tot 3 dagen vol en kijk of je konijnen of cavia’s hier goed op reageren. Als ze normale keutels hebben, dan kun je de hoeveelheid gaan verhogen en nog een soort bijgeven. Dit houdt je dan ook weer enkele dagen vol en observeer je hun ontlasting. Wanneer het goed blijft gaan, kun je de hoeveelheid steeds meer verhogen en soorten blijven toevoegen. De brokken kun je vanaf dag 1 al verminderen door steeds een kwart minder te geven. Intussen kun je al een schaaltje gedroogde kruiden aanbieden om de spijsvertering te ondersteunen en de darmflora te laten herstellen. Wil je je in plaats van bladgroenten juist weide gaan aanbieden, dan kun je beginnen met grassen, smalle weegbree en paardenbloemblad: dat zijn ideale starterskruiden (en hoef je dan ook niet gedroogd aan te bieden). In principe heeft de spijsvertering van cavia’s en konijnen ongeveer 3 tot 4 weken nodig om zich aan te passen. Sommigen kunnen iets langer de tijd nodig hebben, afhankelijk van hun gezondheid en welk dieet ze hiervoor hebben gehad en hoe lang. Zorg ervoor dat je hun gedrag en ontlasting blijft controleren zodat je tijdig kunt handelen en eventueel een stap terug kunt doen. Een nieuweling erbij Wanneer je eigen konijn(en) of cavia(‘s) al gewend zijn aan een (volledig) natuurlijk dieet, wat doe je dan als er een nieuw konijn of cavia bij komt die dit dieet niet kent? In zulke gevallen pas ik beide diëten aan en kijk ik even hoe de nieuweling reageert. Als de nieuweling echt moeite heeft met een natuurlijk dieet of bekend is met een gevoelige spijsvertering, dan zit er niets anders op dan alle dieren minder groenvoer aan te bieden. In mijn ervaring is dit vaak niet nodig en lukt het om binnen enkele dagen al goed te laten wennen aan enkele soorten bladgroenten of weide en kan ik deze al snel onbeperkt aanbieden.
Muizen zijn van nature zadeneters en bestaat uit een diversiteit van granen en verschillende soorten zaden. Het dieet vullen ze nog verder aan met insecten, kruiden en bladeren. Het is van belang om zo’n soortgelijk dieet aan te bieden, niet alleen om ze van alle voedingsstoffen te kunnen voorzien, maar ook om te zorgen dat ze hun natuurlijk gedrag ‘foerageren’ kunnen. Foerageren is om die reden één van de belangrijke basisbehoeften van muizen en moeten daarin worden voorzien. Dat is alleen mogelijk als ze voeding aangeboden krijgen die zo veel mogelijk in de buurt komt van hun natuurlijk dieet. Bewerkte voeding zoals gemengd voer, pellets of brokken zijn ongeschikt: ze belemmeren de mogelijkheid tot foerageren, bevatten belastende ingrediënten en vaak een overdaad aan toegevoegde (synthetische) vitaminen die kunnen leiden tot hypervitaminose. Dit risico loop je niet wanneer er een natuurlijk dieet wordt aangeboden. In deze blog leg ik uit hoe je een zo natuurlijk mogelijk dieet kunt aanbieden en zodoende je muizen kunt voorzien van hun basisbehoeften. Basisvoeding: een natuurlijke zadenmix Tegenwoordig zijn er (gelukkig!) diverse natuurlijke zadenmixen te vinden en zijn vooral te vinden bij knaagdierwebshops. Een goede zadenmix bevat een grote diversiteit aan zaden (liefst zo’n 20-30 soorten) en bevat meelhoudende, oliehoudende en aromatische zaden. Deze zadenmixen zijn ook nog aangevuld met gedroogde insecten, kruiden en groenten. Dit zorgt ervoor dat je muizen een goed gevarieerde voeding hebben en zodoende de voeding kunnen selecteren die zij op dat moment nodig hebben. Het is van belang dat de voeding altijd aanwezig is. De stofwisseling van muizen werkt erg snel waardoor ze relatief veel moeten eten. Een muis eet ongeveer 25-30% van zijn lichaamsgewicht per dag. Een muis van bijvoorbeeld 40 gram eet ongeveer 12 gram per dag. De voedingsbehoefte verschilt per muis, daarom is het belangrijk om de voeding onbeperkt aan te bieden. Er zijn diverse merken natuurlijke mixen te vinden. Om na te gaan of deze geschikt is, is het van belang om de ingrediëntenlijst na te lopen. Dit geeft je alle informatie die je nodig hebt. Aan de hand van de zadenlijst kun je terug vinden onder welke type de zaden vallen en of het gevarieerd genoeg is (de combinatie van meelhoudende, oliehoudende en aromatische zaden). Ga daarnaast na of deze mix ook gedroogde insecten, groenten en kruiden bevat. Let er ook even op of er nog toevoegingen zijn: dit wil je juist liever niet, toevoegingen kunnen schadelijk zijn! Het is ook mogelijk om een eigen zadenmix te maken. Het voordeel is dat je de voeding dan specifiek kunt afstemmen op de voedingsbehoeften van de desbetreffende muizen. Een nadeel is dat je precies moet weten welke zaden je nodig hebt en omdat het om veel soorten zaden gaat, heb je dus ook een flinke opslagruimte nodig. Recepten voor muizenvoeding kun je HIER vinden. Mijn muizen krijgen de basisvoermix van Futterparadies. Het is een Duitse webshop, maar ze verzenden naar o.a. Nederland! Ik bestel hier vooral omdat ik zeer tevreden ben met de kwaliteit van hun voermixen en omdat ze grootverpakkingen oogst verkopen. Dat is voordelig, zeker als je muizen houdt en/of grote of meerdere groepen hebt. Aanvullende voeding Naast de basisvoeding, is het van belang om het dieet van je muizen nog verder te voorzien van aanvullende voeding Verse voeding muizen zijn dol op verse voeding! Denk aan verse bladgroenten, keukenkruiden, eetbare wilde kruiden, grassen en takken met bladeren. Het levert extra voedingsstoffen en fytonutriënten en daarbij prikkelt het hun zintuigen. Een uitgebreide lijst van eetbare verse voeding vind je HIER. Je kunt enkele dagen per week tot elke dag een klein portie groenvoer aanbieden. Wat de volgende dag nog ligt haal je weer weg om te voorkomen dat het gaat schimmelen. Als je muizen geen groenvoer gewend zijn, bouw je dit rustig op. Gedroogde kruiden Het is zinvol om dagelijks gedroogde kruiden aan te bieden die van goede kwaliteit zijn (liefst biologische!). Wilde kruiden bevatten een tal van gezonde fytonutriënten (en ook voedingsstoffen zoals mineralen en sporenelementen) en zeker in geval van muizen van belang om dagelijks aan te bieden om ziektes zo veel mogelijk te voorkomen en hun zelf genezend vermogen te stimuleren. Biedt vooral voedende kruiden aan en geen (sterke) geneeskrachtige kruiden. Voorbeelden van gezonde, voedende kruiden zijn:
NB. Als je verse kruiden wil gaan geven, let er dan op dat deze kruiden fris en groen uit zien en fris ruiken! Het mogen geen zieke planten zijn of planten waar schimmels in zitten. Uitgebreide informatie over plukken van wilde kruiden vind je HIER. Takken en bladeren Muizen zijn dol op takken en bladeren! Niet alleen om er van te kunnen eten, ik merk dat ze het ook graag gebruiken als nestmateriaal en graag in klimmen. Je kunt je muizen wekelijks voorzien van een portie verse, eetbare takken met bladeren. Geschikte eetbare takken zijn bijvoorbeeld: els, linde, wilg, meidoorn (verwijder de stekels!), (welke nog meer). NB. Let er altijd op dat de takken en bladeren fris en groen er uit zien, er mogen geen ziektes of schimmels in zitten! Noten en pitten Je kunt het dieet nog verder aanvullen met een paar noten of pitten. Dit is eerder een lekkernij omdat ze vrij vet zijn (let dus vooral op muizen die gevoelig zijn voor overgewicht!). Geschikte noten en pitten zijn bijvoorbeeld walnoten, macadamia, hazelnoten, zonnebloempitten, pinda's, pijnboompitten en pecannoten. Oogst Oogst zijn uitgebloeide planten waar zaden aan zijn gevormd en gedroogd zijn. Bijvoorbeeld vlas met bolletjes waar de lijnzaden in zitten of gierst. Dit is een ideale aanvullende voeding om het foerageren extra te stimuleren. Muizen vinden het geweldig om in de oogst te klimmen en de zaden te verzamelen. Het geeft extra uitdaging omdat ze er wat meer moeite voor moeten doen. Geschikte oogst vind je o.a. HIER (link naar oogst) Ongeschikte voeding Eerder gaf ik al aan dat je voeding zoals gemengd voer, brokken of pellets beter kunt vermijden. Deze worden over het algemeen juist wel geadviseerd, met name de ‘alles in één’ brok of pellet, omdat dit selectief eetgedrag voorkomt en muizen geen tekorten aan voedingsstoffen oplopen. Dit klopt echter niet: brokken en pellets bevatten maar een enkele voedingsstoffen, vaak ook nog eens in een te hoge dosering en zeker bij langdurig gebruik kan leiden tot diverse gezondheidsklachten (denk aan hypervitaminose). Dit type voeding bevat ook voornamelijk goedkope grondstoffen en afval van de voedingsindustrie. Veel ingrediënten zijn ook niet gespecificeerd waardoor je niet helemaal weet wat je precies aan je muizen voert. Uitgebreide uitleg over de ingrediënten en hoe je dit leert begrijpen, vind je HIER. Andere ongeschikte voeding zijn bijvoorbeeld knaagstenen, knaagdierbrood, knaagsticks waar bijvoorbeeld ongezonde ingrediënten inzitten (suiker, melasse, honing, plantaardige bijproducten), yoghurtdrops, fruitcups, zoutblokken, enzovoorts. Deze ongezonde en ongeschikte voeding kunnen leiden tot gezondheidsklachten en omdat muizen al een gevoelige gezondheid hebben, raad ik het echt af om deze voeding aan te bieden. Er zijn veel gezondere snacks die je kunt aanbieden (zoals hierboven genoemd de noten en pitten, oogst, gedroogde en verse kruiden). Water Muizen hebben dagelijks vers, schoon drinkwater nodig. Deze bied je aan via een schaaltje en moet dagelijks worden ververst. Het waterschaaltje moet ook met regelmaat worden schoongemaakt. Er wordt vaak de voorkeur aangegeven aan drinkflessen om te voorkomen dat muizen hun schaaltje water vol met bodembedekking gooien. Ik raad echter de drinkflessen juist af, ze moeten vaak te veel moeite doen om er een druppel water uit te krijgen en er is een risico op blokkade waardoor er geen water meer uit komt. Ook is het lastig om de drinkflessen goed schoon te maken, met name het ‘rode gedeelte’ (zie foto). Om een schaaltje water zo schoon mogelijk te houden, plaats je deze niet op de bodembedekking maar op een plateau of op hun basishuis.
|
AuteurMijn naam is Elisabeth. Hier vind je al mijn informatieve blogs over natuurlijke voeding, huisvesting, zorg en meer voor konijnen en knaagdieren! Archieven
Mei 2024
|
Volg Mini Natuur op:
Facebookpagina Mini Natuur Instagram @mininatuur TikTok @mininatuur Meepraten over natuurlijke stijl? Dat kan op: Facebookgroep 'Konijnen & Cavia's Natuurlijke Stijl' (ook voor chinchilla's en degoes) Facebookgroep 'Natuurlijke stijl voor kleine knaagdieren' |
© 2019-2024 Mini Natuur
Alle teksten zijn door mijzelf beschreven tenzij anders vermeld of door middel van een citaat. Ook de foto's zijn door mijzelf gemaakt. Ik gebruik tevens foto's van derden waar ik uitsluitend toestemming heb gekregen om deze voor mijn website te gebruiken. Teksten en foto's mogen niet worden gebruikt zonder toestemming! Mocht je mijn foto's (of van derden) en tekst ergens anders tegen komen, dan graag direct vermelden aan mininatuur@gmail.com |