Er zijn verschillende plekken waar je een hamster kunt aanschaffen. In deze blog leg ik uit waar dat kan en waar je rekening mee kunt houden. 

​De meeste hamsters die je in de dierenwinkel kan kopen, zijn afkomstig van de broodfok en dierenhandel. Een broodfokker is iemand die veelvuldig dieren fokt en (zeer) weinig oog heeft voor een goede gezondheid en het welzijn van dieren. Meestal zitten dieren in kleine hokken of kooien, krijgen zij weinig tot geen medische hulp, worden dieren aan de lopende band ingezet om nakomelingen te produceren, enzovoorts. Dit is allemaal nodig om geld te kunnen verdienen aan deze dieren. Vaak worden deze dieren zwaar verwaarloosd en mishandeld. bij het kopen van dieren van een dierenwinkel houd je indirect de broodfok en dierenhandel in stand. ​

Er zijn allerlei speciale dierenopvangcentra die hamsters opvangen. Sommigen vangen specifiek hamsters op. Helaas zijn deze nodig, want er worden nog veelvuldig hamsters afgedankt, gedumpt of afgestaan aan de opvang. Er is een aantal voordelen aan het adopteren van een hamster uit de opvang.

Voor elk hamstertje dat je adopteert, is er weer een plek vrij om een ander hamstertje te redden en op te vangen. En dat is nodig, want opvangen zitten vaak vol. Bepaalde periodes van het jaar (b.v. na kerst of zomervakantie) zijn het drukst omdat in deze perioden de meeste hamsters worden gedumpt. Wanneer je een hamster adopteert en een goed thuis biedt, krijgt de opvang weer wat meer ademruimte.
​
Een goede opvang biedt begeleiding en helpt je bij het kiezen van een hamster die bij je past. Ze staan klaar om je vragen te beantwoorden. Ze vragen vooraf waar de hamster terecht komt, om na te gaan of de huisvesting en zorg wel is aangepast op de hamster. 

Fokhamsters zijn niet anders dan huisdierhamsters, ze hebben allemaal dezelfde basisbehoeften. Daarom is het belangrijk om te achterhalen of de fokker rekening houdt met het welzijn van zijn of haar 'fokhamsters'. Dit betekent dat:

• Jonge hamsters op de juiste leeftijd verhuizen
• De hamsters ruim worden gehuisvest, waarbij ze in staat worden gesteld om natuurlijk gedrag te uiten;
• De hamsters gezonde voeding krijgen (passend bij hun natuurlijk dieet)
• De fokker niet te veel nestjes of verschillende rassen fokt. Meer hamsters kosten meer geld, meer ruimte, enzovoorts: de kwaliteit moet wel kunnen worden gewaarborgd. Een kleinschalige fokker is beter in staat om het welzijn te waarborgen, dan iemand die op grote schaal fokt.

Om te weten of een fokker rekening houdt met het welzijn van zijn hamsters, kun je ook vooraf op bezoek gaan. Op die manier kun je direct zien hoe de hamsters gehouden worden. Let bijvoorbeeld op het volgende:

• de verblijven zijn schoon en netjes
• de ruimte stinkt niet naar urine of andere nare geuren
• de verblijven voldoen aan de minimale afmetingen
• de waterbakjes en voerbakjes zijn schoon
• zien de hamsters er gezond uit? Dat wil zeggen:
• de vacht ziet er gezond uit, er zijn geen afwijkingen te zien
• de ogen zijn gezond en helder
• de nagels zijn kort en schoon
• de hamsters gedragen zich normaal (niet lusteloos, bang of angstig)
• de hamsters worden zorgvuldig gehanteerd

Het is ook mogelijk om een hamster over te kopen (of te ‘redden’) die op b.v. marktplaats wordt aangeboden. Hier zitten wel wat risico’s aan verbonden:

• Soms is niet van te voren duidelijk om wat voor geslacht het gaat
• Een hamster kan zwanger zijn zonder dat dit vooraf bekend is
• De hamster kan ziek zijn of gedragsproblemen hebben
• Achtergrondinformatie is niet altijd duidelijk of helder
• Het kan soms gaan om (brood)fokkers, check daarom of er meerdere advertenties aanwezig zijn
• enzovoorts…

Het ‘redden’ van hamsters via dit soort verkoopsites vereist ervaring en kennis. Bezit je deze niet of onvoldoende, dan kun je beter een hamster adopteren bij een opvang. 

​De meest gangbare dierenwinkels en -webshops verkopen vaak traliekooien voor konijnen. Deze worden verkocht als een echt konijnenverblijf, waardoor men denkt dat je je konijn (of zelfs meer…) permanent in kunt houden. Het is ook een beetje het standaard gedachtegoed als men denkt aan een konijn: een konijn, in een kooi. Zo’n kooi heeft echter niets te maken met het welzijn van konijnen, het maakt het voor konijnen onmogelijk om daar een fijn en gelukkig leven in te kunnen hebben. In deze blog zet ik uiteen welke gevolgen zo’n kooi heeft op een konijnenleven. 

Elk konijn heeft dezelfde basisinstincten en voelt nog steeds de drang om deze uit te willen voeren. Het is van belang dat een konijn deze instincten kan uiten, want zo wordt het welzijn verbeterd:

• Konijnen hebben een sterke drang om te graven. Wilde konijnen leven in burchten (konijnenholen) die ze (deels) zelf graven. Ook onze tamme konijnen hebben deze behoefte, dus een graafbox moet ten alle tijden worden aangeboden om ze in deze behoefte te voorzien.
• Konijnen zijn op verschillende momenten van de dag actief, met de piek in de schemermomenten. Op deze actieve momenten voelen konijnen de drang om actief te zijn: foerageren, op onderzoek uit gaan, springen, rennen, sprongetjes maken, enzovoorts. Al deze gedragingen zijn onmogelijk om uit te voeren in een kleine kooi.
• Konijnen zijn sociale dieren, daarom is het van belang dat konijnen altijd met minstens 2 wordt gehouden. Echter, in zo’n kleine kooi, is de kans op ruzie groot: konijnen hebben ook de ruimte nodig om elkaar uit de weg te gaan of zich terug kunnen te trekken. Dat kan niet in zo’n klein verblijf. Als je dit ook nog combineert met het niet kunnen ontladen van hun energie, kan dit al snel leiden tot frustratie wat ze op elkaar kunnen gaan ‘botvieren’ – met alle gevolgen van dien!
• Konijnen onderzoeken graag de omgeving en zijn erg nieuwsgierig. Een uitdagende inrichting is voor hen belangrijk om ze zowel lichamelijk als mentaal te stimuleren. In een kleine kooi is de ruimte dusdanig beperkt dat deze mentale en lichamelijke uitdaging niet aangeboden kan worden. Er is hooguit plek voor een huisje of een hooiruif – meer past er simpelweg niet in. 

​Een te kleine kooi geeft een konijn weinig motivatie om veelvuldig te bewegen. Gebrek aan beweging kan hierdoor leiden tot spijsverteringsstoornissen. De spijsvertering wordt o.a. in beweging gehouden doordat het konijn beweegt. Als een konijn dus te veel stil zit, wordt de spijsvertering niet voldoende gestimuleerd. Spijsverteringsproblemen zijn diarree, plakpoep, urineproblemen, enzovoorts.
Doordat een konijn te weinig kan bewegen, is er een grotere kans op overgewicht. Overgewicht kan ertoe leiden dat een konijn niet meer goed de blindedarmkeutels kan opnemen en deze juist laat liggen. De blindedarmkeutels zijn essentieel voor het lichaam omdat deze zeer belangrijke voedingsstoffen bevatten. Het niet eten van de blindedarmkeutels betekent dat het konijn bijna 50% minder voedingsstoffen binnen krijgt. 

​Deze problemen kun je voorkomen door je konijnen de juiste vorm van huisvesting aan te bieden.
Dit is mogelijk met een verblijf van minstens 6 m2 (voor 2 konijnen!), bijvoorbeeld 2 x 3 meter. Het is wel van belang dat je konijn dan nog dagelijks meerdere uren achtereen kan los lopen om nog flink te kunnen rennen. Als deze mogelijkheid er niet is, dan is het belangrijk dat de huisvesting nóg groter is, minstens 10 m2. De inrichting moet aangepast worden op het natuurlijk gedrag van konijnen.