Ik krijg geregeld de vraag of er gezonde alternatieven zijn voor brokken of pellets. Oftewel: een complete voeding zonder brokken of pellets, maar die wel ‘compleet’ zijn. Ik begrijp dat men op zoek gaat naar alternatieven, alleen zijn deze alternatieven niet per se gezond of noodzakelijk: konijnen en cavia’s blijven herbivoren en voeden zich vooral met planten. Desalniettemin begrijp ik dat er een behoefte is om een soort complete voeding te willen geven, al is het maar voor het gevoel dat je ‘iets’ geeft en een gevoel van veiligheid biedt. De brok of pelletvoeding heeft een enorme impact (gehad) op ons gevoel van veiligheid, en dat zonder een brok of pellet, je konijnen of cavia’s tekorten zullen oplopen. En soms kan het helpen om de pellet of brok te vervangen met een pelletvrije mix en over te stappen naar een geheel natuurlijk dieet van vers groenvoer. Er kunnen ook andere redenen zijn waardoor je liever kiest voor een alternatief, omdat je bijvoorbeeld erg veel cavia’s of konijnen hebt (bijvoorbeeld een opvang)en zeer groepen moet voeden en niet lukt met een compleet vers dieet. Dan kan het een uitkomst zijn om de voeding aan te vullen met een ‘complete mix’ om zo de variatie te vergroten, want enkel hooi is ook niet voldoende. Het is wel belangrijk om rekening te houden met de schadelijkheid van dergelijke mixen: ze kunnen nog steeds een negatieve impact hebben op het gebit, darmen en bijvoorbeeld de blaas. Heb je een konijn of cavia met blaasgruis of -stenen, dan is het niet raadzaam om (veel) droge voeding aan te bieden en is het echt van belang een vochtrijk dieet aan te bieden. Maar ook cavia’s en konijnen die bijvoorbeeld gebitsproblemen hebben of bekend zijn met gevoelige darmen, hebben meer baat bij een vers dieet. Hieronder bespreek ik enkele voorbeelden van ‘complete mixen’ die je ter aanvulling aan kunt bieden of in plaats van brokken of pellets kunt voeren. Zelf gedroogde kruiden mixenMijn voorkeur zou uit gaan naar het zelf mixen met gedroogde kruiden. Het voordeel is dat je zelf de controle behoudt over de ingrediënten en zelf kiest welke kruiden je aanbiedt. Dit maakt het ook mogelijk dat je de kruiden kunt aanpassen naar behoefte, want voedingsbehoefte kan per konijn of cavia weer verschillen en kan zelfs per seizoen verschillen. Dit zijn naar mijn mening de belangrijkste, voedzame kruiden voor cavia’s en konijnen:
ZadenmixNaast een gedroogde kruiden mix, kun je ook een zadenmix aanbieden. Zaden kun je onderverdelen in drie soorten: meelhoudende zaden, oliehoudende zaden en aromatische zaden. Meelhoudende zaden hebben een hoog zetmeelgehalte (bijvoorbeeld graanachtigen) en moet daardoor altijd voorzichtig worden aangeboden en worden opgebouwd. Cavia’s en konijnen met een gevoelige spijsvertering kunnen sterk reageren op meelhoudende zaden en kun je dan beter vermijden. Oliehoudende zaden daarentegen zijn juist erg geschikt voor cavia's met spijsverteringsproblemen. Er zijn ook aromatische zaden zoals venkel en anijs en hebben een wat sterkere smaak. Omdat zaden van zichzelf behoorlijk energierijk zijn, mag dit maar zeer beperkt worden gevoerd: niet meer dan een halve theelepel per dag (of om de dag een hele theelepel). Vanwege hun hoge energiegehalte, raad ik het af om zaden te voeren aan konijnen of cavia’s die al kampen met overgewicht of door zaden snel aankomen. Het is ook om deze reden dat zaden vooral worden gevoerd aan konijnen of cavia’s die moeite hebben om op gewicht te blijven of aan moeten komen (en b.v. zijn afgevallen door ziekte). Let op: als je konijn of cavia afvalt, is het altijd van belang om te achterhalen wat hier de reden van is, er kan sprake zijn van een onderliggende ziekte! Je kan in deze LIJST terug vinden welke zaden eetbaar zijn. Er zijn kant-en-klare zadenmixen te vinden, maar je kunt ook zelf zaden mixen en aanpassen op de behoefte van je konijnen of cavia’s. Standaard mixenWil je niet zelf gaan mengen, dan kun je kijken naar standaard mixen: dit zijn mixen die al voorgemixt zijn en eventueel vitaminen en mineralen aan toe zijn gevoegd (denk aan vitamine D, de JR Farm Grainless Herbs bevat bijvoorbeeld toegevoegde vitamine D). Het nadeel van deze mixen is dat ze wel deels belastende ingrediënten kunnen bevatten, zoals johannesbrood, mais, havervlokken of erwtenvlokken. Je kan deze ingrediënten eventueel handmatig verwijderen (dat is dan het enige voordeel van ‘onbewerkte mixen’, ze zijn niet tot pulp vermalen zoals bij brokjes en pellets).
Wanneer je kiest voor standaard mixen, is het verstandig om de ingrediëntenlijst en toevoegingen door te nemen. Aan de hand van deze informatie kun je zelf bepalen of je de voeding zou willen geven of beter laat staan. Uitgebreide informatie over ingrediëntenlijsten en toevoegingen, kun je HIER vinden. Er zijn een aantal mixen die je zou kunnen voeren, zoals de JR Farm Grainless Herbs, grünhopper of bepaalde mixen van Agrobs. Wil je weten wat de voor- en nadelen zijn per soort, dan kun je hier terecht: Voor konijnen: https://kaninchenwiese.de/ernaehrung/futtermittel/trockenfutter/kaninchenfutter-vergleich/ Voor cavia’s: https://meerschweinchenwiese.de/ernaehrung/futtermittel/meerschweinchenfutter-sackfutter-vergleich De pagina’s zijn in het Duits, maar tegenwoordig kun je via je webbrowser (zoals google Chrome) de pagina laten vertalen naar het Nederlands. Heb je specifieke vragen over deze mixen, stuur gerust een bericht: dit kan via facebook, instagram, TikTok of door een mailtje te sturen of het contactformulier in te vullen.
0 Comments
Cavia’s zijn echte graseters, en aangezien hooi wordt gezien als vervanging van verse grassen, wordt hooi gezien als het hoofdvoer voor cavia’s. Op zich klinkt dat logisch, want hooi is de gedroogde vorm van gras, dus dat zou dan geschikt moeten zijn. Toch heeft hooi een hele andere impact op hun fysiologie dan vers gras en zijn er meerdere redenen waarom hooi niet kan functioneren als hoofdvoeding. Hooi en ruw vezel Hooi wordt vooral gezien als belangrijke bron van ruw vezel (de cellulose en hemi-cellulose). Deze voedingscomponenten zijn belangrijk voor de spijsvertering, om onder andere te zorgen dat de spijsvertering aan het werk blijft (want stilliggende darmen zijn gevaarlijk voor cavia’s) en om de blinde darm te ‘voeden’. Meer uitgebreide informatie over de spijsvertering vind je HIER. Maar ruw vezel vind je niet enkel in hooi! Ruw vezel zit in alle verse grassen, wilde kruiden en bladgroenten. Vooral grassen en wilde kruiden bestaan van nature voor ongeveer de helft uit celwanden. Het is wel afhankelijk van de leeftijd van de planten, want hoe jonger de grassen en planten zijn, hoe minder celwanden ze bevatten. Dit is ook één van de redenen dat jong of voorjaarsgras relatief minder celwanden bevatten en voor problemen in de spijsvertering kan zorgen. Dit geldt ook voor bladgroenten die relatief jong worden geoogst, zij bevatten minder celwanden en meer eiwitten. Daarom dat hooi wel een onmisbaar onderdeel is van een bladgroenten-dieet. Kun je je cavia’s (onbeperkt!) voorzien van verse grassen en wilde kruiden (weide), dan is hooi zelfs niet meer noodzakelijk en zou je het geheel weg kunnen laten. In mijn ervaring kiezen cavia’s het liefst voor verse grassen dan voor hooi. Hooi en gebitslijtage Hooi wordt met name gevoerd om te voorkomen dat er gebitsproblemen ontstaan. De tanden en kiezen van cavia’s groeien constant door, ze moeten daarom veel eten om te zorgen dat de kiezen en tanden ook continu slijten – er moet een balans zijn tussen groei en slijtage. Slijten de tanden en kiezen minder goed, dan groeien de tanden en kiezen door met als gevolg dat er haken op de kiezen gaan ontstaan of tanden doorgroeien (de ‘olifantstanden’). Het gaat alleen niet enkel om slijtage, maar ook om de juiste vorm van slijtage. Het gebitsmechanisme van cavia’s werkt op een specifieke manier en is voornamelijk bedoelt om verse planten te vermalen. Hooi is niet hetzelfde als verse grassen, door het drogingsproces verandert de structuur en is het een stuk taaier. Cavia’s moeten daardoor vaak tot twee keer langer malen op hooi dan op vers gras. Dit betekent dat het gebit langdurig wordt overbelast en de kieswortels te veel druk moeten opvangen. Dit is één van de redenen waarom hooi niet geschikt is als hoofdvoeding. Meer uitgebreide informatie over het gebitsmechanisme vind je HIER. Hooi is te droog Cavia’s eten van nature vooral vochtrijke voeding: grassen, wilde kruiden en bladgroenten bestaan voor 75-90% uit vocht terwijl hooi nog maar voor 10% uit vocht bestaat. Het hele lichaam van de cavia is dan ook afgestemd op het verteren van vochtrijke voeding. Zo hebben ze een speciaal calciummetabolisme: ze nemen alle calcium op wat via voeding binnen komt. Deze grote hoeveelheden calcium hebben ze o.a. nodig voor het behouden van gezonde tanden en kiezen, aangezien deze constant doorgroeien. Overtollig calcium wordt gemakkelijk uit het lichaam gefilterd via de nieren naar de blaas en door het hoge vochtgehalte, wordt het gemakkelijk uit geplast. Dit betekent dat als ze te weinig vocht binnen krijgen, de nieren en de blaas ook niet meer goed kunnen filteren en uitscheiden. Zo hoopt calcium makkelijk op in de nieren en de blaas en ontstaan er uiteindelijk gruis of stenen in de blaas en nieren. Een ander gevolg van te droge voeding is de impact ervan op de spijsvertering. De spijsvertering is aangepast op vochtrijke voeding en zorgt voor een goede doorstroming van de spijs. Te droge voeding vertraagt de doorstroming van de spijsvertering, waardoor de spijs te lang in de spijsvertering blijft hangen en kan leiden tot gasvorming en verstopping. Andere gevolgen van hooi als hoofdvoer Er zijn meerdere redenen waarom hooi niet kan dienen als hoofdvoeding en juist kan leiden tot diverse gezondheidsproblemen. Het is niet enkel het bovengenoemde, er zijn er nog meer:
En de oorsprong van cavia's? Een andere reden waarom hooi wordt gezien als hoofdvoer zou zijn omdat de wilde voorouder van de cavia uit een droge vegetatie van het Andesgebergte komt. Daar zouden vooral verdroogde grassen en kruiden te vinden zijn, hooi lijkt daar het meest op (het is immers verdroogd gras). Maar als je verder kijkt naar de oorsprong van de huiscavia, dan blijkt dat ze dezelfde voorouder delen met de wilde Tschudii cavia. Zij komen uit een meer tropisch gebied waar juist een vochtrijke vegetatie te vinden is. Er zijn drogere gebieden in het Andesgebergte, zoals waar degoes en chinchilla’s voorkomen: maar ook daar is grotendeels van het jaar een groene, vochtrijke vegetatie te vinden. Dat cavia’s zich dus vooral zouden voeden met verdroogde grassen, klopt daarom niet. Welke plek neemt hooi in het dieet? Is het dan de bedoeling om helemaal géén hooi meer te voeren? Nee, dat ook niet per se. Het gaat vooral om de plek die het hooi inneemt in het dieet. Het functioneert niet goed als hoofdvoer, maar is een prima aanvulling op onbeperkt weide of bladgroenten. Wanneer je onbeperkt weide kunt voeren, zou je hooi in het geheel weg kunnen laten (dat hoeft niet per se). Voer je vooral bladgroenten, dan adviseer ik wel om hooi ter aanvulling onbeperkt aan te bieden, vooral omdat bladgroenten kwalitatief van mindere kwaliteit zijn t.o.v. weide en omdat cavia’s wel echt grote graseters zijn. Het belangrijkste is dat ze altijd de keuze krijgen om zowel vers als hooi te kunnen eten en niet gedwongen worden om enkel hooi te eten. Welk hooi is geschikt? Er zijn ongelooflijk veel soorten hooi te vinden en elk soort verschilt weer in kwaliteit. Het kan dus wel nog uitmaken welk soort hooi je geeft en in hoeverre ze deze willen eten. Het hangt allemaal af van de type grassen, de tijd waarop het gemaaid is, hoe lang het gedroogd heeft en op welke manier, enzovoorts. Hooi blijft nog altijd een natuurproduct waardoor de kwaliteit sterk van verschillen. Je kan bij wijze van de ene maand een pak hooi kopen van een bepaald merk en een maand later weer – en dan heb je heel ander hooi.
Zo heb je bijvoorbeeld de 1e snede, 2e snede, 3e snede enzovoorts. De eerste snede is bijvoorbeeld de eerste keer dat het gemaaid is, dus de eerste opbrengst. Daarna krijg je de 2e snede, 3e snede, enzovoorts. De tweede snede zou rijker zijn aan kruiden en voedingsstoffen, hoewel ik er verschillende informatie over lees. Dan heb je nog verschillende soorten grassen die in hooi kan zitten. Zo heb je b.v. graszaadhooi, dat zijn vooral lange, uitgebloeide grassen – dit soort hooi wordt vaak gebruikt voor paarden die hooi laag in suiker nodig hebben. Het zijn dikke lange stengels, vaak meer gelig dan groen. Je hebt ook nog bergweidehooi, kruidenhooi, enz. Hoe je uiteindelijk bepaald of het hooi geschikt is? Dat hangt af van de behoeften van je cavia’s en welke type grassen en kruiden gedroogd zijn en in welke levensfase de planten zitten en welk tijd van het jaar het geoogst of gedroogd is. In ieder geval moet hooi aan deze eisen voldoen:
Hooi wordt nog vaak gezien als het belangrijkste voedsel voor konijnen. Hun dieet zou zelfs voor 80% uit hooi moeten bestaan. Er zijn meerdere redenen waarom hooi als zo gezond en belangrijk wordt gezien, o.a. omdat hooi veel ruw vezel bevat (deze zijn belangrijk voor de spijsvertering) en om slijtage aan het gebit te stimuleren. Een ander bijkomend voordeel is dat hooi makkelijk is voor de eigenaar: het is lang houdbaar en makkelijk te verkrijgen. Konijnen hebben inderdaad veel ruw vezel nodig en hun gebit moet slijten tijdens het eten, alleen is hooi niet de juiste keuze: Hooi en ruw vezel Hooi wordt vooral gezien als belangrijke voeding omdat het veel ruw vezel bevat. Met ruw vezel wordt bedoeld: cellulose en hemi-cellulose (de celwanden in planten). Deze voedingscomponenten zijn belangrijk voor de spijsvertering, om onder andere te zorgen dat de spijsvertering aan het werk blijft (want stilliggende darmen zijn gevaarlijk voor konijnen) en om de blinde darm te ‘voeden’. Meer uitgebreide informatie over de spijsvertering vind je HIER. Maar ruw vezel vind je niet enkel in hooi! Ruw vezel zit in alle verse grassen, wilde kruiden en bladgroenten. Vooral grassen en wilde kruiden bestaan van nature voor ongeveer de helft uit celwanden. Het is wel afhankelijk van de leeftijd van de planten, want hoe jonger de grassen en planten zijn, hoe minder celwanden ze bevatten. Dit is ook één van de redenen dat jong of voorjaarsgras relatief minder celwanden bevatten en voor problemen in de spijsvertering kan zorgen. Dit geldt ook voor bladgroenten die relatief jong worden geoogst, zij bevatten minder celwanden en meer eiwitten. Daarom dat hooi wel een onmisbaar onderdeel is van een bladgroenten-dieet. Kun je je konijnen (onbeperkt) voorzien van verse grassen en wilde kruiden (weide), dan is hooi zelfs niet meer noodzakelijk en zou je het geheel weg kunnen laten. Hooi en gebitslijtage Hooi wordt met name gevoerd om te voorkomen dat er gebitsproblemen ontstaan. De tanden en kiezen van konijnen groeien constant door, ze moeten daarom veel eten om te zorgen dat de kiezen en tanden ook continu slijten – er moet een balans zijn tussen groei en slijtage. Slijten de tanden en kiezen minder goed, dan groeien de tanden en kiezen door met als gevolg dat er haken op de kiezen gaan ontstaan of tanden doorgroeien (de ‘olifantstanden’). Het gaat alleen niet enkel om slijtage, maar ook om de juiste vorm van slijtage. Het gebitsmechanisme van konijnen werkt op een specifieke manier en is voornamelijk bedoelt om verse planten te vermalen. Hooi is niet hetzelfde als verse grassen, door het drogingsproces verandert de structuur en is het een stuk taaier. Konijnen moeten daardoor vaak tot twee keer langer malen op hooi dan op vers gras. Dit betekent dat het gebit langdurig wordt overbelast en de kieswortels te veel druk moeten opvangen. Dit is één van de redenen waarom hooi niet geschikt is als hoofdvoeding. Meer uitgebreide informatie over het gebitsmechanisme vind je HIER. Waarom zo veel konijnen slechte hooieters zijn… Er wordt alles op alles gezet om konijnen te verleiden om hooi te eten, want in de praktijk blijkt wel dat konijnen niet echt goede hooieters zijn. Er wordt alles uit de kast gehaald om de konijnen te verleiden en hooi op allerlei manieren aan te bieden, want als ze niet genoeg hooi eten, zijn ziekten en gezondheidsproblemen onvermijdelijk: althans, zo wordt het gepresenteerd. Er wordt zelden de vraag gesteld waarom ze het eigenlijk niet graag willen eten? Konijnen zijn van nature geen grote graseters (in tegenstelling tot cavia’s bijvoorbeeld). Het dieet van wilde konijnen bestaat voor nog geen 50% uit wilde grassen en van onze tamme konijnen verwachten we dat ze voor minstens 80% hooi moeten eten (niet eens verse grassen, maar de gedroogde variant, welke echt aanzienlijk anders is voor onze konijnen). Het is daarom heel logisch dat konijnen geen voorkeur hebben voor hooi. Het is bovendien ook te droog en te eenzijdig. Voer je je konijn allerlei weide of bladgroenten, dan zul je al snel zien dat ze dat wel heel graag eten. Logisch, want ze eten van nature juist verse voeding, geen gedroogde voeding. Hooi is te droog Konijnen eten van nature vooral vochtrijke voeding: grassen, wilde kruiden en bladgroenten bestaan voor 75-90% uit vocht terwijl hooi nog maar voor 10% uit vocht bestaat. Het hele lichaam van het konijn is dan ook afgestemd op het verteren van vochtrijke voeding. Zo hebben ze een speciaal calciummetabolisme: ze nemen alle calcium op wat via voeding binnen komt. Deze grote hoeveelheden calcium hebben ze o.a. nodig voor het behouden van gezonde tanden en kiezen, aangezien deze constant doorgroeien. Overtollig calcium wordt gemakkelijk uit het lichaam gefilterd via de nieren naar de blaas en door het hoge vochtgehalte, wordt het gemakkelijk uit geplast. Dit betekent dat als ze te weinig vocht binnen krijgen, de nieren en de blaas ook niet meer goed kunnen filteren en uitscheiden. Zo hoopt calcium makkelijk op in de nieren en de blaas en ontstaan er uiteindelijk gruis of stenen in de blaas en nieren. Een ander gevolg van te droge voeding is de impact ervan op de spijsvertering. De spijsvertering is aangepast op vochtrijke voeding en zorgt voor een goede doorstroming van de spijs. Te droge voeding vertraagt de doorstroming van de spijsvertering, waardoor de spijs te lang in de spijsvertering blijft hangen en kan leiden tot gasvorming en verstopping. Andere gevolgen van hooi als hoofdvoer Er zijn meerdere redenen waarom hooi niet kan dienen als hoofdvoeding en juist kan leiden tot diverse gezondheidsproblemen. Het is niet enkel het bovengenoemde, er zijn er nog meer:
Hoe zit het met de oorsprong van konijnen? De reden waarom het dieet voor 80% uit hooi zou moeten bestaan, zou zijn omdat konijnen van oorsprong uit droge gebieden zouden komen waar een voornamelijk droge vegetatie zou zijn. Hooi is droog, dus dan zou hooi deze vegetatie ‘nabootsen’. Dit gaat wel echt over ruim 2,5 miljoen jaar geleden. Interessant is om te lezen dat de voorouders van het wilde konijn van oorsprong uit Azië komen en tijdens de laatste ijstijd meer en meer naar het zuiden moesten verhuizen door de opkomende ijskappen. In die tijd voedde ze zich met verse vegetatie (grassen en wilde kruiden), en niet, zoals gedacht wordt, met verdroogde grassen. Het is pas tijdens de ijstijd dat ze zich moesten aanpassen aan een droger klimaat om te kunnen overleven. Mocht je hier verder in geïnteresseerd zijn, kun je hier meer over lezen en de bronnen raadplegen: http://wikikanin.de/doku.php?id=wildkaninchen:geschichte De vraag is ook of het zinvol is om uit te gaan van een dieet dat miljoenen jaren geleden plaatsvond en niet zinvoller is naar de huidige fysiologie te kijken en de manier hoe wilde konijnen zich voeden. In mijn optiek is dat laatste meer logisch. Hoort hooi dan wel thuis in het konijnendieet? Is het dan de bedoeling om helemaal géén hooi meer te voeren? Nee, dat ook niet per se. Het gaat vooral om de plek die het hooi inneemt in het dieet. Het functioneert niet goed als hoofdvoer, maar is een prima aanvulling op onbeperkt weide of bladgroenten. Wanneer je onbeperkt weide kunt voeren, zou je hooi in het geheel weg kunnen laten (dat hoeft niet per se). Voer je vooral bladgroenten, dan adviseer ik wel om hooi ter aanvulling onbeperkt aan te bieden, vooral omdat bladgroenten kwalitatief van mindere kwaliteit zijn t.o.v. weide. Daarnaast heb ik gemerkt dat konijnen graag rusten in een bedje van hooi, en om die reden alleen al zou ik hooi wel gewoon standaard aanbieden – als nestmateriaal en waar ze van kunnen eten als ze daar behoefte aan hebben. Het belangrijkste is dat ze altijd de keuze krijgen om zowel vers als hooi te kunnen eten en niet gedwongen worden om enkel hooi te eten. Verschillende soorten hooi – welk hooi is geschikt? Er zijn ongelooflijk veel soorten hooi te vinden en elk soort verschilt weer in kwaliteit. Het kan dus wel nog uitmaken welk soort hooi je geeft en in hoeverre ze deze willen eten. Het hangt allemaal af van de type grassen, de tijd waarop het gemaaid is, hoe lang het gedroogd heeft en op welke manier, enzovoorts. Hooi blijft nog altijd een natuurproduct waardoor de kwaliteit sterk van verschillen. Je kan bij wijze van de ene maand een pak hooi kopen van een bepaald merk en een maand later weer – en dan heb je heel ander hooi.
Zo heb je bijvoorbeeld de 1e snede, 2e snede, 3e snede enzovoorts. De eerste snede is bijvoorbeeld de eerste keer dat het gemaaid is, dus de eerste opbrengst. Daarna krijg je de 2e snede, 3e snede, enzovoorts. De tweede snede zou rijker zijn aan kruiden en voedingsstoffen, hoewel ik er verschillende informatie over lees. Dan heb je nog verschillende soorten grassen die in hooi kan zitten. Zo heb je b.v. graszaadhooi, dat zijn vooral lange, uitgebloeide grassen – dit soort hooi wordt vaak gebruikt voor paarden die hooi laag in suiker nodig hebben. Het zijn dikke lange stengels, vaak meer gelig dan groen. Je hebt ook nog bergweidehooi, kruidenhooi, enz. Hoe je uiteindelijk bepaald of het hooi geschikt is? Dat hangt af van de behoeften van je konijnen en welke type grassen en kruiden gedroogd zijn en in welke levensfase de planten zitten en welk tijd van het jaar het geoogst of gedroogd is. In ieder geval moet hooi aan deze eisen voldoen:
Wanneer we op zoek gaan naar gezonde voeding voor onze konijnen en cavia’s, dan zoeken willen we iets dat goed is voor ze. Ga je googlen naar ‘goed konijnenvoer’ of iets dergelijks, dan vind je wat richtlijnen waar gezonde konijnenvoeding uit zou moeten bestaan, zoals welke analyses juist zouden moeten zijn en wat het vezelgehalte minstens moet zijn. Maar nergens wordt echt uitleg gegeven waarom dat zo is of waar dat op gebaseerd is. Mijn cavia’s en konijnen voer ik al jaren geen brokken of dergelijke voeding (om meerdere redenen), toch blijf ik verdiepen in deze voeding omdat het zo opvallend is hoe makkelijk je om de tuin geleid kan worden. Ik weet zelf nog hoe ik netjes de analyses las en of deze dan wel overeen kwam met de adviezen die ik op internet vond, maar zelf wist ik niet wat de analyses inhielden. Nu ik zo veel verdiep in de materie, begrijp ik nu veel beter wat er precies op de verpakking staat en wat dit betekent voor mijn konijnen en cavia’s. Zelf kwam ik tot de conclusie dat het zinloos is om dergelijke voeding aan te bieden. Daarom dat het belangrijker is om te begrijpen wat er staat dan een stappenplan gedachteloos na te lopen. De ingrediëntenlijstWanneer ik een voeding bekijk (of het nu gaat om brokken, pellets, gemengd voer of zelfs kruidenmengsels), dan begin ik altijd als eerste bij de ingrediëntenlijst, dat is stap één. De ingrediëntenlijst vertelt je eigenlijk alles al wat je wil weten en is vaak al voldoende om een conclusie te trekken. Om je een beetje wegwijs te maken, behandelen we een door mij bedachte voeding – een pellet – en doorlopen we de informatie één voor één. Je kunt ook de verpakking van je eigen voeding erbij pakken en op deze manier doornemen. Bij mijn verzonnen voeding staat dit op de ingrediëntenlijst: ‘Samenstelling van mijn denkbeeldige voeding: granen (10% spelt), bietenpulp, lijnzaadolie, zaden.’ Deze informatie halen we uit de ingrediëntenlijst: Ingrediëntenlijsten lopen af naar hoeveelheid, hetgeen wat als eerste genoemd staat, zit het meeste van in en loopt in aantallen af. Granen staan als eerste genoemd, dus daar zit het meest van in. Deze voeding bevat voornamelijk granen en bietenpulp, waaruit ik concludeer dat deze voeding veel zetmeel en suiker bevat. Daarnaast is het behoorlijk vettig door de lijnzaadolie en de zaden die er in verwerkt zitten. Konijnen en cavia’s zijn juist herbivoren en voeden zich met planten (grassen, wilde kruiden) en eten maar heel af en toe de zaden van uitgebloeide grassen of planten. Al vanuit deze ingrediëntenlijst zie ik dat deze voeding niet goed aansluit op de spijsvertering van cavia’s en konijnen aangezien zij gespecialiseerd zijn in het verteren van vooral vezelige voeding (planten) en door deze voeding te geven, kan het de spijsvertering verstoren. Veel van de ingrediënten staan ook niet gespecificeerd waardoor ik niet met zekerheid kan zeggen welke ingrediënten er in zitten. Zo zijn er nog talloze andere ingrediënten die je tegen kunt komen in de ingrediëntenlijst. De ingrediëntenlijst geeft je in feite de meeste informatie en aan de hand van de ingrediëntenlijst kun je vaak al zien of een voeding gezond is of niet of welke effect het heeft op de gezondheid van je cavia of konijn. Hieronder som ik de meest voorkomende op:
Analytische bestanddelenNaast de ingrediëntenlijst, vindt je ook de analytische bestanddelen. Vaak wordt er gerefereerd naar de analytische bestanddelen en dat deze binnen een bepaalde percentage moet vallen om als ‘goede voeding’ aangemerkt te kunnen worden. Maar wat houdt deze analyse eigenlijk in? De analyse wordt uitgevoerd door middel van de van Weende analyse. Het laat de volgende onderdelen zien in de vorm van percentages:
Ruwe as: 5 % Ruwe celstof: 20% Ruw eiwit: 15% Ruw vet: 5% Wanneer er wordt gekeken of iets onder de noemer ‘gezonde voeding’ valt, wordt bijvoorbeeld aangegeven dat het ruwe celstof gehalte minstens 14 % moet zijn. Vezels zijn namelijk belangrijk, deze voeden de blinde darm waar o.a. weer diverse vitaminen en aminozuren worden aangemaakt. De natuurlijke voeding van konijnen en cavia’s bestaat ook voor de helft uit vezels (cellulose, hemicellulose en een deel lignine, zie DEZE BLOG). Logisch dat er vooral wordt gekeken naar het ruwe celstofgehalte. Het vreemde is alleen dat deze zelden boven de 25% uitkomt, terwijl de voeding voor minstens 50% uit ruwe celstof (en dan vooral de cellulose en hemicellulose) zou moeten bestaan. Als je alle percentages bij elkaar optelt, valt het op dat je niet tot 100% uitkomt: Hier zie je een overzicht van mijn verzonnen voeding-analyse. Natuurlijk wilde ik weten wat de rest dan is, want maar liefst 55% is niet gespecificeerd. Om tot de 100% te kunnen komen, wordt het volgende gerekend: 100 – (vocht + eiwit + vet + ruwe celstof + ruwe as) = koolhydraten (zetmeel en suikers). Het vochtgehalte wordt vaak ook niet genoemd maar ligt tussen de 7,5-11%. Deze voeding zou dat zijn voor 44% uit zetmeel en suikers bestaan (berekening: 100 – (11+15+5+20+5) = 44). Deze berekening kun je ook toepassen op andere voeding en geeft je een beeld van hoeveel zetmeel en suikers in de voeding zit. Ik zal je alvast verklappen dat veel brokvoeding uit véél suiker en zetmeel bestaat. Dat is ook logisch, want de ingrediënten bestaan overwegend uit ingrediënten die van nature veel suiker en zetmeel bevatten. Nutritionele toevoegingenWanneer je de verpakking verder doorneemt, kom je ook nog de nutritionele toevoegingen tegen. Dit zijn de voedingsstoffen die nog apart zijn toegevoegd aan de voeding. Dit zullen ook de enige voedingsstoffen zijn die je tegen zult komen, want voerfabrikanten zijn niet verplicht voedingsstoffen te vermelden tenzij deze specifiek zijn toegevoegd, dan zijn ze wel verplicht om deze te vermelden. Je komt over het algemeen de volgende voedingsstoffen tegen:
Marketing: wat staat er nog meer op?Op de voorkant van voerverpakkingen staan vaak nog claims op of waar de voeding goed voor zou zijn, maar waar je wel even goed op moet letten en goed moet begrijpen wat ze er precies mee bedoelen:
SamengevatNu je weet hoe je de verpakking kunt lezen en wat alle informatie betekent, kun je een betere beoordeling maken of een afweging maken welke voeding je wil geven aan je cavia’s en konijnen. Maar dit gaat enkel nog over de informatie die op de verpakking staat: er zijn nog meer zaken die meespelen in de beslissing of voeding gezond is of ongezond. Zo heeft voeding ook nog een impact op de fysiologie (spijsvertering en gebitsmechanisme). Daarvoor kun je terecht onder het kopje ‘gezondheid’ en ‘voeding’.
|
AuteurMijn naam is Elisabeth. Hier vind je al mijn informatieve blogs over natuurlijke voeding, huisvesting, zorg en meer voor konijnen en knaagdieren! Archieven
Juli 2024
|
Volg Mini Natuur op:
Facebookpagina Mini Natuur Instagram @mininatuur TikTok @mininatuur Meepraten over natuurlijke stijl? Dat kan op: Facebookgroep 'Konijnen & Cavia's Natuurlijke Stijl' (ook voor chinchilla's en degoes) Facebookgroep 'Natuurlijke stijl voor kleine knaagdieren' |
© 2019-2024 Mini Natuur
Alle teksten zijn door mijzelf beschreven tenzij anders vermeld of door middel van een citaat. Ook de foto's zijn door mijzelf gemaakt. Ik gebruik tevens foto's van derden waar ik uitsluitend toestemming heb gekregen om deze voor mijn website te gebruiken. Teksten en foto's mogen niet worden gebruikt zonder toestemming! Mocht je mijn foto's (of van derden) en tekst ergens anders tegen komen, dan graag direct vermelden aan [email protected] |