Mini Natuur
  • Home
    • Diensten
    • Over mij
    • Links
    • Bronnen
  • Blog
  • Kruiden
  • Cavia's
    • Aanschaf
    • Socialisatie & gedrag
    • Voeding
    • Huisvesting
    • Gezondheid
  • Konijnen
    • Aanschaf
    • Socialisatie & gedrag
    • Voeding
    • Huisvesting
    • Gezondheid
  • Andere diersoorten
    • Hamsters >
      • Aanschaf
      • Voeding
      • Huisvesting
    • Muizen
    • Degoe
    • Gerbils
  • Voerlijsten
    • Wilde plantenlijst
    • Bomenlijst
    • Kruidenlijst
    • Groentelijst
    • Fruitlijst
    • Tuinplanten
    • Zadenlijst
    • Vers voerlijst voor knaagdieren
    • Niet eetbare plantenlijst
  • Home
    • Diensten
    • Over mij
    • Links
    • Bronnen
  • Blog
  • Kruiden
  • Cavia's
    • Aanschaf
    • Socialisatie & gedrag
    • Voeding
    • Huisvesting
    • Gezondheid
  • Konijnen
    • Aanschaf
    • Socialisatie & gedrag
    • Voeding
    • Huisvesting
    • Gezondheid
  • Andere diersoorten
    • Hamsters >
      • Aanschaf
      • Voeding
      • Huisvesting
    • Muizen
    • Degoe
    • Gerbils
  • Voerlijsten
    • Wilde plantenlijst
    • Bomenlijst
    • Kruidenlijst
    • Groentelijst
    • Fruitlijst
    • Tuinplanten
    • Zadenlijst
    • Vers voerlijst voor knaagdieren
    • Niet eetbare plantenlijst

Blog van Mini Natuur

Fluitenkruid herkennen

5/16/2024

0 Comments

 
Afbeelding
Fluitenkruid. Foto van Mini Natuur
Fluitenkruid is een veelvoorkomend kruid en kom je vooral in het voorjaar tegen. Er zijn talloze meer schermbloemigen, zoals zevenblad, duizendblad, berenklauw, wilde peen en zelfs pastinaak. Maar deze planten hebben duidelijk een ander type blad waardoor ze veel makkelijker te onderscheiden zijn van de fluitenkruid bijvoorbeeld. Maar er zijn ook enkele schermbloemigen die op eerste gezicht veel lijkt op de fluitenkruid, waarvan sommigen (zeer) giftig zijn. Om die reden wordt er gewaarschuwd om fluitenkruid niet te plukken, tenzij je er zeker van bent dat het fluitenkruid is. Dit heeft er helaas toe geleid dat velen de fluitenkruid niet durven te plukken voor hun konijnen en knaagdieren, uit angst dat de verkeerde wordt geplukt. Natuurlijk is het niet de bedoeling iets te plukken waarvan je niet weet wat het is – maar het is nu ook weer niet zo ingewikkeld om de fluitenkruid te leren herkennen. Fluitenkruid heeft een aantal zeer unieke kenmerken die de andere giftige dubbelgangers niet hebben. Hierdoor kun je de fluitenkruid eenvoudig herkennen! Na de fluitenkruid beschrijf ik enkele giftige dubbelgangers en hun kenmerken, zodat je ook weet hoe deze er uit zien en wat hun unieke kenmerken zijn.

De kenmerken van fluitenkruid

De steel van de fluitenkruid is behaard, waarbij de schede (waar de vertakkingen zitten) sterk behaard is. De steel is rond en hol van binnen. De buitenste stelen zien er een beetje uit als bleekselderij. De kleur is groen, soms een beetje rood/paarsig. Verder egaal van kleur, geen vlekken of spetters! De bloemen zijn een typische schermbloem. Aan de voet van het scherm zitten geen omwindsels, aan de voet van ieder bloem weer wel. De bloemen zelf bestaan uit 5 bloemblaadjes, waarvan de buitenste drie kroonblaadjes groter zijn dan de twee binnenste. Meer uitgebreide informatie vind je hier:
https://wilde-planten.nl/fluitenkruid.htm
https://www.floravannederland.nl/planten/Fluitenkruid
Afbeelding
De schede en steel, duidelijk behaard. Foto van Mini Natuur
Afbeelding
Steel van het blad, lijkt op bleekselderij. Foto van Mini Natuur
Afbeelding
Blad van de fluitenkruid. Foto van Mini Natuur
Afbeelding
Geen omwindselblaadjes aan de voet van bloemenscherm. Foto van Mini Natuur
Afbeelding
Geen omwindselblaadjes aan de voet van de schermbloem. Foto van Mini Natuur
Afbeelding
De drie buitenste kroonblaadjes van de bloemen zijn groter dan de twee binnenste bloemblaadjes. Foto van Mini Natuur.

Giftige dubbelgangers

Dit zijn de bekende dubbelgangers:

Dolle kervel
Dolle kervel groeit en bloeit in het voorjaar, net als de fluitenkruid. Hij heeft, net als bij de fluitenkruid, aan de voet van het scherm geen omwindsel. Bij de voet van de bloemen zelf zitten omwindsels. De steel is behaard, waar hij onderaan rood is en overloopt naar een groene kleur, bij de bovenste stengels zie je rode spetters of vlekken – dit onderscheidt hem al van de fluitenkruid, want fluitenkruid heeft geen rode spetters of vlekken. Bij doorsnede zie je dat de stengel gevuld is (fluitenkruid is hol).  Een uitgebreide uitleg en een filmpje over de kenmerken van de dolle kervel kun je hier terug vinden:
https://www.floravannederland.nl/planten/dolle_kervel/
https://wilde-planten.nl/dollekervel.htm
Afbeelding
Dolle kervel. Duidelijk rood/paarse vlekken of spetters en behaard. Foto van Josien
Afbeelding
Dolle kervel. Foto van Josien

Gevlekte scheerling
De steel van de gevlekte scheerling is kaal (geen beharing), is groen met rode vlekken. De steel is hol van binnen maar meer hol t.o.v. fluitenkruid. De bloemschermen zijn wat boller en voller in tegenstelling tot de fluitenkruid en aan de voet van het scherm zitten een aantal omwindsels (fluitenkruid heeft dat niet). Aan de voet van de bloem zitten omwindsels aan één kant geslagen. Het schijnt dat de gevlekte scheerling niet lekker ruikt. Meer uitgebreide uitleg, foto’s en filmpjes kun je hier vinden:
https://www.floravannederland.nl/planten/gevlekte_scheerling
https://wilde-planten.nl/gevlektescheerling.htm
Afbeelding
Steel van de gevlekte scheerling: groen met rode spetters/vlekken, onbehaard. Foto van Josien.
Afbeelding
Omwindsels aan de voet van het bloemenscherm bij de gevlekte scheerling. Foto van Josien.

Hondspeterselie
De steel is geribt, kaal en hol van binnen. Hij heeft, net als de fluitenkruid, ook een schede, maar deze is niet behaard. Aan de voet van de schermbloem zitten geen omwindsels maar wel aan de voet van de bloem, daar vind je 3 of 4 lange omwindsels en dat is een zeer duidelijk kenmerk van de hondspeterselie. De bloembladeren zelf, met de kroonblaadjes, zijn ongeveer hetzelfde als de fluitenkruid. Meer uitgebreide informatie, foto’s en filmpjes, vind je hier:
https://www.floravannederland.nl/planten/hondspeterselie/
https://wilde-planten.nl/hondspeterselie.htm
0 Comments

Bodembedekking

5/16/2024

0 Comments

 
Er zijn talloze opties wat betreft bodembedekking. Welke je kiest, hangt af van een aantal zaken. In deze blog bespreek ik welke bodembedekking geschikt is en waar je deze voor kunt gebruiken. Het kan zijn dat deze pagina met de tijd wordt bijgewerkt omdat er best veel type soorten bodembedekking te vinden is en nog wel eens wat verandert.

Strooisels als bodembedekking

Onder strooisels vallen bodembedekking die je moet vervangen (en dus éénmalig wordt gebruikt). Goedkope bodembedekking zijn bijvoorbeeld ontstoft houtvezel (zoals allspan of plospan), hennepvezel of vlas. Deze kun je vaak in groot verpakkingen kopen. Er zijn ook andere soorten strooisels op basis van papier, maar een stuk duurder en kan flink in de kosten oplopen.

Houtvezel
Absorbeert goed ● prettig voor de cavia-voetjes ● relatief goedkoop en te vinden in grootverpakkingen ● licht stoffig (kies altijd voor ontstoft houtvezel!) ● geschikte merken zijn allspan en plospan
Let op: echt zaagsel is ongeschikt en te stoffig. Houtvezel met geuren er in (zoals citroen) zijn ongeschikt!

Hennepvezel
Absorbeert iets minder goed ● licht stoffig ● is prettig voor de cavia-voetjes ● gemiddelde prijsklasse ● wordt gemaakt van de hennepplant (de houtige delen), is eetbaar voor cavia’s en konijnen

Vlas
Absorbeert minder goed, laat het vocht goed door ● minimaal stoffig ● iets minder zacht voor de voeten ● relatief goedkoop en te vinden in grootverpakking ● wordt gemaakt van lijnzaad, is eetbaar voor cavia’s en konijnen ● let op: bevat vaak lijnzaden! Dat is geen probleem tenzij ze er te veel van eten en last van krijgen, dan kun je beter voor een andere bodembedekking kiezen

Stro- of houtkorrels
Absorbeert zeer goed ● niet geschikt voor de cavia-voeten, voorzie het van een zachte bovenlaag! ● geen stof aanwezig ● relatief goedkoop ● als cavia’s er van eten, dan liever niet gebruiken!

Papierbodembedekking
Absorbeert zeer goed ● relatief duur ● nauwelijks stof aanwezig ● is zacht voor de cavia voeten ● niet gebruiken als cavia’s er van eten!

Kranten
Absorbeert niet, maar helpt wel om aanslag op de vloer te voorkomen ● moet afgedekt zijn met andere bodembedekking ● niet gebruiken als ze er van eten! ● vaak gratis te vinden

Katoen
Absorbeert niet erg goed ● erg duur in prijs ● gaat snel ruiken ● wordt snel vochtig en muffig ● zacht voor de pootjes ● ze kunnen het eten maar dat is niet de bedoeling

Hooi
Geschikt om de hardere bodembedekking af te dekken ● weinig stof aanwezig ● geschikt om te eten ● prettig voor de pootjes ● absorbeert niet!

Stro
Geschikt om hardere bodembedekking af te dekken ● weinig stof aanwezig ● kan veilig gegeten worden ● prettig voor de pootjes ● absorbeert niet ● vaak wordt gezegd dat stro gevaarlijk is voor de ogen, maar dit risico is er met alle soorten bodembedekking en het risico is heel klein ● relatief goedkoop ● isoleert zeer goed tijdens de wintermaanden

Ongeschikte strooisels
Kattenbak vullingen ● siliciaat korrels ● zeer fijn zaagsel (te stoffig!) ● kleikorrels (kattenbakvulling)

Stoffen bodembedekking

Tegenwoordig zien we steeds vaker dat er gebruik wordt gemaakt van stoffen bodembedekkers zoals fleece of badmatten. Vooral bij cavia-houders is dit populair voor binnenhuisvesting. Vaak wordt zulke bodembedekking gezien als een onnatuurlijke of kunstmatige bodembedekking en waar cavia’s niet in staat worden gesteld om natuurlijk gedrag te vertonen zoals foerageren. Maar dat blijkt in de praktijk erg mee te vallen en in bepaalde opzichten heeft stoffen bodembedekking meer voordelen t.o.v. strooisel. Je kunt ze in de behoefte foerageren voorzien door sowieso gevarieerde voeding aan te bieden, dus dat ‘probleem’ is daarmee al opgelost. Maar wat nu echt voordelen zijn van zulke bodembedekking is het volgende:
  • Het kan voor oudere cavia’s prettig aanvoelen, sommige strooisels vragen meer spierkracht of glijden ze makkelijker uit en dat is met fleece o.i.d. niet.
  • Het stoft niet, dat is vooral fijn voor cavia’s die last hebben van gevoelige luchtwegen. Vooral voor binnen is dit een enorm pluspunt
  • Urine en keutels zijn beter zichtbaar
  • Een voordeel als eigenaar is dat het wel even duur is in aanschaf, maar daarna heb je geen kosten meer aan de bodembedekking.
Er zijn wel een aantal zaken waar rekening mee gehouden moet worden. Stoffen bodembedekking is bijvoorbeeld niet geschikt om buiten te gebruiken, het wordt nat en viezig en zeker tijdens de koude maanden trekt de kou er snel in. Daarom is stoffen bodembedekking alleen geschikt voor binnen (of enkel tijdens warme zomermaanden). Er moeten twee sets aanwezig zijn, zodat je de een kunt wassen en de ander kunt gebruiken. Er kunnen stukjes hooi of haren in de stoffen bodembedekking blijven hangen, het is van belang om je wasmachine goed te beschermen tegen verstopping. Gebruik bijvoorbeeld stevige waszakken.
Er zijn drie lagen waarmee wordt gewerkt:
  • De bovenste laag laat urine door, dit is vaak fleece, badmatten of vetbed bijvoorbeeld
  • De middelste laag absorbeert de urine, zoals matrasbeschermers, molton, puppypads (raad ik af vanwege het vele afval wat wordt gecreëerd), enz. Handdoeken of kranten werken niet goed genoeg, deze nemen de geur niet goed op waardoor het snel gaat stinken. 
  • De onderste laag die de vloer beschermd: bijvoorbeeld vinyl, vijverfolie, enz.
Het onderhouden van stoffen bodembedekking is net wat anders dan bij strooisels en hangt af van het type stof die je gebruikt en wat het beste bij je past. Het is aan te raden om dagelijks of om de dag alles bijeen te geven of uit te kloppen en na enkele dagen alle stoffen te wassen (tussen de 3-5 dagen, afhankelijk van de grootte van de ruimte en de hoeveelheid cavia’s).

Bij konijnen worden stoffen bodembedekking voor binnen wel eens gebruikt, bijvoorbeeld op plekken waar ze toiletteren en in toiletten. Hierbij wordt hetzelfde gebruikt als bij cavia’s, maar de volledige ruimte hoeft er niet mee worden gevuld omdat konijnen gebruik maken van een toilet.
Afbeelding
Fleeceliners in een caviaverblijf. Foto van Mini Natuur

Wat te doen met het afval?

Als je cavia’s of konijnen houdt, dan heb je te maken met afval: keutels, voedsel- en hooiresten en strooisels. Dit kan in de GFT container, maar je kunt (een deel) ook op een composthoop doen, als je deze in je bezit hebt. Zeker keutels, voedselresten en bepaald strooisel (zoals vlas en hennepvezel) zijn ideaal om te gebruiken voor op de composthoop of als mulch (mulch is het afdekken van de bodem tegen onkruidgroei en helpt tegen uitdroging). Dat scheelt een hoop afval! Hier gebruik ik een groot deel als mulch en een deel gaat op de composthoop. Alleen het zaagsel (houtvezel) is niet zo geschikt voor op een composthoop of als mulch. Als je hier meer specifieke informatie wil lezen, kun je het beste dit zelf opzoeken of in tuinboeken lezen. Daar vind je veel waardevolle informatie over hoe je compost maakt of welk materiaal geschikt is voor de compost of om als mulch te gebruiken.
0 Comments

Groepsgrootte en - samenstellingen voor cavia's

5/10/2024

0 Comments

 
Cavia’s zijn van nature sociale dieren en vooral groepsdieren. Het samenleven met een soortgenoot is dan ook erg belangrijk voor ze! Een ander diersoort of mens kan deze interactie niet vervangen. Ondanks dat cavia’s sociale dieren zijn, is het wel van belang na te gaan welke samenstellingen er zijn en waar je rekening mee moet houden. Ook hangt het af van de ervaring en ruimte die je hebt en aan de hand daarvan kun je beslissen welke samenstelling bij jou (en natuurlijk de cavia’s) passend is.
Afbeelding
Foto van Mini Natuur
Afbeelding
Foto van Mini Natuur

Groepsgrootte

Cavia’s zijn van nature groepsdieren. Wilde cavia’s leven doorgaans in grotere groepen waarin kleinere subgroepjes ontstaan (een mannetje met meerdere vrouwtjes). Een groepje vanaf 4 cavia’s  heeft daarom de voorkeur. Wanneer je maar 2 cavia’s samen houdt, dan zijn ze echt enkel op elkaar gericht en dan moet het wel echt een goede match zijn. Hoe groter de groep, hoe meer variatie en hoe meer interactie. In grotere groepen kunnen ze diverse vriendschappen aangaan en hun eigen vriendjes uitkiezen. Het voordeel van een groep is ook dat als er één cavia is overleden, je niet direct op zoek hoeft te gaan naar een nieuwe cavia.

In principe is er geen limiet als het gaat om hoeveel cavia’s je bij elkaar kunt houden. Wel is het van belang dat er voldoende ruimte is. Cavia’s zijn dan wel sociale dieren, maar ze moeten ook de ruimte hebben om hun energie kwijt te kunnen en elkaar uit de weg te gaan. Als ze in een te kleine ruimte opgesloten zitten, raken ze gefrustreerd en dat kunnen ze op elkaar af gaan reageren. Dit zie je vooral bij beren. Bij zeugjes zie je vaak dat ze bronstig worden en dan op de andere cavia(‘s) wil rijden. Dat is in principe geen probleem zolang er voldoende ruimte is, maar als er te weinig ruimte is, dan kan dit een effect hebben op hun onderlinge band. Je kunt onder het kopje ‘huisvesting’ terug vinden hoeveel ruimte cavia’s nodig hebben en hoe je kunt berekenen hoeveel cavia’s je maximaal in een verblijf kunt houden.

Leeftijd

Leeftijd kan een rol spelen, en vooral moet dan ook goed nagedacht worden welke leeftijden goed overeen komen en wat je beter kunt laten. Zo raad ik het niet aan om een (zeer) jonge cavia te koppelen aan een oudere cavia, die leeftijden en levensfases kunnen te ver uit elkaar liggen. In een groep is dat juist weer niet zo’n probleem omdat er genoeg variatie is aan contacten. Voor jonge cavia’s is het zelfs belangrijk dat zij opgroeien met sociale, volwassen cavia’s om de sociale vaardigheden goed aan te leren. Wanneer cavia’s op jonge leeftijd opgroeien zonder sociale, volwassen cavia’s, lopen zij het risico dat hun sociale vaardigheden onvoldoende ontwikkeld en dat kan gevolgen hebben voor latere koppelingen en socialisaties. Ze zijn minder makkelijk te koppelen bijvoorbeeld en kunnen niet even makkelijk met elke cavia overweg. Om die reden raad ik het af om enkel jonge cavia’s te houden en enkel jonge cavia’s toe te voegen aan een bestaande, stabiele groep.  

Samenstellingen

  • Zeugjes: een groep bestaande uit enkel zeugjes (vrouwelijke cavia’s) is over het algemeen vrij stabiel. Soms kunnen er wel problemen ontstaan, bijvoorbeeld bij vrij ‘dominante’ zeugjes. Het hangt uiteindelijk altijd af van de karakters en de context. Persoonlijk zou ik aanraden om altijd een gecastreerde beer toe te voegen aan een groepje zeugen, om meerdere redenen. Er zitten ongelooflijk veel beren in opvangcentra en voor de harmonie en natuurlijk gedrag, is een castraat een bijzonder goede aanvulling. Vanuit Duitse bronnen heb ik gelezen dat het zelfs wordt afgeraden om enkel zeugengroepen te houden vanwege de gevolgen ervan op hun hormonen. Zeugengroepen waar geen castraat bij woont, kunnen een verstoorde hormoonbalans ontwikkelen waardoor er een grotere kans is op baarmoedercysten.

  • Castraat met meerdere zeugjes: dit is de meest stabiele samenstelling en sluit zeer goed aan op de (sociale) behoeften van cavia’s. Deze samenstelling is het makkelijkst te houden.

  • Meerdere gecastreerde beren en meerdere zeugjes: het is zelfs mogelijk om meerdere gecastreerde beren in één groep te houden. Er wordt een vuistregel gehanteerd dat voor elke gecastreerde beer minstens 3 zeugen ‘nodig’ zijn. Dus voor 2 gecastreerde beren, moeten er minstens 6 zeugjes aanwezig zijn. Zo ontstaan er in feite ‘subgroepjes’ binnen een grotere groep. Deze samenstelling is alleen voor ervaren eigenaren die voldoende kennis en ervaring hebben. Deze samenstelling is ook niet weggelegd voor elke gecastreerde beer, er moet vooraf goed bekeken worden of een beer in staat is in zo’n samenstelling te kunnen leven.

  • Beren: het is ook mogelijk om berengroepen te houden. Dit wordt niet zo snel geadviseerd, zeker in Nederland omdat het relatief snel fout kan gaan bij beren. Maar daarvan ligt de oorzaak eerder bij de te kleine huisvesting waardoor ze uit frustratie ruzie gaan maken. Wanneer beren goed gesocialiseerd en gecastreerd zijn, is de kans groot dat ze harmonieus samenleven, mits de huisvesting, voeding en dergelijke in orde zijn en aansluiten op hun behoeften. Deze samenstelling is meer weggelegd voor ervaren eigenaren. Deze samenstelling is niet voor iedere beer weggelegd, het is belangrijk daar vooraf rekening mee te houden. Het is ook mogelijk om twee beren te houden, dit is ook mogelijk voor beginners, hoewel dit niet de voorkeur heeft – maar soms is niet alles mogelijk. Er zijn namelijk ook veel beren in opvangcentra die een thuis zoeken en soms lang in een opvang verblijven. Dan is een berenkoppel of een berengroep een uitkomst.  

Dan is het nog belangrijk om naar de individuele karakters te kijken en welke cavia’s het beste overeen zullen komen. Sommige cavia’s hebben een beladen verleden of zijn getraumatiseerd waardoor ze niet even handig met stressvolle situaties om kunnen gaan of hebben een slechte socialisatie gehad. Dan is het belangrijk om na te gaan welke cavia(‘s) daar bij passen en daarmee om kunnen gaan. Een cavia zonder sociale vaardigheden kan dusdanig overprikkeld raken en overgaan tot aanvallen, terwijl er in beginsel geen kwaad in de zin is. Dan is het belangrijk dat zo’n cavia gekoppeld wordt aan andere cavia’s die daarmee om kunnen gaan en rekening kunnen houden met dit gedrag. Meer informatie over koppelen, introducties en meer, kun je terug vinden op de pagina ‘Socialisatie & Gedrag’.
0 Comments

Groepsgrootte en -samenstellingen voor muizen

5/3/2024

0 Comments

 
Afbeelding
Foto van Mini Natuur
Afbeelding
Foto van Mini Natuur
Muizen zijn van nature sociale dieren, in het wild leven ze in relatief grote groepen. Het sociale aspect is daarom een belangrijke basisbehoefte. Muizen moeten daarom altijd met meerdere worden samengehouden om ze in deze sociale behoefte te voorzien. Dat muizen sociaal zijn betekent alleen niet dat ze altijd door één deur kunnen en nooit ruzie maken! Er zijn diverse soorten ‘samenstellingen’ die elk hun voor- en nadelen hebben. Het belangrijkste is dat je streeft naar een harmonieuze groep waar iedere muis zich prettig en veilig voelt.

De groepsgrootte

Muizen zijn van nature echte groepsdieren, ze leven in het wild in vrij grote groepen. Het zijn dus, naast dat het sociale dieren zijn, ook echt groepsdieren. De minimale grootte van de groep is vier muizen. Onder de vier muizen is het geen groep meer en dat voldoet niet aan hun sociale behoefte. Een ander, bijkomend probleem, als je er maar 2 of 3 houdt, is dat je het risico loopt om relatief snel weer op zoek te moeten gaan naar nieuwe muizen. Muizen worden niet erg oud (1 tot 2 jaar) en hebben niet zo’n sterke gezondheid. Met 2 of 3 muizen is de kans groot dat er nog maar één overblijft en dan moet je rap op zoek gaan naar een nieuw groepje muizen. Houd je echter een grotere groep, dan is dit risico veel minder aanwezig.

Een ander voordeel van een grotere groep is dat je dus minder vaak hoeft te koppelen. Koppelen is voor muizen behoorlijk stressvol en aangezien ze niet erg oud worden, raad ik het aan om een muis niet vaker dan 2-3 keer te laten koppelen. Met een groep van 2 tot 3 muizen loop je het risico dat je ze vaak opnieuw moet koppelen waardoor ze veel stress moeten ondergaan in hun relatief korte leventje.

Je kunt uiteraard ook grotere groepen houden, maar kijk altijd naar welke ruimte je ze kunt bieden en pas daar de groepsgrootte op aan. Houdt ook rekening met de zorg die je ze kunt bieden. Een grotere groep betekent dat het dagelijks observeren meer tijd kost, zeker als de muizen behoorlijk op elkaar lijken, is dat wel eens een opgave. Uit ervaring merk ik dat een groepsgrootte van 6 tot 8 muizen het fijnst ‘werkt’, de muizen hebben op deze manier relatief veel mogelijkheden tot sociaal contact en het ontwikkelen van diverse vriendschappen en het is een prettig aantal om te observeren en in de gaten te houden. Zeker als je nog niet ervaren bent met het houden van muizen, raad ik het aan om met een kleine groep van zo’n 4-6 muizen te beginnen.

Houdt er altijd rekening mee dat een groep ook uit elkaar kan vallen. Soms gebeurt het dat karakters niet matchen of dat een muisje echt wordt weggepest. Daarom dat de dagelijkse observaties van belang zijn om na te gaan hoe elke muis in de groep ligt en of ze nog harmonieus samenleven. Soms is een herkoppeling nodig, maar soms is het nodig om ze echt definitief te scheiden. Het hangt allemaal af van hun voorgeschiedenis, hun karakter en hun gezondheid. Vooral kleinere, zwakkere muizen hebben meer aandacht nodig en moet je er op toezien of zij goed opgenomen worden in de groep. Stel dat dat niet het geval is en één muis specifiek wordt lastig gevallen, is het van belang te achterhalen welke muizen niet goed overeen komen. Je kunt dan het muisje eruit halen samen met een aantal andere groepsgenoten waar zij goed mee overeen komen.

Diverse groepssamenstellingen

Er zijn verschillende soorten samenstellingen in geslacht:
  • Vrouwtjesmuizen: dit is de meest gehouden samenstelling, een groep dat uit enkel vrouwtjes bestaat. Deze samenstelling levert relatief weinig problemen op en blijven vaak stabiel. Desondanks is het van belang om altijd de karakters te leren kennen en te achterhalen of zij allen goed overeen komen, want soms kunnen er na verloop van tijd problemen ontstaan (de kans is niet heel groot).

  • Gecastreerd mannetje met vrouwen
    Dit is de ‘meest natuurlijke’ samenstelling: een gecastreerd mannetje met meerdere vrouwtjes. De interactie is best anders dan van een groep die uit enkel vrouwen bestaat. Een gecastreerde man toevoegen aan een vrouwengroep kan een zeer positieve uitwerking hebben. Zeker voor vrouwtjesmuizen die wat dominant kunnen gedragen, kunnen hier echt baat bij hebben. Maar ook hier geldt: kijk altijd naar de context en hun behoeften. Het is zelfs mogelijk meerdere gecastreerde mannetjesmuizen in een vrouwengroep te houden, maar dit hangt volledig af van de karakters en de groep.  

  • Gecastreerde mannetjesmuizen: wanneer mannetjesmuizen voor hun 12e week zijn gecastreerd, leven zij daarna prima in harmonie met elkaar samen en zijn ze vergelijkbaar met een vrouwtjesgroep. Ze kunnen zelfs meer stabiel zijn dan vrouwengroepen!

  • Ongecastreerde mannetjesmuizen: dit is de meest onstabiele samenstelling. Wanneer ze nog jong zijn, gaat het nog goed maar naarmate ze ouder worden, ontstaan er al snel problemen en krijgen ze ruzie. Deze ruzies kunnen uitmonden in hevige gevechten, inclusief verwondingen. Zo’n groep blijft zelden stabiel. Als er ongecastreerde mannetjes samen worden gehouden, dan worden ze bewust heel klein gehuisvest om ruzies te voorkomen. Zo’n manier van muizen houden is volledig in strijd met hun welzijn. Om deze redenen raad ik het af om ongecastreerde mannetjesmuizen samen te houden.
Afbeelding
Het witte muisje: gecastreerd mannetje en na lange tijd van eenzaamheid, gekoppeld aan een groep vrouwtjes. Foto van Mini Natuur
Afbeelding
Tijdens de koppeling van het witte, gecastreerde mannetje aan een groepje vrouwtjes. Foto van Mini Natuur

Mannetjesmuizen

Het gebeurt nog met regelmaat dat mannetjesmuizen alleen worden gehouden of, zoals hierboven beschreven, in groepen worden gehouden in zeer kleine verblijven om (ernstige) ruzies te ‘voorkomen’ (maar waarbij er wordt ingeleverd op hun welzijn). Het is helaas nog niet zo gewoon in Nederland om mannetjesmuizen te laten castreren – maar een handjevol dierenartsen doen dit. In andere gevallen wordt het niet aangeraden omdat het te duur is of te risicovol is, of iets dergelijks. Natuurlijk, bij elke operatie zijn er risico’s, maar in geval van mannetjesmuizen is het een keuze tussen twee kwaden waarin je kiest voor het minste kwaad: de castratie waarbij er uitzicht is op een fijner leven. Soms is een castratie echt niet mogelijk (om wat voor reden dan ook) – maar zelfs dan is het alleen houden van zo’n mannetjesmuis, of het houden in veel te kleine verblijven met andere mannetjes, niet nodig. Het is zelfs mogelijk om een ongecastreerde mannetjesmuis samen te houden met een groep gecastreerde mannetjes (ook hier hangt het weer af van de karakters en context). Er is in ieder geval genoeg et Het gkeuze en mogelijkheden om mannetjesmuizen samen te laten leven met andere muizen zonder in te leveren op hun welzijn. Meer uitgebreide informatie over dit onderwerp kun je hier vinden:
https://das-maeuseasyl.de/verhalten/allgemeines-zum-verhalten/farbmausbocke/
Het is in Duitsland dan ook veel meer normaal om mannetjesmuizen te laten castreren – zelfs in opvangen doen zij dit vaak standaard (net zoals konijnen en cavia’s standaard worden gecastreerd hier in Nederland).
0 Comments

Muizen als huisdier houden

5/3/2024

0 Comments

 
Afbeelding
Foto van Mini Natuur
Afbeelding
Foto van Mini Natuur
Muizen, daarmee bedoel ik de kleurmuizen (tamme muizen), zijn als huisdier niet zo populair. De tamme muis heeft het eigenlijk zwaar te verduren, ze worden meestal gehouden als voedseldieren, fokdieren of als proefdieren. Mensen zien ze of als plaagdieren of als ‘dingen’ die je gebruikt voor een bepaald doeleinde. Dat is jammer en ook tragisch, want net als elk levend wezen, verdienen ze ons respect en moeten we ze niet behandelen als een stuk vuil of een als een ding. Muizen zijn levende wezens die net zo goed gevoelens en emoties ervaren en lijden ernstig als zij in stress moeten leven en moeten overleven onder de meest gruwelijke leefomstandigheden.

Muizen zijn toevallig op mijn pad gekomen, in 2017 kwamen er vier muisjes mij bij wonen: mijn aller eerste muizen. Toen zag ik ze nog als gewone huisdieren, maar inmiddels is het een passie geworden en probeer ik mij in te zetten om hun welzijn te verbeteren en te achterhalen welke zorg zij nu werkelijk nodig hebben. Het moment dat ik mijn eerste muizen mocht verzorgen tot aan nu, is een wereld van verschil. Ik ben echt de diepte in gegaan om uit te zoeken wat ze nu precies nodig hebben en dat doe ik nog steeds, elke dag weer. Ze verdienen de aandacht en liefde, zeker na wat hen al generaties lang wordt aangedaan. Zo heb ik o.a. ook muizen in huis genomen die afkomstig zijn van de voedselindustrie, van inbeslagnames (opvangcentrums), fokkers en handelaren en muizen die ex-proefdier zijn geweest. Eén ding hebben ze allemaal gemeen: ze willen hun leven leiden, op hun manier, zonder in continue angst te moeten leven en machteloos te voelen.

Nu denk je wellicht, dit ging toch over muizen als huisdier houden? Ja, daar kom ik zeker op, maar daarvoor is het belangrijk om te weten welke voorgeschiedenis muizen dragen en welk impact dit op hen heeft.

Een aantal basisbeginselen

Ik noem het maar de basisbeginselen: een opsomming van zaken waar je rekening mee moet houden als je muizen wil gaan houden en zo veel mogelijk wil inspelen op hun behoeften. Muizen zijn, naar mijn mening, niet de meest makkelijke huisdieren – hoewel je ongetwijfeld het tegenovergestelde zult vinden op andere websites en informatiebronnen. In principe zijn ze ook niet heel moeilijk te houden, zolang je je bewust bent van een van deze aantal basisbeginselen:

Als eerste wil ik beginnen over hun gezondheid. Muizen staan er om bekend dat ze een vrij zwakke gezondheid hebben en niet zo oud worden. Dit ervaar ik, helaas, zelf ook bij mijn muizen. Ze zijn voornamelijk gevoelig voor luchtwegenproblemen en ontwikkelen van tumoren. Sommige andere klachten komen ook voor zoals huidparasieten, middenoorontstekingen en soms ook gewoon klachten die niet te plaatsen zijn. Muizen zijn geen makkelijke patiënten, zeker niet de muizen die zich niet of nauwelijks laten hanteren. Hierdoor is een fysiek onderzoek haast onmogelijk en bestudeert de dierenarts ze vanuit een doorzichtig vervoersbak. Maar mocht je dus er aan denken om muizen te houden: dan is dit iets waar je 100% rekening mee moet houden en jezelf moet voorbereiden op ziekten en de bijbehorende behandelingen.

Inmiddels ervaar ik zelf dat je grotendeels preventief kunt werken door te zorgen voor gezonde voeding en een juiste huisvesting: dat verkleint het risico op (langdurige) stress wat een goede uitwerking heeft op hun zelfgenezend vermogen. Er zijn een aantal kruiden die preventief (als voeding) aangeboden kunnen worden om longproblemen voor te zijn of anders te stabiliseren. Besteed dus zeker aandacht in de preventieve zorg én zorg dat je een dierenarts hebt die gespecialiseerd is in het behandelen van muizen én zorg dat je een relatief gevuld spaarpotje hebt (welk bedrag je daarvoor nodig hebt, hangt af van de hoeveelheid muizen waar je voor zorgt).

Muizen worden meestal niet erg oud, ze worden ergens tussen de 1 tot 2 jaar oud. Schaf je een groepje muizen aan, dan is de kans groot dat je binnen 1 tot 2 jaar nog maar een enkeling overhoudt. Muizen zijn echter zeer sociale dieren, een muis alleen houden is daarom niet aan te raden. Dit betekent dat je relatief vaak opzoek zult moeten gaan naar nieuwe muizen om aan je groep toe te voegen. Je kunt niet zo maar nieuwe muizen toevoegen aan een groep, je zult vooraf moeten koppelen. Oftewel: je hebt kennis nodig van hun gedrag en manieren van koppelen. In principe zijn koppelingen niet erg ingewikkeld, maar ook dit hangt weer af van de muizen: ik heb gemerkt dat de voorgeschiedenis een grote rol speelt, sommigen muizen hebben een zware periode gehad en zijn daardoor lastiger te koppelen. Veel veranderingen hebben ook een invloed op hun gedrag, net als verhuizingen, waardoor ze vanuit stress ruzie kunnen gaan maken. Houdt vooraf hier rekening mee, want soms moet je hierdoor een groep scheiden omdat het gewoon niet werkt.

Muizen hebben véél ruimte nodig, dit is iets wat vaak nog wordt onderschat. Muizen zijn zeer leergierig, nieuwsgierig en beweeglijk. Ze hebben een grote behoefte aan ruimte en uitdaging. Ze moeten zelfs hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen, zoals het kunnen graven en maken van burchten, klimmen, foerageren, kunnen schuilen bij gevaar, enzovoorts. Om dit daadwerkelijk aan te bieden, is er een relatief ruim verblijf nodig met een goede en juiste inrichting.

Daarnaast wil ik echt duidelijk maken dat muizen in de basis geen knuffeldieren zijn. Het zijn van nature prooidieren en hebben vaak geen behoefte aan knuffelsessies en vinden het vaak niet leuk om opgepakt te worden. Het zijn vooral kijkdieren. In sommige, uitzonderlijke gevallen, tref je een muis die het erg leuk vindt (ik heb er al meer dan 100 muizen gehad en ik heb maar één keer meegemaakt dat een muis mijn aandacht echt leuk vond). Met kijkdieren kun je een leuke band opbouwen en een vertrouwensband creëren.
Afbeelding
Muizenverblijf. Foto van Mini Natuur
Afbeelding
Kruiden voor muizen. Foto van Mini Natuur

Waar je nog meer rekening mee moet houden

Er zijn nog meer zaken om rekening mee te houden. Zo kosten muizen geld:
  • Aanschafkosten: dit zijn in principe eenmalige kosten, zoals het kopen van een verblijf, spullen voor de inrichting, aanschafkosten/adoptiekosten voor de muizen, enzovoorts. De kosten hiervoor lopen uiteen en hangen af van de grootte van je groep en hoe groot het verblijf is, of je het verblijf zelf gaat maken of kant-en-klaar wil kopen, enzovoorts. Je bent al gemakkelijk tussen de 150-500 euro kwijt om een heel inventaris aan te schaffen en een verblijf te kopen.
  • Maandelijkse kosten: dit zijn terugkerende kosten, zoals bodembedekking, nestmateriaal en voeding. Hoeveel dit maandelijks kost, hangt wederom ook weer af van de grootte van de groep en hoeveel bodembedekking er wordt gebruikt. Je kunt hierop bezuinigen door grootverpakkingen te kopen (bodembedekking). Je kunt ongeveer rekenen op 10-20 euro per maand voor een klein groepje muizen. 
  • Sporadische kosten: dit zijn kosten die je niet vooraf kunt voorzien, zoals dierenartskosten. Een muis kan natuurlijk ziek worden, en dan is het belangrijk dat je vooraf geld hebt om deze kosten te betalen. Hoeveel je opzij moet zetten hangt af van hoeveel muizen je in huis neemt en hoe duur de dierenarts is (kosten kunnen sterk variëren). Het is handig om een spaarpotje van zo’n 150-250 euro te hebben.
Muizen hebben verzorging nodig, dat houdt onder andere in:
  • Dagelijks voeding geven en het water verversen
  • Dagelijkse observaties van gedrag en fysieke toestand
  • Aanbieden van aanvullende voeding zoals extra zaden, gedroogde kruiden, verse voeding, verse takken, enzovoorts
  • Eens in de 1 á 2 weken weghalen van de plasplekjes en netjes maken van het verblijf (ook wek bekend als ‘spotcleanen’)
  • Eens in de 2 tot 4 weken schoonmaken van het verblijf (in gedeeltes!) waarbij de helft van de bodembedekking wordt vervangen, oude oogst wordt vervangen met verse oogst, nestmateriaal wordt vervangen, enzovoorts
Een ding wordt nog wel eens vergeten, muizen hebben dus dagelijkse verzorging nodig en dat houdt in dat er iemand voor je muizen moet kunnen zorgen wanneer je op vakantie of een paar dagen weg bent. Als je muizen wil gaan houden, zoek vooraf uit of er iemand in je omgeving woont die op dergelijke momenten voor je muizen kan en wil zorgen. Houdt er ook rekening mee dat muizen ziek kunnen worden, ook vlak voor je vakantie en dat je een back-up plan hebt en iemand in staat is om voor je muizen te zorgen.

Ik kom nog met regelmaat tegen dat je goed tegen de geur en stank van muizen moet kunnen. Zelf merk ik niets van de geur, alleen wanneer ze in koppeling zijn of net bij mij komen wonen en moeten wennen. Muizen zijn van zichzelf zeer territoriaal en door geurmarkeringen maken ze duidelijk dat hun verblijf hun plek is. Het is daarom niet zo gek dat ze in het begin of tijdens een koppeling sterk gaan ruiken. Maar bij een normale, stabiele groep muizen met goede en juiste huisvesting, zal de geur vanzelf verdwijnen. Je hoort ze dus niet zo sterk te ruiken. Sterker nog: als ze zo intens stinken, dan is er echt iets aan de hand, het is een symptoom van een onderliggend probleem. Het is ook niet goed voor ze om in hun continue stank te moeten leven en geeft een groter risico op het ontwikkelen van luchtwegklachten. Enkel ongecastreerde mannetjes muizen blijf je wel sterk ruiken, maar ik raad het niet aan om ongecastreerde mannetjes te houden vanwege het risico op gevechten en de manier van houden hun welzijn drastisch omlaag haalt.

Kort samengevat:

  1. Houdt rekening met hun zwakke gezondheid en bereid je hier op voor
  2. Lees je goed in over gedrag en koppelingen
  3. Zorg dat je een goede dierenarts in de buurt hebt die verstand heeft van muizen
  4. Bespaar niet op ruimte en inrichting, neem hun behoeften serieus
  5. Muizen zijn géén knuffeldieren
  6. Muizen zijn prooidieren, ze zijn van nature angstig aangelegd
0 Comments

    Auteur

    Mijn naam is Elisabeth. Hier vind je al mijn informatieve blogs over natuurlijke voeding, huisvesting, zorg en meer voor konijnen en knaagdieren!

    Archieven

    Juli 2024
    Mei 2024
    April 2024
    Maart 2024
    Februari 2024
    Januari 2024
    December 2023
    November 2023
    Oktober 2023
    September 2023
    Mei 2023
    Maart 2023
    Januari 2023
    Oktober 2022
    September 2022
    Juni 2022
    Mei 2022
    April 2022
    Maart 2022
    Februari 2022
    Januari 2022
    December 2021
    November 2021
    Oktober 2021
    September 2021
    Augustus 2021
    Juli 2021
    Juni 2021
    Mei 2021
    April 2021
    Maart 2021
    Februari 2021
    Januari 2021
    December 2020
    November 2020
    Oktober 2020
    Augustus 2020
    Juli 2020
    Mei 2020
    April 2020
    Februari 2019
    Januari 2019

    RSS-feed

​Volg Mini Natuur op: 
Facebookpagina Mini Natuur
Instagram @mininatuur

TikTok @mininatuur

Meepraten over natuurlijke stijl? Dat kan op: 
Facebookgroep 'Konijnen & Cavia's Natuurlijke Stijl' (ook voor chinchilla's en degoes)
Facebookgroep 'Natuurlijke stijl voor kleine knaagdieren'


© 2019-2024  Mini Natuur
Alle teksten zijn door mijzelf beschreven tenzij anders vermeld of door middel van een citaat. Ook de foto's zijn door mijzelf gemaakt. Ik gebruik tevens foto's van derden waar ik uitsluitend toestemming heb gekregen om deze voor mijn website te gebruiken. Teksten en foto's mogen niet worden gebruikt zonder toestemming! Mocht je mijn foto's (of van derden) en tekst ergens anders tegen komen, dan graag direct vermelden aan [email protected]