Fluitenkruid is een veelvoorkomend kruid en kom je vooral in het voorjaar tegen. Er zijn talloze meer schermbloemigen, zoals zevenblad, duizendblad, berenklauw, wilde peen en zelfs pastinaak. Maar deze planten hebben duidelijk een ander type blad waardoor ze veel makkelijker te onderscheiden zijn van de fluitenkruid bijvoorbeeld. Maar er zijn ook enkele schermbloemigen die op eerste gezicht veel lijkt op de fluitenkruid, waarvan sommigen (zeer) giftig zijn. Om die reden wordt er gewaarschuwd om fluitenkruid niet te plukken, tenzij je er zeker van bent dat het fluitenkruid is. Dit heeft er helaas toe geleid dat velen de fluitenkruid niet durven te plukken voor hun konijnen en knaagdieren, uit angst dat de verkeerde wordt geplukt. Natuurlijk is het niet de bedoeling iets te plukken waarvan je niet weet wat het is – maar het is nu ook weer niet zo ingewikkeld om de fluitenkruid te leren herkennen. Fluitenkruid heeft een aantal zeer unieke kenmerken die de andere giftige dubbelgangers niet hebben. Hierdoor kun je de fluitenkruid eenvoudig herkennen! Na de fluitenkruid beschrijf ik enkele giftige dubbelgangers en hun kenmerken, zodat je ook weet hoe deze er uit zien en wat hun unieke kenmerken zijn. De kenmerken van fluitenkruid De steel van de fluitenkruid is behaard, waarbij de schede (waar de vertakkingen zitten) sterk behaard is. De steel is rond en hol van binnen. De buitenste stelen zien er een beetje uit als bleekselderij. De kleur is groen, soms een beetje rood/paarsig. Verder egaal van kleur, geen vlekken of spetters! De bloemen zijn een typische schermbloem. Aan de voet van het scherm zitten geen omwindsels, aan de voet van ieder bloem weer wel. De bloemen zelf bestaan uit 5 bloemblaadjes, waarvan de buitenste drie kroonblaadjes groter zijn dan de twee binnenste. Meer uitgebreide informatie vind je hier: https://wilde-planten.nl/fluitenkruid.htm https://www.floravannederland.nl/planten/Fluitenkruid Giftige dubbelgangers Dit zijn de bekende dubbelgangers: Dolle kervel Dolle kervel groeit en bloeit in het voorjaar, net als de fluitenkruid. Hij heeft, net als bij de fluitenkruid, aan de voet van het scherm geen omwindsel. Bij de voet van de bloemen zelf zitten omwindsels. De steel is behaard, waar hij onderaan rood is en overloopt naar een groene kleur, bij de bovenste stengels zie je rode spetters of vlekken – dit onderscheidt hem al van de fluitenkruid, want fluitenkruid heeft geen rode spetters of vlekken. Bij doorsnede zie je dat de stengel gevuld is (fluitenkruid is hol). Een uitgebreide uitleg en een filmpje over de kenmerken van de dolle kervel kun je hier terug vinden: https://www.floravannederland.nl/planten/dolle_kervel/ https://wilde-planten.nl/dollekervel.htm Gevlekte scheerling De steel van de gevlekte scheerling is kaal (geen beharing), is groen met rode vlekken. De steel is hol van binnen maar meer hol t.o.v. fluitenkruid. De bloemschermen zijn wat boller en voller in tegenstelling tot de fluitenkruid en aan de voet van het scherm zitten een aantal omwindsels (fluitenkruid heeft dat niet). Aan de voet van de bloem zitten omwindsels aan één kant geslagen. Het schijnt dat de gevlekte scheerling niet lekker ruikt. Meer uitgebreide uitleg, foto’s en filmpjes kun je hier vinden: https://www.floravannederland.nl/planten/gevlekte_scheerling https://wilde-planten.nl/gevlektescheerling.htm Hondspeterselie
De steel is geribt, kaal en hol van binnen. Hij heeft, net als de fluitenkruid, ook een schede, maar deze is niet behaard. Aan de voet van de schermbloem zitten geen omwindsels maar wel aan de voet van de bloem, daar vind je 3 of 4 lange omwindsels en dat is een zeer duidelijk kenmerk van de hondspeterselie. De bloembladeren zelf, met de kroonblaadjes, zijn ongeveer hetzelfde als de fluitenkruid. Meer uitgebreide informatie, foto’s en filmpjes, vind je hier: https://www.floravannederland.nl/planten/hondspeterselie/ https://wilde-planten.nl/hondspeterselie.htm
0 Comments
Er zijn talloze opties wat betreft bodembedekking. Welke je kiest, hangt af van een aantal zaken. In deze blog bespreek ik welke bodembedekking geschikt is en waar je deze voor kunt gebruiken. Het kan zijn dat deze pagina met de tijd wordt bijgewerkt omdat er best veel type soorten bodembedekking te vinden is en nog wel eens wat verandert. Strooisels als bodembedekking Onder strooisels vallen bodembedekking die je moet vervangen (en dus éénmalig wordt gebruikt). Goedkope bodembedekking zijn bijvoorbeeld ontstoft houtvezel (zoals allspan of plospan), hennepvezel of vlas. Deze kun je vaak in groot verpakkingen kopen. Er zijn ook andere soorten strooisels op basis van papier, maar een stuk duurder en kan flink in de kosten oplopen. Houtvezel Absorbeert goed ● prettig voor de cavia-voetjes ● relatief goedkoop en te vinden in grootverpakkingen ● licht stoffig (kies altijd voor ontstoft houtvezel!) ● geschikte merken zijn allspan en plospan Let op: echt zaagsel is ongeschikt en te stoffig. Houtvezel met geuren er in (zoals citroen) zijn ongeschikt! Hennepvezel Absorbeert iets minder goed ● licht stoffig ● is prettig voor de cavia-voetjes ● gemiddelde prijsklasse ● wordt gemaakt van de hennepplant (de houtige delen), is eetbaar voor cavia’s en konijnen Vlas Absorbeert minder goed, laat het vocht goed door ● minimaal stoffig ● iets minder zacht voor de voeten ● relatief goedkoop en te vinden in grootverpakking ● wordt gemaakt van lijnzaad, is eetbaar voor cavia’s en konijnen ● let op: bevat vaak lijnzaden! Dat is geen probleem tenzij ze er te veel van eten en last van krijgen, dan kun je beter voor een andere bodembedekking kiezen Stro- of houtkorrels Absorbeert zeer goed ● niet geschikt voor de cavia-voeten, voorzie het van een zachte bovenlaag! ● geen stof aanwezig ● relatief goedkoop ● als cavia’s er van eten, dan liever niet gebruiken! Papierbodembedekking Absorbeert zeer goed ● relatief duur ● nauwelijks stof aanwezig ● is zacht voor de cavia voeten ● niet gebruiken als cavia’s er van eten! Kranten Absorbeert niet, maar helpt wel om aanslag op de vloer te voorkomen ● moet afgedekt zijn met andere bodembedekking ● niet gebruiken als ze er van eten! ● vaak gratis te vinden Katoen Absorbeert niet erg goed ● erg duur in prijs ● gaat snel ruiken ● wordt snel vochtig en muffig ● zacht voor de pootjes ● ze kunnen het eten maar dat is niet de bedoeling Hooi Geschikt om de hardere bodembedekking af te dekken ● weinig stof aanwezig ● geschikt om te eten ● prettig voor de pootjes ● absorbeert niet! Stro Geschikt om hardere bodembedekking af te dekken ● weinig stof aanwezig ● kan veilig gegeten worden ● prettig voor de pootjes ● absorbeert niet ● vaak wordt gezegd dat stro gevaarlijk is voor de ogen, maar dit risico is er met alle soorten bodembedekking en het risico is heel klein ● relatief goedkoop ● isoleert zeer goed tijdens de wintermaanden Ongeschikte strooisels Kattenbak vullingen ● siliciaat korrels ● zeer fijn zaagsel (te stoffig!) ● kleikorrels (kattenbakvulling) Stoffen bodembedekking Tegenwoordig zien we steeds vaker dat er gebruik wordt gemaakt van stoffen bodembedekkers zoals fleece of badmatten. Vooral bij cavia-houders is dit populair voor binnenhuisvesting. Vaak wordt zulke bodembedekking gezien als een onnatuurlijke of kunstmatige bodembedekking en waar cavia’s niet in staat worden gesteld om natuurlijk gedrag te vertonen zoals foerageren. Maar dat blijkt in de praktijk erg mee te vallen en in bepaalde opzichten heeft stoffen bodembedekking meer voordelen t.o.v. strooisel. Je kunt ze in de behoefte foerageren voorzien door sowieso gevarieerde voeding aan te bieden, dus dat ‘probleem’ is daarmee al opgelost. Maar wat nu echt voordelen zijn van zulke bodembedekking is het volgende:
Er zijn drie lagen waarmee wordt gewerkt:
Bij konijnen worden stoffen bodembedekking voor binnen wel eens gebruikt, bijvoorbeeld op plekken waar ze toiletteren en in toiletten. Hierbij wordt hetzelfde gebruikt als bij cavia’s, maar de volledige ruimte hoeft er niet mee worden gevuld omdat konijnen gebruik maken van een toilet. Wat te doen met het afval? Als je cavia’s of konijnen houdt, dan heb je te maken met afval: keutels, voedsel- en hooiresten en strooisels. Dit kan in de GFT container, maar je kunt (een deel) ook op een composthoop doen, als je deze in je bezit hebt. Zeker keutels, voedselresten en bepaald strooisel (zoals vlas en hennepvezel) zijn ideaal om te gebruiken voor op de composthoop of als mulch (mulch is het afdekken van de bodem tegen onkruidgroei en helpt tegen uitdroging). Dat scheelt een hoop afval! Hier gebruik ik een groot deel als mulch en een deel gaat op de composthoop. Alleen het zaagsel (houtvezel) is niet zo geschikt voor op een composthoop of als mulch. Als je hier meer specifieke informatie wil lezen, kun je het beste dit zelf opzoeken of in tuinboeken lezen. Daar vind je veel waardevolle informatie over hoe je compost maakt of welk materiaal geschikt is voor de compost of om als mulch te gebruiken.
Cavia’s zijn van nature sociale dieren en vooral groepsdieren. Het samenleven met een soortgenoot is dan ook erg belangrijk voor ze! Een ander diersoort of mens kan deze interactie niet vervangen. Ondanks dat cavia’s sociale dieren zijn, is het wel van belang na te gaan welke samenstellingen er zijn en waar je rekening mee moet houden. Ook hangt het af van de ervaring en ruimte die je hebt en aan de hand daarvan kun je beslissen welke samenstelling bij jou (en natuurlijk de cavia’s) passend is. Groepsgrootte Cavia’s zijn van nature groepsdieren. Wilde cavia’s leven doorgaans in grotere groepen waarin kleinere subgroepjes ontstaan (een mannetje met meerdere vrouwtjes). Een groepje vanaf 4 cavia’s heeft daarom de voorkeur. Wanneer je maar 2 cavia’s samen houdt, dan zijn ze echt enkel op elkaar gericht en dan moet het wel echt een goede match zijn. Hoe groter de groep, hoe meer variatie en hoe meer interactie. In grotere groepen kunnen ze diverse vriendschappen aangaan en hun eigen vriendjes uitkiezen. Het voordeel van een groep is ook dat als er één cavia is overleden, je niet direct op zoek hoeft te gaan naar een nieuwe cavia. In principe is er geen limiet als het gaat om hoeveel cavia’s je bij elkaar kunt houden. Wel is het van belang dat er voldoende ruimte is. Cavia’s zijn dan wel sociale dieren, maar ze moeten ook de ruimte hebben om hun energie kwijt te kunnen en elkaar uit de weg te gaan. Als ze in een te kleine ruimte opgesloten zitten, raken ze gefrustreerd en dat kunnen ze op elkaar af gaan reageren. Dit zie je vooral bij beren. Bij zeugjes zie je vaak dat ze bronstig worden en dan op de andere cavia(‘s) wil rijden. Dat is in principe geen probleem zolang er voldoende ruimte is, maar als er te weinig ruimte is, dan kan dit een effect hebben op hun onderlinge band. Je kunt onder het kopje ‘huisvesting’ terug vinden hoeveel ruimte cavia’s nodig hebben en hoe je kunt berekenen hoeveel cavia’s je maximaal in een verblijf kunt houden. Leeftijd Leeftijd kan een rol spelen, en vooral moet dan ook goed nagedacht worden welke leeftijden goed overeen komen en wat je beter kunt laten. Zo raad ik het niet aan om een (zeer) jonge cavia te koppelen aan een oudere cavia, die leeftijden en levensfases kunnen te ver uit elkaar liggen. In een groep is dat juist weer niet zo’n probleem omdat er genoeg variatie is aan contacten. Voor jonge cavia’s is het zelfs belangrijk dat zij opgroeien met sociale, volwassen cavia’s om de sociale vaardigheden goed aan te leren. Wanneer cavia’s op jonge leeftijd opgroeien zonder sociale, volwassen cavia’s, lopen zij het risico dat hun sociale vaardigheden onvoldoende ontwikkeld en dat kan gevolgen hebben voor latere koppelingen en socialisaties. Ze zijn minder makkelijk te koppelen bijvoorbeeld en kunnen niet even makkelijk met elke cavia overweg. Om die reden raad ik het af om enkel jonge cavia’s te houden en enkel jonge cavia’s toe te voegen aan een bestaande, stabiele groep. Samenstellingen
Muizen zijn van nature sociale dieren, in het wild leven ze in relatief grote groepen. Het sociale aspect is daarom een belangrijke basisbehoefte. Muizen moeten daarom altijd met meerdere worden samengehouden om ze in deze sociale behoefte te voorzien. Dat muizen sociaal zijn betekent alleen niet dat ze altijd door één deur kunnen en nooit ruzie maken! Er zijn diverse soorten ‘samenstellingen’ die elk hun voor- en nadelen hebben. Het belangrijkste is dat je streeft naar een harmonieuze groep waar iedere muis zich prettig en veilig voelt. De groepsgrootte Muizen zijn van nature echte groepsdieren, ze leven in het wild in vrij grote groepen. Het zijn dus, naast dat het sociale dieren zijn, ook echt groepsdieren. De minimale grootte van de groep is vier muizen. Onder de vier muizen is het geen groep meer en dat voldoet niet aan hun sociale behoefte. Een ander, bijkomend probleem, als je er maar 2 of 3 houdt, is dat je het risico loopt om relatief snel weer op zoek te moeten gaan naar nieuwe muizen. Muizen worden niet erg oud (1 tot 2 jaar) en hebben niet zo’n sterke gezondheid. Met 2 of 3 muizen is de kans groot dat er nog maar één overblijft en dan moet je rap op zoek gaan naar een nieuw groepje muizen. Houd je echter een grotere groep, dan is dit risico veel minder aanwezig. Een ander voordeel van een grotere groep is dat je dus minder vaak hoeft te koppelen. Koppelen is voor muizen behoorlijk stressvol en aangezien ze niet erg oud worden, raad ik het aan om een muis niet vaker dan 2-3 keer te laten koppelen. Met een groep van 2 tot 3 muizen loop je het risico dat je ze vaak opnieuw moet koppelen waardoor ze veel stress moeten ondergaan in hun relatief korte leventje. Je kunt uiteraard ook grotere groepen houden, maar kijk altijd naar welke ruimte je ze kunt bieden en pas daar de groepsgrootte op aan. Houdt ook rekening met de zorg die je ze kunt bieden. Een grotere groep betekent dat het dagelijks observeren meer tijd kost, zeker als de muizen behoorlijk op elkaar lijken, is dat wel eens een opgave. Uit ervaring merk ik dat een groepsgrootte van 6 tot 8 muizen het fijnst ‘werkt’, de muizen hebben op deze manier relatief veel mogelijkheden tot sociaal contact en het ontwikkelen van diverse vriendschappen en het is een prettig aantal om te observeren en in de gaten te houden. Zeker als je nog niet ervaren bent met het houden van muizen, raad ik het aan om met een kleine groep van zo’n 4-6 muizen te beginnen. Houdt er altijd rekening mee dat een groep ook uit elkaar kan vallen. Soms gebeurt het dat karakters niet matchen of dat een muisje echt wordt weggepest. Daarom dat de dagelijkse observaties van belang zijn om na te gaan hoe elke muis in de groep ligt en of ze nog harmonieus samenleven. Soms is een herkoppeling nodig, maar soms is het nodig om ze echt definitief te scheiden. Het hangt allemaal af van hun voorgeschiedenis, hun karakter en hun gezondheid. Vooral kleinere, zwakkere muizen hebben meer aandacht nodig en moet je er op toezien of zij goed opgenomen worden in de groep. Stel dat dat niet het geval is en één muis specifiek wordt lastig gevallen, is het van belang te achterhalen welke muizen niet goed overeen komen. Je kunt dan het muisje eruit halen samen met een aantal andere groepsgenoten waar zij goed mee overeen komen. Diverse groepssamenstellingen Er zijn verschillende soorten samenstellingen in geslacht:
Mannetjesmuizen Het gebeurt nog met regelmaat dat mannetjesmuizen alleen worden gehouden of, zoals hierboven beschreven, in groepen worden gehouden in zeer kleine verblijven om (ernstige) ruzies te ‘voorkomen’ (maar waarbij er wordt ingeleverd op hun welzijn). Het is helaas nog niet zo gewoon in Nederland om mannetjesmuizen te laten castreren – maar een handjevol dierenartsen doen dit. In andere gevallen wordt het niet aangeraden omdat het te duur is of te risicovol is, of iets dergelijks. Natuurlijk, bij elke operatie zijn er risico’s, maar in geval van mannetjesmuizen is het een keuze tussen twee kwaden waarin je kiest voor het minste kwaad: de castratie waarbij er uitzicht is op een fijner leven. Soms is een castratie echt niet mogelijk (om wat voor reden dan ook) – maar zelfs dan is het alleen houden van zo’n mannetjesmuis, of het houden in veel te kleine verblijven met andere mannetjes, niet nodig. Het is zelfs mogelijk om een ongecastreerde mannetjesmuis samen te houden met een groep gecastreerde mannetjes (ook hier hangt het weer af van de karakters en context). Er is in ieder geval genoeg et Het gkeuze en mogelijkheden om mannetjesmuizen samen te laten leven met andere muizen zonder in te leveren op hun welzijn. Meer uitgebreide informatie over dit onderwerp kun je hier vinden:
https://das-maeuseasyl.de/verhalten/allgemeines-zum-verhalten/farbmausbocke/ Het is in Duitsland dan ook veel meer normaal om mannetjesmuizen te laten castreren – zelfs in opvangen doen zij dit vaak standaard (net zoals konijnen en cavia’s standaard worden gecastreerd hier in Nederland). Muizen, daarmee bedoel ik de kleurmuizen (tamme muizen), zijn als huisdier niet zo populair. De tamme muis heeft het eigenlijk zwaar te verduren, ze worden meestal gehouden als voedseldieren, fokdieren of als proefdieren. Mensen zien ze of als plaagdieren of als ‘dingen’ die je gebruikt voor een bepaald doeleinde. Dat is jammer en ook tragisch, want net als elk levend wezen, verdienen ze ons respect en moeten we ze niet behandelen als een stuk vuil of een als een ding. Muizen zijn levende wezens die net zo goed gevoelens en emoties ervaren en lijden ernstig als zij in stress moeten leven en moeten overleven onder de meest gruwelijke leefomstandigheden. Muizen zijn toevallig op mijn pad gekomen, in 2017 kwamen er vier muisjes mij bij wonen: mijn aller eerste muizen. Toen zag ik ze nog als gewone huisdieren, maar inmiddels is het een passie geworden en probeer ik mij in te zetten om hun welzijn te verbeteren en te achterhalen welke zorg zij nu werkelijk nodig hebben. Het moment dat ik mijn eerste muizen mocht verzorgen tot aan nu, is een wereld van verschil. Ik ben echt de diepte in gegaan om uit te zoeken wat ze nu precies nodig hebben en dat doe ik nog steeds, elke dag weer. Ze verdienen de aandacht en liefde, zeker na wat hen al generaties lang wordt aangedaan. Zo heb ik o.a. ook muizen in huis genomen die afkomstig zijn van de voedselindustrie, van inbeslagnames (opvangcentrums), fokkers en handelaren en muizen die ex-proefdier zijn geweest. Eén ding hebben ze allemaal gemeen: ze willen hun leven leiden, op hun manier, zonder in continue angst te moeten leven en machteloos te voelen. Nu denk je wellicht, dit ging toch over muizen als huisdier houden? Ja, daar kom ik zeker op, maar daarvoor is het belangrijk om te weten welke voorgeschiedenis muizen dragen en welk impact dit op hen heeft. Een aantal basisbeginselen Ik noem het maar de basisbeginselen: een opsomming van zaken waar je rekening mee moet houden als je muizen wil gaan houden en zo veel mogelijk wil inspelen op hun behoeften. Muizen zijn, naar mijn mening, niet de meest makkelijke huisdieren – hoewel je ongetwijfeld het tegenovergestelde zult vinden op andere websites en informatiebronnen. In principe zijn ze ook niet heel moeilijk te houden, zolang je je bewust bent van een van deze aantal basisbeginselen: Als eerste wil ik beginnen over hun gezondheid. Muizen staan er om bekend dat ze een vrij zwakke gezondheid hebben en niet zo oud worden. Dit ervaar ik, helaas, zelf ook bij mijn muizen. Ze zijn voornamelijk gevoelig voor luchtwegenproblemen en ontwikkelen van tumoren. Sommige andere klachten komen ook voor zoals huidparasieten, middenoorontstekingen en soms ook gewoon klachten die niet te plaatsen zijn. Muizen zijn geen makkelijke patiënten, zeker niet de muizen die zich niet of nauwelijks laten hanteren. Hierdoor is een fysiek onderzoek haast onmogelijk en bestudeert de dierenarts ze vanuit een doorzichtig vervoersbak. Maar mocht je dus er aan denken om muizen te houden: dan is dit iets waar je 100% rekening mee moet houden en jezelf moet voorbereiden op ziekten en de bijbehorende behandelingen. Inmiddels ervaar ik zelf dat je grotendeels preventief kunt werken door te zorgen voor gezonde voeding en een juiste huisvesting: dat verkleint het risico op (langdurige) stress wat een goede uitwerking heeft op hun zelfgenezend vermogen. Er zijn een aantal kruiden die preventief (als voeding) aangeboden kunnen worden om longproblemen voor te zijn of anders te stabiliseren. Besteed dus zeker aandacht in de preventieve zorg én zorg dat je een dierenarts hebt die gespecialiseerd is in het behandelen van muizen én zorg dat je een relatief gevuld spaarpotje hebt (welk bedrag je daarvoor nodig hebt, hangt af van de hoeveelheid muizen waar je voor zorgt). Muizen worden meestal niet erg oud, ze worden ergens tussen de 1 tot 2 jaar oud. Schaf je een groepje muizen aan, dan is de kans groot dat je binnen 1 tot 2 jaar nog maar een enkeling overhoudt. Muizen zijn echter zeer sociale dieren, een muis alleen houden is daarom niet aan te raden. Dit betekent dat je relatief vaak opzoek zult moeten gaan naar nieuwe muizen om aan je groep toe te voegen. Je kunt niet zo maar nieuwe muizen toevoegen aan een groep, je zult vooraf moeten koppelen. Oftewel: je hebt kennis nodig van hun gedrag en manieren van koppelen. In principe zijn koppelingen niet erg ingewikkeld, maar ook dit hangt weer af van de muizen: ik heb gemerkt dat de voorgeschiedenis een grote rol speelt, sommigen muizen hebben een zware periode gehad en zijn daardoor lastiger te koppelen. Veel veranderingen hebben ook een invloed op hun gedrag, net als verhuizingen, waardoor ze vanuit stress ruzie kunnen gaan maken. Houdt vooraf hier rekening mee, want soms moet je hierdoor een groep scheiden omdat het gewoon niet werkt. Muizen hebben véél ruimte nodig, dit is iets wat vaak nog wordt onderschat. Muizen zijn zeer leergierig, nieuwsgierig en beweeglijk. Ze hebben een grote behoefte aan ruimte en uitdaging. Ze moeten zelfs hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen, zoals het kunnen graven en maken van burchten, klimmen, foerageren, kunnen schuilen bij gevaar, enzovoorts. Om dit daadwerkelijk aan te bieden, is er een relatief ruim verblijf nodig met een goede en juiste inrichting. Daarnaast wil ik echt duidelijk maken dat muizen in de basis geen knuffeldieren zijn. Het zijn van nature prooidieren en hebben vaak geen behoefte aan knuffelsessies en vinden het vaak niet leuk om opgepakt te worden. Het zijn vooral kijkdieren. In sommige, uitzonderlijke gevallen, tref je een muis die het erg leuk vindt (ik heb er al meer dan 100 muizen gehad en ik heb maar één keer meegemaakt dat een muis mijn aandacht echt leuk vond). Met kijkdieren kun je een leuke band opbouwen en een vertrouwensband creëren. Waar je nog meer rekening mee moet houden Er zijn nog meer zaken om rekening mee te houden. Zo kosten muizen geld:
Ik kom nog met regelmaat tegen dat je goed tegen de geur en stank van muizen moet kunnen. Zelf merk ik niets van de geur, alleen wanneer ze in koppeling zijn of net bij mij komen wonen en moeten wennen. Muizen zijn van zichzelf zeer territoriaal en door geurmarkeringen maken ze duidelijk dat hun verblijf hun plek is. Het is daarom niet zo gek dat ze in het begin of tijdens een koppeling sterk gaan ruiken. Maar bij een normale, stabiele groep muizen met goede en juiste huisvesting, zal de geur vanzelf verdwijnen. Je hoort ze dus niet zo sterk te ruiken. Sterker nog: als ze zo intens stinken, dan is er echt iets aan de hand, het is een symptoom van een onderliggend probleem. Het is ook niet goed voor ze om in hun continue stank te moeten leven en geeft een groter risico op het ontwikkelen van luchtwegklachten. Enkel ongecastreerde mannetjes muizen blijf je wel sterk ruiken, maar ik raad het niet aan om ongecastreerde mannetjes te houden vanwege het risico op gevechten en de manier van houden hun welzijn drastisch omlaag haalt. Kort samengevat:
|
AuteurMijn naam is Elisabeth. Hier vind je al mijn informatieve blogs over natuurlijke voeding, huisvesting, zorg en meer voor konijnen en knaagdieren! Archieven
Juli 2024
|
Volg Mini Natuur op:
Facebookpagina Mini Natuur Instagram @mininatuur TikTok @mininatuur Meepraten over natuurlijke stijl? Dat kan op: Facebookgroep 'Konijnen & Cavia's Natuurlijke Stijl' (ook voor chinchilla's en degoes) Facebookgroep 'Natuurlijke stijl voor kleine knaagdieren' |
© 2019-2024 Mini Natuur
Alle teksten zijn door mijzelf beschreven tenzij anders vermeld of door middel van een citaat. Ook de foto's zijn door mijzelf gemaakt. Ik gebruik tevens foto's van derden waar ik uitsluitend toestemming heb gekregen om deze voor mijn website te gebruiken. Teksten en foto's mogen niet worden gebruikt zonder toestemming! Mocht je mijn foto's (of van derden) en tekst ergens anders tegen komen, dan graag direct vermelden aan [email protected] |