Cavia’s zijn van nature sociale dieren en vooral groepsdieren. Het samenleven met een soortgenoot is dan ook erg belangrijk voor ze! Een ander diersoort of mens kan deze interactie niet vervangen. Ondanks dat cavia’s sociale dieren zijn, is het wel van belang na te gaan welke samenstellingen er zijn en waar je rekening mee moet houden. Ook hangt het af van de ervaring en ruimte die je hebt en aan de hand daarvan kun je beslissen welke samenstelling bij jou (en natuurlijk de cavia’s) passend is. Groepsgrootte Cavia’s zijn van nature groepsdieren. Wilde cavia’s leven doorgaans in grotere groepen waarin kleinere subgroepjes ontstaan (een mannetje met meerdere vrouwtjes). Een groepje vanaf 4 cavia’s heeft daarom de voorkeur. Wanneer je maar 2 cavia’s samen houdt, dan zijn ze echt enkel op elkaar gericht en dan moet het wel echt een goede match zijn. Hoe groter de groep, hoe meer variatie en hoe meer interactie. In grotere groepen kunnen ze diverse vriendschappen aangaan en hun eigen vriendjes uitkiezen. Het voordeel van een groep is ook dat als er één cavia is overleden, je niet direct op zoek hoeft te gaan naar een nieuwe cavia. In principe is er geen limiet als het gaat om hoeveel cavia’s je bij elkaar kunt houden. Wel is het van belang dat er voldoende ruimte is. Cavia’s zijn dan wel sociale dieren, maar ze moeten ook de ruimte hebben om hun energie kwijt te kunnen en elkaar uit de weg te gaan. Als ze in een te kleine ruimte opgesloten zitten, raken ze gefrustreerd en dat kunnen ze op elkaar af gaan reageren. Dit zie je vooral bij beren. Bij zeugjes zie je vaak dat ze bronstig worden en dan op de andere cavia(‘s) wil rijden. Dat is in principe geen probleem zolang er voldoende ruimte is, maar als er te weinig ruimte is, dan kan dit een effect hebben op hun onderlinge band. Je kunt onder het kopje ‘huisvesting’ terug vinden hoeveel ruimte cavia’s nodig hebben en hoe je kunt berekenen hoeveel cavia’s je maximaal in een verblijf kunt houden. Leeftijd Leeftijd kan een rol spelen, en vooral moet dan ook goed nagedacht worden welke leeftijden goed overeen komen en wat je beter kunt laten. Zo raad ik het niet aan om een (zeer) jonge cavia te koppelen aan een oudere cavia, die leeftijden en levensfases kunnen te ver uit elkaar liggen. In een groep is dat juist weer niet zo’n probleem omdat er genoeg variatie is aan contacten. Voor jonge cavia’s is het zelfs belangrijk dat zij opgroeien met sociale, volwassen cavia’s om de sociale vaardigheden goed aan te leren. Wanneer cavia’s op jonge leeftijd opgroeien zonder sociale, volwassen cavia’s, lopen zij het risico dat hun sociale vaardigheden onvoldoende ontwikkeld en dat kan gevolgen hebben voor latere koppelingen en socialisaties. Ze zijn minder makkelijk te koppelen bijvoorbeeld en kunnen niet even makkelijk met elke cavia overweg. Om die reden raad ik het af om enkel jonge cavia’s te houden en enkel jonge cavia’s toe te voegen aan een bestaande, stabiele groep. Samenstellingen
0 Comments
Muizen zijn van nature sociale dieren, in het wild leven ze in relatief grote groepen. Het sociale aspect is daarom een belangrijke basisbehoefte. Muizen moeten daarom altijd met meerdere worden samengehouden om ze in deze sociale behoefte te voorzien. Dat muizen sociaal zijn betekent alleen niet dat ze altijd door één deur kunnen en nooit ruzie maken! Er zijn diverse soorten ‘samenstellingen’ die elk hun voor- en nadelen hebben. Het belangrijkste is dat je streeft naar een harmonieuze groep waar iedere muis zich prettig en veilig voelt. De groepsgrootte Muizen zijn van nature echte groepsdieren, ze leven in het wild in vrij grote groepen. Het zijn dus, naast dat het sociale dieren zijn, ook echt groepsdieren. De minimale grootte van de groep is vier muizen. Onder de vier muizen is het geen groep meer en dat voldoet niet aan hun sociale behoefte. Een ander, bijkomend probleem, als je er maar 2 of 3 houdt, is dat je het risico loopt om relatief snel weer op zoek te moeten gaan naar nieuwe muizen. Muizen worden niet erg oud (1 tot 2 jaar) en hebben niet zo’n sterke gezondheid. Met 2 of 3 muizen is de kans groot dat er nog maar één overblijft en dan moet je rap op zoek gaan naar een nieuw groepje muizen. Houd je echter een grotere groep, dan is dit risico veel minder aanwezig. Een ander voordeel van een grotere groep is dat je dus minder vaak hoeft te koppelen. Koppelen is voor muizen behoorlijk stressvol en aangezien ze niet erg oud worden, raad ik het aan om een muis niet vaker dan 2-3 keer te laten koppelen. Met een groep van 2 tot 3 muizen loop je het risico dat je ze vaak opnieuw moet koppelen waardoor ze veel stress moeten ondergaan in hun relatief korte leventje. Je kunt uiteraard ook grotere groepen houden, maar kijk altijd naar welke ruimte je ze kunt bieden en pas daar de groepsgrootte op aan. Houdt ook rekening met de zorg die je ze kunt bieden. Een grotere groep betekent dat het dagelijks observeren meer tijd kost, zeker als de muizen behoorlijk op elkaar lijken, is dat wel eens een opgave. Uit ervaring merk ik dat een groepsgrootte van 6 tot 8 muizen het fijnst ‘werkt’, de muizen hebben op deze manier relatief veel mogelijkheden tot sociaal contact en het ontwikkelen van diverse vriendschappen en het is een prettig aantal om te observeren en in de gaten te houden. Zeker als je nog niet ervaren bent met het houden van muizen, raad ik het aan om met een kleine groep van zo’n 4-6 muizen te beginnen. Houdt er altijd rekening mee dat een groep ook uit elkaar kan vallen. Soms gebeurt het dat karakters niet matchen of dat een muisje echt wordt weggepest. Daarom dat de dagelijkse observaties van belang zijn om na te gaan hoe elke muis in de groep ligt en of ze nog harmonieus samenleven. Soms is een herkoppeling nodig, maar soms is het nodig om ze echt definitief te scheiden. Het hangt allemaal af van hun voorgeschiedenis, hun karakter en hun gezondheid. Vooral kleinere, zwakkere muizen hebben meer aandacht nodig en moet je er op toezien of zij goed opgenomen worden in de groep. Stel dat dat niet het geval is en één muis specifiek wordt lastig gevallen, is het van belang te achterhalen welke muizen niet goed overeen komen. Je kunt dan het muisje eruit halen samen met een aantal andere groepsgenoten waar zij goed mee overeen komen. Diverse groepssamenstellingen Er zijn verschillende soorten samenstellingen in geslacht:
Mannetjesmuizen Het gebeurt nog met regelmaat dat mannetjesmuizen alleen worden gehouden of, zoals hierboven beschreven, in groepen worden gehouden in zeer kleine verblijven om (ernstige) ruzies te ‘voorkomen’ (maar waarbij er wordt ingeleverd op hun welzijn). Het is helaas nog niet zo gewoon in Nederland om mannetjesmuizen te laten castreren – maar een handjevol dierenartsen doen dit. In andere gevallen wordt het niet aangeraden omdat het te duur is of te risicovol is, of iets dergelijks. Natuurlijk, bij elke operatie zijn er risico’s, maar in geval van mannetjesmuizen is het een keuze tussen twee kwaden waarin je kiest voor het minste kwaad: de castratie waarbij er uitzicht is op een fijner leven. Soms is een castratie echt niet mogelijk (om wat voor reden dan ook) – maar zelfs dan is het alleen houden van zo’n mannetjesmuis, of het houden in veel te kleine verblijven met andere mannetjes, niet nodig. Het is zelfs mogelijk om een ongecastreerde mannetjesmuis samen te houden met een groep gecastreerde mannetjes (ook hier hangt het weer af van de karakters en context). Er is in ieder geval genoeg et Het gkeuze en mogelijkheden om mannetjesmuizen samen te laten leven met andere muizen zonder in te leveren op hun welzijn. Meer uitgebreide informatie over dit onderwerp kun je hier vinden:
https://das-maeuseasyl.de/verhalten/allgemeines-zum-verhalten/farbmausbocke/ Het is in Duitsland dan ook veel meer normaal om mannetjesmuizen te laten castreren – zelfs in opvangen doen zij dit vaak standaard (net zoals konijnen en cavia’s standaard worden gecastreerd hier in Nederland). Muizen, daarmee bedoel ik de kleurmuizen (tamme muizen), zijn als huisdier niet zo populair. De tamme muis heeft het eigenlijk zwaar te verduren, ze worden meestal gehouden als voedseldieren, fokdieren of als proefdieren. Mensen zien ze of als plaagdieren of als ‘dingen’ die je gebruikt voor een bepaald doeleinde. Dat is jammer en ook tragisch, want net als elk levend wezen, verdienen ze ons respect en moeten we ze niet behandelen als een stuk vuil of een als een ding. Muizen zijn levende wezens die net zo goed gevoelens en emoties ervaren en lijden ernstig als zij in stress moeten leven en moeten overleven onder de meest gruwelijke leefomstandigheden. Muizen zijn toevallig op mijn pad gekomen, in 2017 kwamen er vier muisjes mij bij wonen: mijn aller eerste muizen. Toen zag ik ze nog als gewone huisdieren, maar inmiddels is het een passie geworden en probeer ik mij in te zetten om hun welzijn te verbeteren en te achterhalen welke zorg zij nu werkelijk nodig hebben. Het moment dat ik mijn eerste muizen mocht verzorgen tot aan nu, is een wereld van verschil. Ik ben echt de diepte in gegaan om uit te zoeken wat ze nu precies nodig hebben en dat doe ik nog steeds, elke dag weer. Ze verdienen de aandacht en liefde, zeker na wat hen al generaties lang wordt aangedaan. Zo heb ik o.a. ook muizen in huis genomen die afkomstig zijn van de voedselindustrie, van inbeslagnames (opvangcentrums), fokkers en handelaren en muizen die ex-proefdier zijn geweest. Eén ding hebben ze allemaal gemeen: ze willen hun leven leiden, op hun manier, zonder in continue angst te moeten leven en machteloos te voelen. Nu denk je wellicht, dit ging toch over muizen als huisdier houden? Ja, daar kom ik zeker op, maar daarvoor is het belangrijk om te weten welke voorgeschiedenis muizen dragen en welk impact dit op hen heeft. Een aantal basisbeginselen Ik noem het maar de basisbeginselen: een opsomming van zaken waar je rekening mee moet houden als je muizen wil gaan houden en zo veel mogelijk wil inspelen op hun behoeften. Muizen zijn, naar mijn mening, niet de meest makkelijke huisdieren – hoewel je ongetwijfeld het tegenovergestelde zult vinden op andere websites en informatiebronnen. In principe zijn ze ook niet heel moeilijk te houden, zolang je je bewust bent van een van deze aantal basisbeginselen: Als eerste wil ik beginnen over hun gezondheid. Muizen staan er om bekend dat ze een vrij zwakke gezondheid hebben en niet zo oud worden. Dit ervaar ik, helaas, zelf ook bij mijn muizen. Ze zijn voornamelijk gevoelig voor luchtwegenproblemen en ontwikkelen van tumoren. Sommige andere klachten komen ook voor zoals huidparasieten, middenoorontstekingen en soms ook gewoon klachten die niet te plaatsen zijn. Muizen zijn geen makkelijke patiënten, zeker niet de muizen die zich niet of nauwelijks laten hanteren. Hierdoor is een fysiek onderzoek haast onmogelijk en bestudeert de dierenarts ze vanuit een doorzichtig vervoersbak. Maar mocht je dus er aan denken om muizen te houden: dan is dit iets waar je 100% rekening mee moet houden en jezelf moet voorbereiden op ziekten en de bijbehorende behandelingen. Inmiddels ervaar ik zelf dat je grotendeels preventief kunt werken door te zorgen voor gezonde voeding en een juiste huisvesting: dat verkleint het risico op (langdurige) stress wat een goede uitwerking heeft op hun zelfgenezend vermogen. Er zijn een aantal kruiden die preventief (als voeding) aangeboden kunnen worden om longproblemen voor te zijn of anders te stabiliseren. Besteed dus zeker aandacht in de preventieve zorg én zorg dat je een dierenarts hebt die gespecialiseerd is in het behandelen van muizen én zorg dat je een relatief gevuld spaarpotje hebt (welk bedrag je daarvoor nodig hebt, hangt af van de hoeveelheid muizen waar je voor zorgt). Muizen worden meestal niet erg oud, ze worden ergens tussen de 1 tot 2 jaar oud. Schaf je een groepje muizen aan, dan is de kans groot dat je binnen 1 tot 2 jaar nog maar een enkeling overhoudt. Muizen zijn echter zeer sociale dieren, een muis alleen houden is daarom niet aan te raden. Dit betekent dat je relatief vaak opzoek zult moeten gaan naar nieuwe muizen om aan je groep toe te voegen. Je kunt niet zo maar nieuwe muizen toevoegen aan een groep, je zult vooraf moeten koppelen. Oftewel: je hebt kennis nodig van hun gedrag en manieren van koppelen. In principe zijn koppelingen niet erg ingewikkeld, maar ook dit hangt weer af van de muizen: ik heb gemerkt dat de voorgeschiedenis een grote rol speelt, sommigen muizen hebben een zware periode gehad en zijn daardoor lastiger te koppelen. Veel veranderingen hebben ook een invloed op hun gedrag, net als verhuizingen, waardoor ze vanuit stress ruzie kunnen gaan maken. Houdt vooraf hier rekening mee, want soms moet je hierdoor een groep scheiden omdat het gewoon niet werkt. Muizen hebben véél ruimte nodig, dit is iets wat vaak nog wordt onderschat. Muizen zijn zeer leergierig, nieuwsgierig en beweeglijk. Ze hebben een grote behoefte aan ruimte en uitdaging. Ze moeten zelfs hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen, zoals het kunnen graven en maken van burchten, klimmen, foerageren, kunnen schuilen bij gevaar, enzovoorts. Om dit daadwerkelijk aan te bieden, is er een relatief ruim verblijf nodig met een goede en juiste inrichting. Daarnaast wil ik echt duidelijk maken dat muizen in de basis geen knuffeldieren zijn. Het zijn van nature prooidieren en hebben vaak geen behoefte aan knuffelsessies en vinden het vaak niet leuk om opgepakt te worden. Het zijn vooral kijkdieren. In sommige, uitzonderlijke gevallen, tref je een muis die het erg leuk vindt (ik heb er al meer dan 100 muizen gehad en ik heb maar één keer meegemaakt dat een muis mijn aandacht echt leuk vond). Met kijkdieren kun je een leuke band opbouwen en een vertrouwensband creëren. Waar je nog meer rekening mee moet houden Er zijn nog meer zaken om rekening mee te houden. Zo kosten muizen geld:
Ik kom nog met regelmaat tegen dat je goed tegen de geur en stank van muizen moet kunnen. Zelf merk ik niets van de geur, alleen wanneer ze in koppeling zijn of net bij mij komen wonen en moeten wennen. Muizen zijn van zichzelf zeer territoriaal en door geurmarkeringen maken ze duidelijk dat hun verblijf hun plek is. Het is daarom niet zo gek dat ze in het begin of tijdens een koppeling sterk gaan ruiken. Maar bij een normale, stabiele groep muizen met goede en juiste huisvesting, zal de geur vanzelf verdwijnen. Je hoort ze dus niet zo sterk te ruiken. Sterker nog: als ze zo intens stinken, dan is er echt iets aan de hand, het is een symptoom van een onderliggend probleem. Het is ook niet goed voor ze om in hun continue stank te moeten leven en geeft een groter risico op het ontwikkelen van luchtwegklachten. Enkel ongecastreerde mannetjes muizen blijf je wel sterk ruiken, maar ik raad het niet aan om ongecastreerde mannetjes te houden vanwege het risico op gevechten en de manier van houden hun welzijn drastisch omlaag haalt. Kort samengevat:
Tamme muizen zijn zeer energieke dieren die veel uitdaging en ruimte nodig hebben om hun natuurlijk gedrag te kunnen vertonen. Over het algemeen wordt hier te weinig aandacht aan besteed waardoor veel muizen niet worden voorzien in hun basisbehoeften en natuurlijk gedrag. Muizen worden over het algemeen nauwelijks echt als huisdieren gehouden en worden veelal gebruikt als voedseldieren of als laboratoriumdieren. Het zit hun ook niet mee dat ze als plaagdieren worden gezien en dit alles bij elkaar heeft ervoor gezorgd dat muizen niet de aandacht krijgen die ze verdienen. Het blijven dieren die ook emoties en gevoelens ervaren. Durf je jezelf echt open te stellen voor deze dieren en hun hele ‘zijn’, dan zie je dat het complexe, intelligente dieren zijn die heel specifiek (natuureigen) gedrag laten zien en zeer sociaal zijn. Mijn gedachten over muizen is dan ook compleet verandert, want ik ging ook lekker mee met de gedachtenmassa dat muizen niets meer dan plaagdieren waren en alleen maar ellende veroorzaakte en ziekten overbrachten. Nu zie ik wie ze zijn, wat hun persoonlijkheden zijn, welke voorkeuren ze hebben, de persoonlijke uitdagingen die ze aan gaan maar ook trauma’s die ze moeten verwerken. Ik zie dus ook wat voor impact de huisvesting heeft op hun welzijn en dat het van groot belang is om ze in deze basisbehoefte te voorzien. Het natuurlijk gedrag van muizen & hun basisbehoeften Ik vertel met regelmaat dat de zorg en huisvesting aangepast moet zijn op hun natuurlijk gedrag en basisbehoeften: maar wat houdt dat precies in? Voor elk dier is dat weer anders, dus ook voor muizen geldt dat zij soort-specifiek gedrag bezitten en zij de wereld op hun manier beleven. Om te begrijpen hoe je hun leefomgeving zou moeten inrichten, zul je moeten leren inleven in hun belevingswereld en moeten verdiepen in hun gedrag en hun hele ‘zijn’: wat zouden ze zien, hoe ervaren zij de wereld, wat zien zij als gevaar, waar vullen zij hun dagen mee, hoe werken hun zintuigen, wat voor banden bouwen ze met elkaar op? We weten hoe wij dat zelf ervaren, maar een diersoort ervaart dat weer op een heel andere manier. In geval van muizen komt dat kort samengevat hier op neer:
Het verblijf: hoe groot moet het zijn en welke zijn geschikt? Om alle bovengenoemde punten kwijt te kunnen in een verblijf, heb je dus best wel een flink oppervlakte nodig. Wellicht meer dan je aanvankelijk dacht. In Duitsland hanteren ze bijvoorbeeld geheel andere minimale afmetingen die veel meer passend zijn bij de behoeften van muizen: een minimale afmeting van 100x60x60 cm voor 4 tot 6 muizen. Ik merk zelf dat muizen inderdaad veel ruimte nodig hebben en vaak meer nodig hebben dan de minimale afmetingen. Bezuinig vooral niet op de grootte en ga voor zo groot mogelijk! Helaas is er binnen de ‘muizenwereld’ weinig aandacht voor hun welzijn en zijn de meeste adviezen omtrent huisvesting eerder gekozen vanuit gemakt vanuit menselijk oogpunt en niet vanuit het welzijn van de muizen. Standaard kooien zijn van oorsprong ook niet gemaakt voor dieren, maar voor mensen. Het is niets meer dan een bewaarplek voor dieren. Dit kan de zoektocht naar een geschikt muizenverblijf wat lastiger maken omdat veel webshops en dierenwinkels nog steeds deze veel te kleine kooien verkopen en nauwelijks een aanbod hebben van ‘muisvriendelijke’ verblijven. Maar er zijn een aantal opties die het toch mogelijk maken om te gaan voor een ruim verblijf. Aquariums Aquariums zijn zeer geschikt om muizen in te huisvesten. Omdat aquariums in eerste instantie bedoelt zijn voor vissen, is het belangrijk om van te voren rekening te houden met een aantal punten:
Ook terrariums zijn geschikt om muizen in te houden. Ook hier geldt wel dat terrariums in eerste instantie voor reptielen bedoeld zijn, waar bijvoorbeeld een hoge luchtvochtigheid noodzakelijk is. Dat is in geval van muizen weer niet zo en is ventilatie erg belangrijk. Met wat aanpassingen kun je zo’n terrarium wel geschikt maken voor muizen. Let dan op het volgende:
Je kunt ook uiteraard zelf een muizenverblijf maken! Zo ben je helemaal vrij om zelf te bedenken welke afmeting je zou willen, waar je de ventilatie allemaal wil hebben, waar de deurtjes komen, enzovoorts. Je kunt kiezen voor OSB platen (wel een paar keer goed beitsen!), meubelplaten, betonplex, glas of plexiglas. Voor de platen kies je een minimale dikte van 18 mm en voor het glas minstens 4 tot 6 mm (afhankelijk van de grootte). Je kunt eventueel aan de randen aluminium profielen vast kitten om knagen te voorkomen. IKEA hacks Als je niet erg handig bent met klussen, kun je kiezen voor een meubel van de IKEA. Zo verkochten ze de DETOLF, een vitrinekast, die je op zijn rug legt en zodoende als verblijf kunt gebruiken (zie foto). Hij is alleen niet erg hoog en niet erg diep, waardoor je qua inrichten wel een beetje beperkt wordt – maar desondanks is dit een verblijf die relatief makkelijk te fabriceren is en ook niet duur is. Je kunt ze vaak goedkoop op bijvoorbeeld marktplaats terug vinden. Een andere optie is de lijn van PAX, deze vraagt nog wel wat extra aandacht om tot een muizenverblijf om te toveren maar dat is niet heel moeilijk. Je kunt zelf de deurtjes er in plaatsen of de PAX op zijn rug leggen en een deksel maken voor de bovenkant – dan heb je ook al een groot verblijf! Dit kun je natuurlijk toepassen op allerlei soorten kasten. Het belangrijkste is dat de platen relatief dik zijn, liefst van meubelpanelen omdat deze glad zijn en muizen dan geen mogelijkheid hebben om het kapot te knagen. Inspiratie kun je HIER vinden Konijnen kun je het hele jaar rond buiten houden. Wil je je konijnen buiten houden, dan zijn er een aantal zaken waar je rekening mee moet houden. Het buiten huisvesten van konijnen is niet per se gemakkelijk en kan best wel risicovol zijn zelfs. Je konijnen worden aan bepaalde zaken blootgesteld (zoals roofdieren en weersomstandigheden) en daar moeten ze tegen beschermd worden. Zij zitten immers opgesloten en kunnen daardoor niet zelf een plek vinden die ze warm en veiligheid biedt, die zul jij als eigenaar voor ze moeten ‘fabriceren’. Er zijn twee zaken die vaak worden vergeten of over het hoofd worden gezien:
Beveiliging: beschermen tegen roofdieren & Het buitenverblijf moet aan zes kanten beveiligd zijn. Niet alleen de zijkanten, maar ook onder en boven. Marters en vossen kunnen zonder problemen via gaas omhoog klimmen – ze kunnen zelfs zonder problemen over schuttingen klimmen. Vandaar dat het verblijf ook aan de bovenkant dicht moet zijn. Vossen en marters kunnen zelfs onder een verblijf doorgraven, vandaar dat de onderkant ook beveiligd moet zijn. Het is niet alleen dat ze beschermd moeten zijn tegen roofdieren: konijnen kunnen zelf ook bijzonder goed springen en klimmen. Er zijn zelfs konijnen die met gemak over 1,5 tot 2 meter hoge hekken heen klimmen (ja, klimmen!). Niet elk konijn doet dit, maar je zal maar net zien dat je wel zo’n konijn treft die dit kan en ook werkelijk doet. Zo zijn konijnen ook meesters in graven, natuurlijk, want ze leven van nature in ondergrondse tunnels. Een onbeveiligde ondergrond (zoals zand of gras) zal je konijn niet tegenhouden, ze kunnen binnen enkele uren al een tunnel hebben gegraven en dan zijn ze ook zo ontsnapt. Je hebt dus eigenlijk te maken met twee soorten beveiliging: het voorkomen dat er roofdieren in het verblijf komen en voorkomen dat je konijnen uit het verblijf kunnen. Je kunt het verblijf omheinen met stevig gaas waar konijnen niet uit kunnen en waar roofdieren niet in kunnen: Je kunt fijnmazig gaas gebruiken van 1 mm dikte. Als de mazen groter zijn, dan moet het draaddikte groter zijn. Openingen van de mazen mag niet meer dan 3,5 cm zijn, anders kunnen (kleine) marterachtigen als nog door de openingen het verblijf binnen dringen. Check het gaas regelmatig op kwetsbare stukken en vervang indien nodig. Tip: op deze site vind je meer uitgebreide informatie over geschikte omheiningen en gaas. Een net of kippengaas is echt onvoldoende en veel te kwetsbaar en houden roofdieren niet buiten het verblijf! De ondergrond moet dus ook nog beveiligd worden, daar kun je kiezen uit verschillende opties:
Beschermen tegen alle weersomstandigheden Als je je konijnen buiten wil huisvesten, loop dan even na waar je ze precies tegen moet beschermen. Konijnen die bijvoorbeeld enkel in de zomermaanden buiten leven, hoeven niet beschermd te worden tegen winters weer. Konijnen die wel het hele jaar door buiten wonen, moeten daar wel tegen worden beschermd. In het najaar en tijdens de winter regent het vaker, wordt het al snel kouder, stormt het vaker: kortom, je moet dan echt met een andere blik naar het verblijf kijken dan wanneer je konijnen alleen tijdens de zomermaanden buiten wonen. Behalve het beschermen tegen weersomstandigheden, is het ook belangrijk om na te gaan wat jij prettig vindt. Tijdens de wintermaanden moeten de konijnen uiteraard worden verzorgd – wil je dan graag ook droog kunnen staan? Dan is het handig om het hele verblijf volledig te overdekken (om even een voorbeeld te noemen).
Een tip: zorg voor veel groen in je tuin! Tegels nemen veel warmte op en geven warmte af als de zon onder is, waardoor je tuin heel warm blijft. Bomen, struiken en (natuurlijke) gazons verkoelen je tuin aanzienlijk meer tijdens de hete zomerdagen in tegenstelling tot bijvoorbeeld parasols of doeken. Als je dan ook kiest voor eetbare (liefst inheemse) bomen en beplanting, kun je dit ook aan je konijnen voeren. Het schuilhok In het buitenverblijf moet op zijn minst een schuilhok aanwezig zijn die groot genoeg is voor het aantal konijnen die in het verblijf samenleven. Voor twee middelmaat konijnen (2 tot 3 kg) heb je al minstens 100x50 cm oppervlakte nodig. Dit schuilhok moet een plek zijn waar ze zich terug kunnen trekken en beschermd zijn tegen vocht, kou en tocht. Het beste plaats je dit schuilhok een stuk van de grond zodat de kou van de grond er niet in trekt. Als je konijnen het hele jaar door buiten wonen, moet het schuilhok ook geïsoleerd zijn. Hout van 18 mm dikte is al voldoende. Je kunt het verder isoleren met stro (dit houdt warmte goed vast en kunnen konijnen zich goed in warm houden). Voorkom dat het gaat tochten of vochtig wordt, enige ventilatie is daarom wel belangrijk. Het schuilhok moet droog kunnen staan en uit de wind. De meest gangbare buitenhokken zijn over het algemeen ongeschikt. Vaak al omdat ze veel te klein zijn maar ook omdat ze gemaakt zijn van zeer dunne wanden. Ze kunnen snel gaan schimmelen en gaan vaak ook niet lang mee. Het is raadzaam om te investeren in een goed schuilhok die tevens ook jaren meegaat. Je kunt hem ook eenvoudig zelf bouwen, bijvoorbeeld met OSB platen (of ander plaatmateriaal). Ook hondenhuizen en kattenhuizen die geschikt zijn voor buiten, kunnen worden gebruikt als schuilhok. De grootte van het verblijf Wanneer je een buitenverblijf wil gaan plaatsen, houdt dan rekening met de minimale afmetingen en bereken van te voren hoeveel ruimte je vrij kunt maken. Kijk dan ook meteen of er opties zijn voor een veilige uitloop. Als dat niet mogelijk is, dan hebben konijnen meer ruimte nodig. Twee konijnen hebben al snel minstens 6 vierkante meters nodig (dat is 3 x 2 meter bijvoorbeeld) waar nog een dagelijkse uitloop bij hoort. Als er geen optie is voor een dagelijkse uitloop, dan is er al snel 10 tot 15 vierkante meter nodig. Grotere konijnenrassen hebben meer ruimte nodig – dwergrassen hebben evenveel ruimte nodig als een gemiddeld konijn. De hoogte kun je zelf bepalen. Voor konijnen is een minimale hoogte van 60-80 cm is wel aan te raden. Je kunt ook kiezen voor een hoge ren waar je zelf makkelijk in kunt staan, dat scheelt enorm als je het verblijf wil schoonmaken. De grote ruimte is een noodzaak voor konijnen, het zorgt ervoor dat ze gestimuleerd worden om veelvuldig te bewegen. Dat zorgt voor een betere doorbloeding en zeker tijdens de winter is dat belangrijk, zo kunnen ze zichzelf beter warm houden. De verdere inrichting Het buitenverblijf bestaat natuurlijk uit nog meer: ook de inrichting is erg belangrijk voor konijnen! De inrichting moet aangepast zijn op hun natuurlijk gedrag. Zie het als hun eigen woning waar zij alles moeten kunnen doen wat ze horen te doen. Ze moeten kunnen foerageren, onderzoeken, sprintjes kunnen trekken, graven, schuilen en rusten. Naast het schuilhok, bied je ze nog meer aan: een graafbox (of een afgezet gedeelte gevuld met een graafbare bodem), diverse schuilplaatsen, verhogingen, voerplekken, enzovoorts. Voor meer inspiratie kun je terecht HIER en HIER. Er is nog veel meer interessante informatie te vinden over veilige en konijnvriendelijke huisvesting: - kaninchenwiese.de/haltung/aussenhaltung/ - www.moehren-sind-orange.de/aussenhaltung/ - http://diebrain.de/k-drausse Zijn alle konijnen geschikt om buiten te houden?
Nee, niet alle konijnen zijn geschikt om (permanent) buiten te houden. Er zijn bepaalde rassen die gevoeliger zijn of een compleet andere vacht hebben dan ‘normale’ konijnen. Ook oudere, of zieke konijnen zijn niet altijd geschikt om buiten te houden. Moet je je konijnen ’s nachts opsluiten in een hok? Nee, konijnen mogen absoluut niet opgesloten worden in een hok! Daarvoor is het buitenverblijf, die ze beschermd tegen roofdieren en waar konijnen de ruimte hebben om hun natuurlijk gedrag te vertonen. Konijnen kennen niet zo’n dag- en nachtritme zoals dat van ons, konijnen zijn wisselend gedurende de dag en nacht actief (tijdens de schemer hebben ze hun grootste piekmoment). Wanneer kunnen konijnen van binnen naar buiten verhuizen? Als je konijnen gewend zijn om binnenshuis te leven, dan kun je ze niet zo maar van de ene op de andere dag naar buiten verhuizen. Dit kan pas vanaf ongeveer half mei, wanneer het niet meer kouder is dan 10 graden (ook ’s nachts!). Kun je een konijn buiten alleen houden? Een konijn die buiten woont en ook alleen woont, zal veel meer moeite hebben om zich warm te kunnen houden. Konijnen slapen vaak samen vanwege hun sociale behoefte maar ook om elkaar warm te houden. Wat als één van je konijnen ziek wordt? Als één van je konijnen plotseling ziek wordt hoef je niet direct je konijn naar binnen te halen. Je kunt ze in een onverwarmde ruimte plaatsen (zoals een garage of een schuur) en als je konijn weer beter is, kunnen ze weer terug verhuizen naar buiten. NB: haal nooit je konijnen uit elkaar, dat levert stress op en kan herstel juist belemmeren. |
AuteurMijn naam is Elisabeth. Hier vind je al mijn informatieve blogs over natuurlijke voeding, huisvesting, zorg en meer voor konijnen en knaagdieren! Archieven
Juli 2024
|
Volg Mini Natuur op:
Facebookpagina Mini Natuur Instagram @mininatuur TikTok @mininatuur Meepraten over natuurlijke stijl? Dat kan op: Facebookgroep 'Konijnen & Cavia's Natuurlijke Stijl' (ook voor chinchilla's en degoes) Facebookgroep 'Natuurlijke stijl voor kleine knaagdieren' |
© 2019-2024 Mini Natuur
Alle teksten zijn door mijzelf beschreven tenzij anders vermeld of door middel van een citaat. Ook de foto's zijn door mijzelf gemaakt. Ik gebruik tevens foto's van derden waar ik uitsluitend toestemming heb gekregen om deze voor mijn website te gebruiken. Teksten en foto's mogen niet worden gebruikt zonder toestemming! Mocht je mijn foto's (of van derden) en tekst ergens anders tegen komen, dan graag direct vermelden aan [email protected] |